direct naar inhoud van 5.6 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Herziening Valleipark 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0327.128-0401

5.6 Archeologie en cultuurhistorie

5.6.1 Archeologie

In opdracht van de gemeente Leusden heeft de Sectie Archeologie van de Gemeente Amersfoort een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied. Het bureau-onderzoek heeft eind april / begin mei 2006 plaatsgevonden. Op 23 mei 2006 heeft de onderzoeker het plangebied bezocht.

Verwachting
Op basis van landschappelijke, historische en archeologische gegevens worden archeologische resten binnen het plangebied verwacht. Voor vrijwel de gehele zuidpunt van het plangebied geldt een hoge archeologische verwachting en een hoge en middelhoge trefkans. De noordwestpunt ligt in een beekdal en heeft een lage trefkans maar is archeologisch zeer interessant. De hierna volgende afbeelding toont de archeologische verwachting in het plangebied op basis van landschappelijke, historische en archeologische gegevens.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.128-0401_0013.jpg"

Afbeelding - Archeologische verwachting binnen het plangebied


Advies
Op basis van de archeologische verwachtingswaarde is voor beide gedeelten een archeologisch advies opgesteld. Dit is weergegeven in onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.128-0401_0014.jpg" Afbeelding - Adviesgebieden binnen het plangebied

Hoge verwachting - behoud/onderzoek
Geadviseerd wordt voor de gehele zuidpunt, het gebied met een hoge verwachting en (middel-) hoge trefkans, te streven naar een ongestoord behoud van de in deze terreinen aanwezige archeologische resten door in deze gebieden geen of zo min mogelijk bodemverstorende werkzaamheden te plannen.

Waar behoud ter plaatse in de bodem niet mogelijk is, dienen alle bodemverstorende werkzaamheden, die dieper dan 30 cm beneden maaiveld reiken, te worden voorafgegaan door archeologisch onderzoek. Het is noodzakelijk in deze gevallen eerst een inventariserend veldonderzoek te laten uitvoeren waarbij de af- of aanwezigheid van archeologische resten ter plaatse wordt vastgesteld en de aard, omvang en ligging ervan.

Lage verwachting/beekdal- begeleiding
Voor de noordwestpunt luidt het advies de bodemverstorende werkzaamheden met name in dit deelgebied te plannen. Aangezien de aanwezigheid van archeologische vondsten en sporen toch niet geheel uitgesloten kan worden en deze met name in de beekdalen een hoge waardering hebben, is het raadzaam de bodemverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm binnen de beekdalen door archeologen te laten begeleiden.

Monumenten
In het plangebied zijn geen rijks- of gemeentelijke monumenten aanwezig. Wel bevindt zich een drietal bunkers in de Liniedijk, tegen het plangebied aan. De aanwezigheid van de Liniedijk met de bunkers als cultuurhistorische elementen vormt een van de inspiratiebronnen voor het planconcept van het Valleipark. De Grebbelinie, waar de Liniedijk onderdeel van uitmaakt, is in 2011 aangewezen als rijksmonument.

Conclusie
Uit de archeologische inventarisatie blijkt dat de zuidelijke punt van het plangebied een hoge verwachting en een (middel-) hoge trefkans op archeologisch waardevolle elementen heeft. Gezien het feit dat in dit gebied bodemverstorende werkzaamheden plaats zullen vinden die dieper dan 30 cm beneden maaiveld reiken, dient voorafgaand aan deze werkzaamheden een inventariserend archeologisch veldonderzoek plaats te vinden.
De noordwestpunt van het plangebied heeft een lage verwachtingswaarde. Hierdoor is voor dit gedeelte geen nader archeologisch veldonderzoek noodzakelijk. Bodemverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm binnen de beekdalen dienen door archeologen te worden begeleid.

5.6.2 Cultuurhistorie

Het toekomstige Valleipark wordt aan de noordzijde begrensd door het Valleikanaal en het hoevenlandschap van de Gelderse Vallei. Aan de zuidzijde wordt het Valleipark begrensd door de Liniedijk die onderdeel uitmaakt van het monument de Grebbelinie.

In deze paragraaf worden Liniedijk en Valleikanaal toegelicht vanuit cultuurhistorisch perspectief. Daarna wordt beschreven op welke wijze deze elementen een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van het planconcept voor Valleipark.

Grebbelinie/Liniedijk
Het toekomstige Valleipark wordt aan de zuidzijde begrensd door de Liniedijk. De Liniedijk maakt onderdeel uit van de Grebbelinie die in april 2011 is aangewezen als rijksmonument in het kader van de Monumentenwet 1988.

Ontwikkeling Grebbelinie
Vanaf het moment dat de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden in de 16e eeuw vorm begon te krijgen, lieten de Staten van Holland het oog al vallen op het moerassige en slecht begaanbare gebied in de Gelderse Vallei als verdedigingslinie voor de Hollanden. In een vijftal fasen is de Grebbelinie tot stand gekomen. De Grebbelinie kreeg vooral een inundatiefunctie: in tijden van dreiging kon het gebied ten oosten van de Grebbelinie onder water worden gezet waarmee de opmars van de vijand een halt toegeroepen kon worden. Naast het opwerpen van aarden wallen, werden keerkades en damsluizen aangebracht om te voorkomen dat het water naar de Zuiderzee zou wegstromen en deze keerkades werden versterkt met voorposten. Toen in 1799 in de praktijk bleek dat het water slechts gedurende een beperkt aantal dagen voldoende hoog stond om het gebied te inunderen en het onder water zetten erg veel tijd in beslag nam, zijn tijdens de regeerperiode van Willem III ook maatregelen genomen om het inunderen van het gebied te verbeteren en te bespoedigen.
In 1874 kreeg de Grebbelinie officieel de functie van voorpostenlijn van de Nieuwe Hollandse Waterlinie toebedeeld.
Terwijl de vestingbouwers in de Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam een wanhopige wedloop met de wapenindustrie aangingen, zag men de Grebbelinie steeds meer als pure inundatiestelling. De mobilisatie in de Eerste Wereldoorlog(1914-1918) ging dan ook grotendeels aan de Vallei voorbij. In 1926 werd een groot deel van de Grebbelinie opgeheven als duurzaam vestingwerk. Desondanks besloot men in 1939 de linie weer in staat van verdediging te brengen onder meer door de bouw van kazematten. De Hollandse Waterlinie moest de hoofdverdediging vormen en de Grebbelinie kreeg onder de naam 'Valleistelling' haar oude inundatie en voorpostenfunctie weer terug. De Duitse bezetter voegde nog een aantal vestingwerken aan ons grondgebied toe. In het verlengde van de Westwall lieten ze dePantherstellung aanleggen, die grotendeels het traject van de Grebbelinie volgde. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1951, werden de laatste delen van de Grebbelinie opgeheven als vestingwerk. De ontwikkelingen in oorlogsvoering na deze oorlog maakten de bouw van verdedigingswerken minder zinvol.

Grebbeliniedijk bij Valleipark
De Grebbeliniedijk is aangelegd tussen 1745 en 1746 als achterste steunkade en begrenzing van de inundaties in de Grebbelinie. Deze dijk deed tevens dienst als verdedigingswal.

De Krakhorsterverlaat die aan de westzijde van het plangebied gescheiden wordt door een voet/fietspad, is in 1865 gebouwd ter vervanging van een bestaande houten verlaat en is in 2000 gerestaureerd. De Krakhorsterverlaat is van oorsprong een civiele voorziening die in 1865 is vernieuwd in het kader van de verbetering van de inundatiemiddelen van de Grebbelinie. In vredestijd was deze verlaat bestemd voor het doorvoeren van water uit de Hamersveldse Wetering naar de Mosteerbeek (na 1937 het Valleikanaal). De militaire bestemming van de sluis was om het wegvloeien van het water uit het Valleikanaal te voorkomen. Desgewenst kon de verlaat ook worden gebruikt voor inundatie achter de Liniedijk.

In het gedeelte van de Liniedijk dat direct grenst aan het toekomstige Valleipark bevinden zich een tweetal kazematten (één van het type S3 en één van het type B) die zijn gebouwd tijdens de mobilisatie van 1939 en 1940 en een kanonkazemat (type 703) die in het najaar van 1944 is gebouwd. Deze laatste ligt ter hoogte van het punt waar het Valleipark ontsluit op de Asschatterweg. De Nederlandse kazematten maken onderdeel uit van de Valleistelling; de Duitse kazemat (bunker) is onderdeel van de Duitse Pantherstellung. De kazematten zijn volgens een gestandaardiseerd ontwerp in een middelzware uitvoering gebouwd.

Valleikanaal
Het Valleikanaal begrenst het Valleipark aan de noord en oostkant. Het kanaal is tussen 1935 en 1941 gegraven om de afwatering in de Gelderse Vallei te verbeteren. Er was tot die tijd in het gebied regelmatig wateroverlast. Bij de aanleg van het kanaal is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande watergangen. Deze werden verdiept en verbreed. Het Valleikanaal kwam grotendeels te liggen langs de Grebbelinie, waar al een gracht lag. Te hoogte van Valleipark wijken Grebbelinie en Valleikanaal van elkaar. Met het graven van het Valleikanaal kwam een eind aan een lange tijd van wateroverlast in de Gelderse Vallei die door turfontginning in de omgeving van Veenendaal was ontstaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.128-0401_0015.jpg"
Afbeelding - Aanleg Valleikanaal in 1939

De aanleg van het Valleikanaal werd mogelijk doordat in 1932 de Zuiderzee was afgesloten. Hierdoor kon de waterstand op het IJsselmeer op het gewenste peil worden gehouden, zodat afwatering van de Eem was verzekerd.

Cultuurhistorie en het planconcept Valleipark
Het toekomstige Valleipark ligt in het gebied tussen het Valleikanaal en de Liniedijk, juist daar waar beide elementen van elkaar gescheiden raken. De Grebbelinie is cultuurhistorisch gezien van grote typologische waarde als voorbeeld van een steunkering annex verdedigingswal. Ter hoogte van het Valleipark is nog een aantal kazematten aanwezig. Verder kenmerkte dit gebied zich lange tijd door wateroverlast. In het planconcept Valleipark wordt met dit gegeven op een aantal manieren rekening gehouden.
Allereerst wordt de Liniedijk volledig gerespecteerd. Het Valleipark wordt ontsloten middels de bestaande doorgangen in de Liniedijk; ter hoogte van de Walstro en de Asschatterweg. Een tweetal overgangen over de Liniedijk verbindt het Valleipark met de omringende woonwijken voor langzaam verkeer. Eén van verbindingen wordt gepositioneerd ter hoogte van één van de bestaande kazematten; zodat gebruikers van deze verbinding telkens herinnerd worden aan de historisch betekenis van de locatie.

Op een drietal plekken in het plangebied worden Liniedijk en Valleikanaal met elkaar verbonden door groene wiggen die vanaf de Liniedijk enigszins divergeren. Daarmee wordt gerefereerd aan de schootsvelden vanaf de Liniedijk en de historische functie van de Liniedijk als verdedigingswerk. Deze groene wiggen worden lager aangelegd dan het toekomstige woongebied. De woongebieden worden op deze manier beschermd tegen het water van het Valleikanaal dat zo af en toe het gebied onder water kan zetten. Anderzijds zullen de wiggen, doordat ze lager gelegen zijn en een aanvullende functie van waterberging hebben, bij grote regenbuien gedurende een korte tijd onder water staan. Hiermee wordt gerefereerd aan de functie van de Grebbelinie als inundatiegebied: het gedurende een kortere periode onder water zetten van de Gelderse Vallei.

Aan de voet van de Liniedijk wordt de huidige sloot verbreed. Het waterniveau is inmiddels aangepast aan het stedelijke waterniveau. Dit leidt er toe dat de sloot altijd watervoerend is. Enerzijds zorgt dit voor bescherming van de dijk en anderzijds versterkt de lijnvormige sloot het lijnvormige element dat de Liniedijk is. Tevens ontstaat ter hoogte van de oversteek de combinatie van een doorzicht door het Valleipark over een groene wig en zicht over een waterelement De Liniesloot, waar de historische betekenis van het gebied in beeld wordt gebracht. Zorgvuldigheid in de overgang van Liniedijk naar het woongebied wordt ook betracht door regels omtrent de overgang van de Liniesloot naar de kavels van de woningen. Deze is zo vormgegeven en beschermd dat er op basis van het bestemmingsplan geen kadewanden kunnen ontstaan.