direct naar inhoud van 5.2 Geluidhinder
Plan: Bilthoven Noord 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01

5.2 Geluidhinder

Wettelijk kader

De Wet geluidhinder (Wgh) en de aanvulling Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid (SWUNG-1) bieden een toetsingskader voor het geluidniveau op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen en scholen. De wet kent een ondergrens, de zogenaamde voorkeursgrenswaarde. Wanneer de geluidbelasting lager is dan deze waarde, zijn de voorwaarden die de Wet geluidhinder stelt aan het realiseren van geluidgevoelige bestemmingen niet van toepassing. Daarnaast is er in de wet een bovengrens opgenomen, de maximaal toelaatbare geluidbelasting. Indien de geluidbelasting hoger is dan deze waarde, is het realiseren van geluidgevoelige bestemmingen in principe niet mogelijk.

Wanneer de geluidbelasting tussen de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare geluidbelasting ligt, is het realiseren van geluidgevoelige bestemmingen aan beperkingen gebonden en alleen onder voorwaarden mogelijk. Dit wordt een 'hogere waarde' genoemd ('hoger' in de zin van hoger dan de voorkeursgrenswaarde) en wordt via een formele procedure vastgelegd.

Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) artikel 74 hebben alle wegen een geluidzone. Uitzondering hierop zijn woonerven, 30 km/uur gebieden. De zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en of een weg binnen of buitenstedelijk is gelegen.

Voor de bepaling van de maximale vast te stellen geluidbelasting houdt de Wet geluidhinder rekening met de ligging van de geluidgevoelige bestemmingen en wordt onderscheid gemaakt tussen stedelijk en buitenstedelijk gebied. Binnen stedelijk gebied gelden over het algemeen minder strenge normen.

Algemene situatie plangebied

Geluidhinder is in belangrijke mate bepalend voor de leefkwaliteit en eventuele bouwmogelijkheden. Binnen het plangebied wordt geluidhinder hoofdzakelijk veroorzaakt door de provinciale weg (N234), de Soestdijkseweg Noord, de Jan Steenlaan, de Handellaan, de Gezichtslaan en de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. De overige wegen betreffen 30km/uur wegen.

Het bestemmingsplan voorziet in het vastleggen van de bestaande situatie. Het nieuw realiseren van geluidgevoelige bestemmingen (zoals woningen) is niet bij recht toegestaan, wel via een wijzigingsbevoegdheid.

Wegverkeer

Op basis van artikel 74 van de Wgh hebben alle wegen een geluidzone. Uitzondering hierop zijn woonerven en 30 km/uur-gebieden. De zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en of een weg binnen- of buitenstedelijk is gelegen.

Zoals eerder gezegd biedt dit plan geen mogelijkheden voor het realiseren van nieuwe woningen langs bestaande wegen. Omdat het plan alleen uitgaan van de bestaande situatie is in principe geen akoestisch onderzoek noodzakelijk.

Bij het realiseren van nieuwe woningen via de wijzigingsbevoegdheid moet te zijner tijd wel rekening worden gehouden de voorkeursgrenswaarde en eventuele ontheffing hogere grenswaarden.

De voorkeursgrenswaarde voor de gevelbelasting van woningen bedraagt 48 dB (artikel 82 Wgh). Hiervan kan ontheffing verleend worden tot ten hoogste 63 dB in stedelijk gebied (artikel 83 lid 2 Whg). In buitenstedelijk gebied kan tot ten hoogste 53 dB ontheffing verleend worden. Voor 'vervangende nieuwbouw' voorziet de Wgh in een aparte regeling in artikel 83 lid 5: er mag ontheffing worden verleend tot 68 dB.

Relevante bronnen waarvoor eventueel hogere waarden moeten worden aangevraagd voor de nieuw te bouwen woningen als maatregelen niet gewenst of haalbaar zijn de Jan Steenlaan, Handellaan, Gezichtslaan, Soestdijkseweg Noord en de N234. Het maximale ontheffingsplafond van 63 dB (68 dB voor vervangende nieuwbouwwoningen) wordt niet overschreden.

Voor de woningen waarvoor een hogere waarde wordt verzocht vanwege wegverkeerslawaai dient vervolgens te worden aangetoond dat de vereiste binnenwaarde van 33 dB niet wordt overschreden.

Spoorweglawaai

De zuidelijke grens van het plangebied wordt gevormd door de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. Ook in relatie tot deze spoorlijn geldt dat het bestemmingsplan het niet bij recht mogelijk maakt nieuwe woningen toe te voegen. Akoestisch onderzoek is dan ook niet noodzakelijk.

Eventuele nieuwe woningen (via de wijzigingsbevoegdheid) binnen de zone van het spoor moeten op grond van artikel 105 Wgh getoetst worden aan de voorschriften uit het Besluit geluidhinder (Bgh), een AMvB van 20 oktober 2006. De voorkeursgrenswaarde voor de gevelbelasting van woningen bedraagt 55 dB (artikel 4.9 Bgh). Hiervan kan ontheffing worden verleend tot ten hoogste 68 dB (artikel 4.10 Bgh).

Voor de woningen waarvoor een hogere waarde wordt verzocht vanwege railverkeerslawaai dient vervolgens te worden aangetoond dat de vereiste binnenwaarde van 35 dB niet wordt overschreden.

In onderstaande afbeelding staan de geluidscontrouren van de spoorlijn Utrecht-Amersfoort.

afbeelding "i_NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01_0030.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01_0031.jpg"

Figuur 5.1: Gemiddelde geluidbelasting per etmaal van spoorlijn Utrecht-Amersfoort

Wijziging en hogere waarden

Met de Crisis en Herstelwet (CHW) is het door wijziging van de Wgh mogelijk om voor situaties die betrekking hebben op industrielawaai en wegverkeerslawaai ook hogere waarden vast te stellen (en te toetsen) in de procedure voor een uitwerking- of wijzigingsplan. Voor deze wijziging moest bij het moederplan (waarin de uitwerkings- of wijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen) eventueel noodzakelijke hogere waarden worden vastgesteld. In het geval dat er geen hogere waarde wordt vastgesteld bij het moederplan kan worden volstaan met een meer globale akoestische beschouwing waarin in ieder geval wordt onderbouwd dat de gewenste wijzigings- en/of uitwerkingsbevoegdheid akoestisch mogelijk is.

In het plangebied zijn enkele locaties, waar nieuwbouw mogelijk is (met gebruikmaking van een wijzigingsbevoegdheid), waarbij sprake is van een geluidsbelaste situaties.

Ten gevolge van wegverkeer op de provinciale weg N234 liggen aangrenzende percelen in een zone waarbij de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. De maximale ontheffingwaarde wordt echter niet overschreden.

Ten gevolge van wegverkeer op de overige wegen liggen aangrenzende percelen veelal in een zone waarbij de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden.

Ten gevolge van de spoorlijn liggen meerdere percelen in de omgeving in een zone waarbij de voorkeursgrenswaarde van 55 dB wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde van 68 dB wordt echter niet overschreden.

Mits de juiste akoestische maatregelen worden genomen, is nieuwbouw dus mogelijk. Er zal in het wijzigingsplan moeten worden aangetoond dat een acceptabel woon en leefklimaat gegarandeerd is. Dit is mogelijk met behulp van maatregelen aan de woning.

De zones vanwege wegverkeerslawaai en spoorweglawaai zijn op de verbeelding weergegeven. In deze zones zijn aanvullende voorwaarden gesteld aan het mogelijk maken van een extra woning.