Het archeologisch erfgoed wordt binnen Nederland als waardevol beschouwd. De Monumentenwet legt de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het archeologische erfgoed grotendeels bij de gemeente. Sinds 1 september 2007 kent Nederland de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz). Vanaf de inwerkingtreding van deze (wijzigings)wet zijn gemeenten verplicht rekening te houden met archeologische waarden in de bestemmingsplannen.
Als instrument om een goed onderbouwde belangenafweging te kunnen maken heeft de gemeente Bunnik een archeologische beleidskaart laten ontwikkelen. Deze is door de gemeenteraad op 13 oktober 2011 vastgesteld. Op de archeologische beleidskaart staan archeologische monumenten en verwachtingszones aangegeven waaraan maatregelen zijn gekoppeld die in de bestemmingsplannen kunnen worden opgenomen. Het gaat dan met name om oppervlakte- en diepteondergrenzen. Indien een plangebied groter is dan de gestelde oppervlakte-ondergrens en de ingreep dieper gaat dan de diepte-ondergrens dient archeologisch onderzoek conform de Archeologische MonumentenZorg-Cyclus (AMZ-cyclus) te worden uitgevoerd.
Binnen de dorpskern van Odijk bevinden zich op de gemeentelijke beleidskaart drie soorten archeologische terreinen:
- Gebieden of terreinen met een archeologische waarde (categorie 2). Binnen de kern van Odijk zijn twee van dergelijke terreinen gelegen. Het betreft een Archeologische Monumentkaart (AMK)-terrein van hoge archeologische waarde met toponiem Singel/Schoudermantel (nr. 2.214; resten uit de vroege middeleeuwen en mogelijk uit de Romeinse tijd) en een AMK-terrein van hoge archeologische waarde met toponiem centrum (historische dorpskern van Odijk; nr. 12.214).
- Gebieden met een hoge archeologische verwachting (categorie 3). Deze zijn met name gebaseerd op het voorkomen van de Kromme Rijn stroomgordel in de ondergrond. Stroomgordels lagen in de prehistorie hoog en droog in een overwegend nat landschap en waren daarom een geliefde vestigingsplaats. De Kromme Rijn stroomgordel is actief vanaf de bronstijd tot in de late middeleeuwen.
- Gebieden met een middelhoge archeologische verwachting (categorie 4). Deze gebieden hebben een iets lagere trefkans op vindplaatsen vanwege hun ligging verder van de rivier af, vanwege verspoeling door de rivier of omdat er weinig aanwijzingen voor bewoning in de vorm van archeologische vondsten bekend zijn.
Een deel van de dorpskern van Odijk heeft een lage of geen archeologische verwachting. Dit zijn delen waar al archeologisch onderzoek plaatsgevonden heeft of waar de bodem al verstoord is door nieuwbouw, diepe ontgrondingen of door erosie door de Kromme Rijn.
Op basis van het gemeentelijke beleid gelden de volgende regels voor bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten binnen de verschillende archeologische (verwachtings)zones:
- Voor de gebieden met een archeologische waarde (dubbelbestemming Waarde Archeologie 2) geldt een onderzoeksplicht, conform de AMZ-cyclus bij verstoringen en te bebouwen oppervlakten van in totaal groter dan 100 m2 en dieper dan 0,5 m onder maaiveld.
- Voor de gebieden met een hoge archeologische verwachting (dubbelbestemming Waarde Archeologie 3) geldt een onderzoeksplicht, conform de AMZ-cyclus bij verstoringen en te bebouwen oppervlakten van in totaal groter dan 500 m2 en dieper dan 0,5 m onder maaiveld.
- Voor de gebieden met een middelhoge archeologische verwachting (dubbelbestemming Waarde Archeologie 4) geldt een onderzoeksplicht, conform de AMZ-cyclus bij verstoringen en te bebouwen oppervlakten van in totaal groter dan 5.000 m2 en dieper dan 1 m onder maaiveld.
- Voor bodemingrepen in gebieden met een lage archeologische verwachting of geen archeologische verwachting geldt geen archeologische onderzoeksplicht.
Planspecifiek
Binnen dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen gepland. Het betreft een conserverend bestemmingsplan. De zones met een vastgestelde waarde, een hoge archeologische verwachting en een middelhoge verwachting dienen een dubbelbestemming Waarde Archeologie te krijgen op de Plankaart. Er zijn geen belemmeringen voor het aspect archeologie.