Herziening Valleipark 2013

5.7 Externe veiligheid

In het plangebied is een relevante gastransportleiding aanwezig (40 bar). De gasleiding vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van Valleipark. Door de Gasunie is het Plaatsgebonden Risico en het Groepsrisico bepaald. Het PR ligt op de leiding en het GR overschrijdt de oriënterende waarde niet. De gasleiding is als dubbelbestemming opgenomen in het plan. De door het gebied lopende gasleiding, richting gasontvangststation, heeft deze bestemming gekregen. Dit is een "dubbelbestemming", deze bestemming is over de andere bestemmingen, "Natuur" en "Verkeer - Verblijfsgebied", "Groen" en "Bedrijf" heen gelegd. Het gaat om de gasleiding en de aan weerszijden daarvan gelegen bebouwingsvrije stroken. In deze bestemming mogen uitsluitend de nodige bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding worden gebouwd. In geval bouwwerken voor de andere bestemmingen, "Natuur" en "Verkeer - Verblijfsgebied", nodig zijn, dan mogen de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding niet worden geschaad; om te bepalen of dat al of niet het geval is, wordt per geval het advies van de leidingbeheerder gevraagd. Deze bestemming bevat een (eigen) aanlegvergunningsstelsel om te voorkomen dat bij bepaalde werken of werkzaamheden, zoals graafwerkzaamheden, de gasleiding wordt beschadigd.

Conform artikel 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) moet het groepsrisico worden verantwoord. Het Servicebureau Gemeenten heeft hiertoe op 21 november 2012 een beoordeling opgesteld. Uit dit onderzoek blijkt het volgende:

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord. In de toelichting bij het besluit wordt vermeld:

a. de aanwezige en de op grond van het besluit te verwachten dichtheid van personen in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken;

• bevolkingsaantallen welke zijn geruikt bij de risicoberekening zijn vermeld in bijlage 1 en 2 van het betreffende onderzoek (bijlage 16);

b. het groepsrisico per kilometer buisleiding op het tijdstip waarop het besluit wordt vastgesteld en de bijdrage van de in dat besluit toegelaten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico, vergeleken met de lijn die de kans weergeeft op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-4 per jaar en de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-6 per jaar;

• Groepsrisico’s zijn vermeld in bijlage 1 en 2 van het betreffende onderzoek (bijlage 16);

c. indien mogelijk, de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die worden toegepast door de exploitant van de buisleiding die dat risico mede veroorzaakt;

• Het groepsrisico is relatief laag. Na herontwikkeling van het Valleipark is bij 10 slachtoffers per km leiding een maximaal groepsrisico van 4,5 *10-9 ten opzichte van de oriënterende waarde berekend. Er is geen aanleiding om maatregelen te treffen;

d. andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico en de voor- en nadelen daarvan;

• Gezien het relatief lage groepsrisico is het zoeken naar alternatieve ontwikkelingen niet realistisch;

e. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst;

• Er worden geen maatregelen getroffen om het groepsrisico verder te verlagen. Het groepsrisico is reeds relatief laag;

f. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval;

• Valleipark bevindt zich op een afstand van circa 1,7 kilometer vanaf de brandweerpost te Leusden. Op hemelsbreed 4,5 km (via de weg 7 km) bevindt zich de ambulancepost aan de Zonnehof te Amersfoort;

g. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken, om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval voordoet.

In westelijke en zuidelijke richting zijn afdoende vluchtwegen. Aan de noord en oostzijde zijn vluchtmogelijkheden beperkt door het Valleikanaal.

In en nabij het plangebied zijn geen relevante inrichtingen gelegen waarvoor een persoonsgebonden risico moet worden bepaald of een groepsrisico moet worden verantwoord. Door of nabij het plangebied loopt geen route gevaarlijke stoffen.

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.

Achtergrond
Het "Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer" (Bevi) is d.d. 27 oktober 2004 in werking getreden. Hierin zijn normen voor de maximaal toelaatbare/aanvaardbare risico's als gevolg van de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen of vervoersassen van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water en via buisleidingen vastgelegd.

Woningen en scholen worden hierin beschouwd als kwetsbare objecten, speeltuinen, sporthallen, winkels, kantoren en hotels (tot een bepaalde omvang) als beperkt kwetsbare objecten. Ten aanzien van het Plaatsgebonden Risico (PR) gelden voor kwetsbare objecten grenswaarden, voor beperkt kwetsbare objecten gelden richtwaarden. Aan beide waarden dient het plan te worden getoetst. Voor bepaling van het groepsrisico moet gekeken worden of de te ontwikkelen locatie ligt binnen het invloedsgebied van een inrichting waar een gevaarlijke stof aanwezig is. Onder invloedsgebied wordt verstaan een gebied waar volgens de 'Regeling externe veiligheid inrichtingen' personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico.