direct naar inhoud van 5.4 Luchtkwaliteit
Plan: Het Bosje fase 3, Elst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPHetBosje3-VA01

5.4 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Dit is feitelijk een wijziging van titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Deze titel van de Wet milieubeheer geeft de wijze waarop de luchtkwaliteit dient te worden gerapporteerd. Bijlage 2 van de Wet milieubeheer bevat de wettelijke grens- en richtwaarden voor de luchtkwaliteit in Nederland. De grenswaarden uit bijlage 2 van de Wet milieubeheer geven kwaliteitsniveaus aan voor de buitenlucht. Daarbij zijn alle locaties van belang, met uitzondering van de arbeidsplaats die is uitgezonderd op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (artikel 5.6, tweede lid).

Woningbouwontwikkeling
Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is met de inwerkingtreding van de Wet Luchtkwaliteit vastgelegd dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit worden uitgevoerd. Hieronder valt bijvoorbeeld te denken aan de realisatie van nieuwe woonwijken tot 1500 woningen met minimaal 1 ontsluitingsweg.

Een project draagt NIBM bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grensvoorwaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijnstof (PM10) of stikstofdioxide (NO2).

Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  • een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging.

Aangezien de voorgenomen ontwikkeling de realisering van circa 60 woningen betreft, voldoet het plan ruim aan de NIBM grens en draagt dus niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. De ontwikkeling ligt binnen de wettelijke grenzen en is daarmee acceptabel. Nadere toetsing van het plan aan de Wet milieubeheer is daarom niet noodzakelijk.

Multifunctioneel gebouw
Omtrent het multifunctioneel gebouw is op basis van de toetsingscriteria uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 een luchtkwaliteitsonderzoek gedaan door Tauw (Tauw, kenmerk N006-4463429MTU-pla-V01, datum 5 februari 2007). Hieruit blijkt dat ten aanzien van de lokale luchtkwaliteit kan worden geconstateerd dat in de huidige en toekomstige situatie na planontwikkeling geen grenswaarden worden overschreden.

Op grond van de bevindingen en het gestelde in artikel 7, eerste lid, van het Besluit luchtkwaliteit 2005 vormt het aspect luchtkwaliteit geen belemmering. De grenswaarden zijn in de Wet milieubeheer niet gewijzigd ten opzichte van het Besluit luchtkwaliteit 2005. Zodoende vormt de luchtkwaliteit ook onder het huidige wettelijke regime geen knelpunt voor de bestemming. Hiermee vormt de lokale luchtkwaliteit geen belemmering voor het project van het multifunctioneel gebouw in Elst.

Indien de berekende concentraties 'na realisatie bouwplan' worden vergeleken met de concentraties 'zonder realisatie bouwplan', nemen de concentraties in de toekomstige situatie af omdat de achtergrondconcentratie afneemt. Wel is er tengevolge van het project ten opzichte van de huidige situatie een toename van ongeveer 0,3 µg/m³ van NO2 en van 0,1 µg/m³ voor PM10 berekend in alle jaren, maar er zijn geen overschrijdingen.

Bij de ontwikkeling van het multifunctioneel gebouw wordt uitgegaan van een toename van 350 voertuigbewegingen per dag. De berekende situatie leidt niet tot een overschrijding van de grenswaarden uit het Besluit luchtkwaliteit 2005. De luchtkwaliteit vormt dus geen belemmering voor de ontwikkeling van het multifunctioneel gebouw.

In verband met de nieuwe Wet luchtkwaliteit 2007 is een actualisatie onderzoek uitgevoerd door Tauw. In de huidige situatie (2008) evenals in de toekomstige scenario's, na realisatie van het voorgenomen plan, is geen overschrijding berekend van de normen uit de Wet luchtkwaliteit 2007. Bovendien mag het project als 'niet in betekenende mate' worden beschouwd, omdat uit het onderzoek blijkt dat ten gevolge van de voorgenomen ontwikkelingen de jaargemiddelde concentratie fijn stof en NO2 met niet meer dan 0,4 µg/m³ toeneemt. De ontwikkeling ligt binnen de wettelijke grenzen en is daarmee acceptabel.

Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van het plan.