direct naar inhoud van Artikel 11 Groen - Landgoed
Plan: Buitengebied Bunnik 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0312.bpBNKbuitenge2011-va01

Artikel 11 Groen - Landgoed

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en herstel van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen ruimtelijke karakteristiek, cultuurhistorische waarden en natuur- en landschapswaarden van de betreffende landgoederen, inclusief tuinen en parken;
  • b. extensieve openluchtrecreatie;
  • c. de instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen,
  • d. de functies die in onderstaande tabel zijn aangegeven:
Ter plaatse van   Functies   bestaande   max.   max.   max.   aantal  
de aanduiding     oppervlakte   oppervlakte   goothoogte   bouwhoogte   woningen,  
    gebouwen   gebouwen   gebouwen   gebouwen   waarvan (..)  
    in m 2   in m 2   in m *   in m *   buiten  
            hoofdgebouw  
specifieke vorm van groen - 1

'Nieuw Amelisweerd'  
wonen, tuinbouw, cateringbedrijf, bakkerij en bloembinderij   905   1040   8,5   13,5   3(2)  
specifieke vorm van groen - 2

'Oud Amelisweerd'  
wonen, bedrijfskeuken, informatie- centrum met horeca, museum   833   958   10,5   16   2(1)  
specifieke vorm van groen - 3

'Rhijnauwen'  
jeugdherberg met horeca, pension, hotel   599   689   12   17   2(1)  
specifieke vorm van groen - 4

'Beverweert'  
kasteel incl. kantoor tot 1600 m2 en restaurant tot 800 m2 bruikbaar vloeroppervlak   657   657   27   29   0  
  koetshuis, incl. zorggerelateerde voorzieningen   403   403   13   18   0  
  zorgwoningen **   0   3000   13   13   69  
  poortgebouw   0   500   13   13   0  
* het betreft de maximale goothoogte en bouwhoogte van de hoofdgebouwen.  
** bijbehorende parkeervoorzieningen uitsluitend ondergronds  

  • e. daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen fiets- en wandelpaden en parkeerplaatsen.
11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

11.2.1 Algemeen:
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan voor de betreffende aanduiding in de tabel in lid 11.1 onder d is aangegeven;
  • b. de afstand van gebouwen tot de as van de weg dient minimaal 15 meter te bedragen, of niet minder dan de bestaande afstand, indien die minder dan 15 meter bedraagt;
  • c. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan voor de betreffende aanduiding in de tabel in lid 11.1onder d is aangegeven;
  • d. de goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter respectievelijk 6 meter, of niet meer dan de bestaande goot- en bouwhoogte, indien die meer bedraagt;
  • e. indien binnen het betreffende bestemmingsvlak een bouwvlak is aangeduid, mogen de gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

11.2.2 Woningen:
  • a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan voor de betreffende aanduiding in de tabel in lid 11.1 onder d is aangegeven, met dien verstande dat de woning in het hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 1', mag bestaan uit maximaal 17 onzelfstandige wooneenheden (kamers);
  • b. de inhoud van woningen, niet zijnde het hoofdgebouw, mag niet meer bedragen dan 600 m³.

11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. een buitenrijbaan is uitsluitend met een afwijking toegestaan, zoals genoemd in Artikel 31 onder i;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken, geen gebouwen   Bouwhoogte in meters  
terrein- of erfafscheidingen   2  
lichtmasten   4  
overkappingen   4  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   6  
11.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

De voor 'Groen - Landgoed' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt op een wijze waardoor de cultuurhistorische waarden als bedoeld in lid 11.1 worden of kunnen worden aangetast.

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 voor het gebruiken van de gronden als standplaats voor ten hoogste 15 kampeermiddelen, mits:

  • a. de standplaatsen in aansluiting op de bestaande bebouwing worden gerealiseerd, waarbij de afstand tot het dichtst bij gesitueerde gebouw niet meer dan 20 m mag bedragen;
  • b. kampeermiddelen uitsluitend aanwezig zijn gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 oktober;
  • c. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van het kampeerterrein, zoals sanitaire ruimten, niet meer bedraagt dan 50 m²;
  • d. de goothoogte en bouwhoogte van de onder c bedoelde gebouwen maximaal 3 m respectievelijk 4,5 m bedraagt;
  • e. een positief advies is ontvangen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.