Plan: | Hofstad III Loerik V |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0321.0340BPHS3BLOERIK5-VAST |
De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet dient bij het opstellen van een bestemmingsplan aandacht te worden besteed aan het aspect 'geluid'.
In de Wet geluidhinder is een zonering van industrieterreinen, wegen en spoorwegen geregeld. Enerzijds betekent dit dat (geluids)eisen worden gesteld aan de milieubelastende functies, anderzijds betekent dit dat beperkingen worden opgelegd aan milieugevoelige functies.
Voor de 12 vergunde woningen aan de Tulpentuin 10-16 en 25-32 is akoestisch onderzoek niet nodig. Deze zijn immers reeds vergund. Dit bestemnmingsplan biedt geen ruimte voor extra woningen of een situering dichter bij relevante geluidsbronnen. Hier is derhalve geen akoestisch onderzoek nodig. Voor het deelgebied Hofstad III geldt het volgende.
Industrielawaai
Er geldt ten aanzien van het plangebied geen geluidszone vanwege industrielawaai. Onderzoek is derhalve niet nodig.
Spoorlawaai (railverkeerslawaai)
In principe is akoestisch onderzoek verplicht vanwege de ligging van het plangebied binnen de geluidzone van de spoorlijn. In 2012 is er akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting vanwege railverkeerslawaai voor het opstellen van geluidsbelastingkaarten over het jaar 2011. De resultaten van dat onderzoek kunnen formeel niet in de plaats komen van een akoestisch onderzoek in het kader van vaststelling van een bestemmingsplan. Uit de geluidsbelastingkaart voor railverkeerslawaai (zie onderstaande uitsnede) kan echter afgelezen worden, dat de te verwachten geluidbelasting op woningen in het plangebied lager is dan 50 dB Lden en voor het overgrote deel zelfs lager dan 45 dB Lden. Omdat daarmee ruimschoots voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB Lden voor railverkeerslawaai kan gesteld worden dat aanvullend akoestisch onderzoek ten behoeve van dit bestemmingsplan niet nodig is.
Afbeelding 10: uitsnede geluidsbelastingkaart voor railverkeerslawaai
Wegverkeer
In artikel 74 van de Wetgeluidhinder is bepaald, dat zich langs alle wegen een geluidzone bevindt. Dit is de zone langs een weg waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd indien binnen die zone nieuwe woningen mogelijk worden gemaakt. Uitzondering hierop zijn volgens de Wet geluidhinder de wegen die zijn gelegen binnen een woonerf of wegen waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur.
De breedte van die zone hang af van het aantal rijstroken en de ligging van de weg in stedelijk dan wel buitenstedelijk gebied. In onderstaande tabel is een overzicht weergegeven van de geldende breedte van geluidszones per type weg.
De zone van de Rondweg is 200 meter. De overige wegen zijn 30 kilometerwegen. Aangezien de Rondweg op meer dan 200 meter afstand van het plangebied is gelegen is in het kader van de Wet geluidhinder geen akoestisch onderzoek nodig.
Geluid vanwege schoolplein
Het geluid afkomstig van stemmen op een buitenterrein is conform artikel 2.18 lid 1a en lid 1i in het Activiteitenbesluit uitgesloten van toetsing. In het kader van een goede ruimtelijke ordening, moet wel worden overwogen of de geluidgevolgen op de geprojecteerde woningen ten gevolge van de kinderstemmen moet worden onderzocht. Het schoolplein bij De Vlinder is in de open lucht op het buitenterrein gelegen op circa 40 meter van de dichtstbijzijnde geprojecteerde woningen.
In de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering (2009) geldt dat tussen een rustige woonwijk en de perceelsgrenzen van een school een afstand van ten minste 30 meter dient te worden aangehouden. Indien aan deze afstand, die wordt bepaald door het aspect geluid, wordt voldaan kan er in het kader van het bestemmingsplan van worden uitgegaan, dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat.
De afstand tussen het schoolplein en de geprojecteerde woningen bedraagt meer dan 30 meter. Het schoolplein vormt derhalve geen belemmering voor de beoogde woningbouw.