Plan: | Herziening Valleipark 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0327.128-0401 |
In het plan moet rekening gehouden worden met de geurcontour van een nabij liggende veehouderij. De contour is ingetekend op de plankaart. De contour vormt vooralsnog een belemmering voor geplande woningbouw in het zuidwestelijke deel van het plangebied. Tevens moet rekening gehouden worden met de geluidcontour van het nabij het plangebied gelegen gasontvangststation en een GSM-mast. Deze geluidcontour is ingetekend op de plankaart. Het gasontvangststation en de GSM-mast vormen geen belemmering voor de geplande woningbouw in het plangebied.
Het zuidwestelijke deel van het plangebied ligt in de invloedsfeer van de veehouderij Asschatterweg 207. Op basis van de huidige milieuvergunning van het bedrijf ligt de geurcontour ongeveer 25 meter over het geplande woningbouw. Volgens planning wordt per 1 januari 2013 het Activiteitenbesluit aangepast. In dat geval zijn de regels van het Activiteitenbesluit van toepassing en vervalt de milieuvergunning. Dit heeft geen invloed op de geurcontour.
Per 1 januari 2010 geldt er nieuwe wetgeving voor de agrarische sector die voorschrijft dat alle stallen emissiearm moeten zijn uitgevoerd. De bestaande stallen met een plan van aanpak krijgen tijd tot 1 januari 2014 om aan deze wetgeving te voldoen. Veehouderijen kunnen ook gebruik maken van een stoppersregeling. Deze regeling is voor veehouderijen die voor 2020 stoppen met activiteiten die niet voldoen aan het besluit Huisvesting. Ze moeten per 2013 maatregelen nemen om de ammoniakemissie te beperken. Dit hoeft geen effect te hebben op de geur. De veehouder mag besluiten alsnog niet te stoppen. De betreffende veehouderij heeft niet aangegeven te willen stoppen. Vooralsnog voldoet de veehouderij nog niet aan de regels. De verwachting is dat het nakomen van de wet- en regelgeving rondom emissiearme stallen de geurcontour 20 meter verkleind, waardoor de contour het plangebied 5 meter overlapt. Daarmee vormt de geurcontour geen belemmering meer voor de ontwikkeling van de zuidwestelijk geplande woningbouw van het plan.
Achtergrond
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient de invloed van bestaande (of nieuw te vestigen) bedrijven op de leefomgeving afgewogen te worden. Om milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten al in het ruimtelijke spoor te voorkomen, kunnen in een bestemmingsplan grenzen worden gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten en bestaande grenzen van milieuhinder wordt opgenomen. Het instrument hiervoor is milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreƫren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt gebruik gemaakt van de daarvoor algemeen aanvaarde VNG-uitgave "Bedrijven en Milieuzonering" uit 2009. Binnen het plangebied worden naast bestaande functies alleen categorie 1 bedrijfsactiviteiten toegestaan. Het betreft uitsluitend kleinschalige bedrijfsactiviteiten aan huis met weinig tot geen milieubelasting.