direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch met waarden – Landschapswaarden – Reliëf
Plan: Buitengebied herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0339.BPherzbuitengebied-vg01

Artikel 5 Agrarisch met waarden – Landschapswaarden – Reliëf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden – Landschapswaarden – Reliëf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven;
  • b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van het waterhuishoudkundig systeem;
  • c. het behoud, herstel, en ontwikkeling van groot- en kleinschalig reliëf;

en tevens voor:

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij;

alsmede voor:

  • e. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • f. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
  • g. beweiding voor recreatieve of hobbydoeleinden.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Bedrijfsbebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak
5.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak
5.2.3 Buiten het bouwvlak

5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Vergroten mestopslag binnen het bouwvlak
5.3.2 Vergroten bedrijfswoning
5.3.3 Mestopslag en silo's buiten het bouwvlak
5.3.4 Ontheffing buitenrijbaan
5.3.5 Tijdelijke teeltondersteunendevoorzieningen buiten het bouwvlak

5.4 Gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel, anders dan het verkopen van streekeigen producten of ter plaatse geproduceerde producten met een oppervlakte van ten hoogste 150 m², is niet toegestaan;
  • b. niet-agrarische bedrijfsmatige nevenactiviteiten zijn niet toegestaan;
  • c. fokkerijen en mesterijen van eenden, ganzen en kalkoenen in de open lucht alsmede pelsdierhouderijen, vis-, wormen- en madenkwekerijen zijn niet toegestaan;
  • d. de opslag van goederen en materialen is uitsluitend toegestaan ten behoeve van het eigen bedrijf binnen het bouwvlak en achter de voorgevellijn van de bedrijfsgebouwen;
  • e. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend gedurende de periode van maart tot en met september toegestaan;
  • f. het gebruik van afdekfolie buiten een bouwvlak is niet toegestaan;
  • g. containervelden zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
  • h. waterbassins zijn niet toegestaan;
  • i. mestbassins, niet zijnde bouwwerken, zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
  • j. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed en breakfast per bedrijfswoning is niet toegestaan;
  • k. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijgebouw;
  • l. bed & breakfast is niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied';
  • m. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan;
  • n. permanente of tijdelijke bewoning van bedrijfs- en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • o. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan.
  • p. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • q. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • r. het gebruik van de bedrijfswoning door derden ten behoeve van bewoning in afwijking van het bepaalde in 1.21, terwijl er binnen het betreffende bouwvlak nog sprake is van een agrarische bedrijfsvoering, is toegestaan.

5.5 Ontheffing van de gebruiksregels
5.5.1 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.4 onder j en/of k voor de uitoefening van een bed & breakfast met meer dan drie kamers in een woning of in een bestaand bijgebouw, met in achtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt niet verleend op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied';
  • b. ontheffing wordt niet verleend voor meer dan vijf kamers en een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 350 m2 ;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

5.5.2 Ontheffing ten behoeve van mantelzorg

5.5.3 Twee bedrijfshoofden

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gebruik van de bestaande bedrijfswoning ten behoeve van de huisvesting van het huishouden van een tweede bedrijfshoofd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
  • b. het agrarisch bedrijf biedt naar omvang en aard van de bedrijfsactiviteiten duurzaam aan twee volwaardige arbeidskrachten een volledige of nagenoeg volledige dagtaak;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

5.5.4 Huisvesting van tijdelijke werknemers

5.6 Aanlegvergunning
5.6.1 Aanlegverbod
5.6.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod
5.6.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning
5.6.4 Advisering over de aanlegvergunning
5.6.5 Strafbepaling

5.7 Wijzigingsbevoegdheden
5.7.1 Collectieve mestopslag
5.7.2 Vormverandering bouwvlak ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf
5.7.3 Vergroting bouwvlak ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf
5.7.4 Vormverandering bouwvlak ten behoeve van een intensieve veehouderij
5.7.5 Vergroting bouwvlak ten behoeve van dierenwelzijn

5.7.6 Veldschuren en/of schuilgelegenheden buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' op te nemen voor het bouwen van veldschuren en/of schuilgelegenheden buiten het bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. per bedrijf bouwvlak zijn ten hoogste twee veldschuren en/of schuilgelegenheden toegestaan;
  • b. de minimale afstand tot het bouwvlak bedraagt 500 meter;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 2,5 meter, de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 meter;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de veldschuren en/of schuilgelegenheden mag niet meer dan 100 m2 per bedrijf bedragen;
  • e. de noodzaak voor een doelmatige agrarisch bedrijfsvoering en van situering buiten het bouwvlak is aangetoond; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
  • f. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de landschapsstructuur en van het groot- en kleinschalig reliëf;
  • g. voorzien wordt in een goede landschappelijke inpassing, afgestemd op de kenmerken van de omgeving;
  • h. alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige met betrekking tot de onder f en g vermelde voorwaarden en wordt voorzien in een privaatrechtelijke overeenkomst omtrent de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing;
  • i. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • j. planwijziging is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied'.

5.7.7 Wijziging bestemming Agrarisch naar Natuur

5.7.8 Wijziging bestemming Agrarisch met waarden naar Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden – Landschapswaarden – Reliëf' ter plaatse van de aanduiding bouwvlak wijzigen in de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' en / of in de bestemming 'Agrarisch met waarden – Landschapswaarden – Reliëf' zonder aanduiding of bouwvlak en in combinatie daarmee tevens lid 29.2 onder a wijzigen , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. aangetoond moet zijn dat het agrarisch bedrijf is beëindigd en voortzetting van het agrarisch gebruik niet reëel is;
  • b. de gronden zijn niet gelegen op een ster-locatie;
  • c. de wijziging in de bestemming 'Wonen' omvat ten hoogste de bestaande bebouwing en het daarbij behorende erf binnen het bouwvlak;
  • d. de wijziging in de bestemming 'Wonen' omvat in elk geval alle woonruimten binnen het betreffende bouwvlak, waarbij het aantal woningen binnen het bouwvlak niet mag worden vergroot;
  • e. bij wijziging van de gronden met de aanduiding ´ zonder bedrijfswoning uitgesloten´ mag ten hoogste één woning worden gebouwd, mits vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak alle voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van de bebouwing, die als bijgebouwen bij de woning kunnen, en gezien de maximale oppervlaktebepalingen, mogen worden aangemerkt;
  • f. de oppervlakte van de te slopen bedrijfsbebouwing als bedoeld onder e bedraagt ten minste 1.000 m², met inachtneming van hetgeen onder g is bepaald;
  • g. cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mag niet worden gesloopt;
  • h. het resterende deel van de gronden wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch met waarden – Landschapswaarden – Reliëf' zonder aanduiding of bouwvlak;
  • i. bij wijziging van de gronden zonder de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' mag ten hoogste het aantal bestaande woningen worden gebouwd/gehandhaafd, mits vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak alle voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van bebouwing tot maximaal 80 m2 per woning, die als bijgebouwen bij de woning worden aangemerkt, met inachtneming van hetgeen onder g is bepaald; wijziging van lid 29.2 onder a is uitsluitend toegestaan in geval van sloop van bedrijfsgebouwen als bedoeld onder e en f, waarbij deze wijziging is gericht op het verminderen van de maximaal toelaatbare oppervlakten van bestaande bouwwerken voor het betreffende perceel met de oppervlakte aan bebouwing die wordt gesloopt;
  • j. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.