direct naar inhoud van 4.9 Archeologie
Plan: ABC cluster Liendert e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00084-0301

4.9 Archeologie

Algemeen

In 1992 hebben de lidstaten van de Raad van Europa het verdrag van Malta ondertekend. Het verdrag van Malta (ook bekand als het verdrag van Valletta) heeft als doel het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het gaat hierbij om archeologische resten als nederzettingen, grafvelden en gebruiksvoorwerpen.

In het verdrag zijn drie belangrijke principes genoemd om het archeologisch erfgoed te beschermen:

  • 1. Streven naar behoud van archeologische waarden op de oorspronkelijke plaats, aangezien de bodem zorgt voor een goede conservering van archeologische resten;
  • 2. Tijdig rekening houden met de mogelijkheid van of aanwezigheid van archeologische waarden bij ruimtelijke ontwikkelingen, door vooraf onderzoek te doen naar de ondergrond. Door tijdig onderzoek te verrichten kunnen archeologische waarden makkelijker veilig worden gesteld;
  • 3. De verstoorder (vaak de initiatiefnemer van een ruimtelijke ontwikkeling) betaalt voor het doen van opgravingen en het documenteren van archeologische waarden, wanneer behoud op de oorspronkelijke plaats niet mogelijk is.

In Nederland is op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking getreden (waarmee de monumentenwet 1988 is gewijzigd). Hiermee zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta (1992) in de Nederlandse wetgeving opgenomen. Bovenstaande principes zijn nu stevig verankerd in de wet en daarmee ook in de ruimtelijke ordening.

Archeologische beleidskaart 
In lijn met de nieuwe Nederlandse archeologiewetgeving is een al bestaande Amersfoortse kaart met archeologisch belangrijke plaatsen (ABP-kaart) omgezet in een archeologische beleidskaart waar per gebied wordt aangegeven hoe moet worden omgegaan met de archeologie bij het ontwikkelen en uitvoeren van plannen / bodemverstorende projecten. Deze archeologische beleidkaart is samen met de erfgoedverordening op 28 september 2010 vastgesteld door de gemeenteraad en kent een onderverdeling in gebieden met verschillende kleuren. Per gebied is een beleidsadvies geformuleerd. Dit plangebied kent een middelhoge archeologische verwachting.

Bescherming per gebied  

Ter voldoening aan artikel 38a van de Monumentenwet nemen we in bestemmingsplannen een regeling ten aanzien van de archeologische monumenten op, voor zover die al niet (anderszins) zijn beschermd via de Monumentenwet. Sommige gebieden op de archeologische beleidskaart zijn al beschermd via de Monumentenwet. Dit zijn veelal rijksmonumenten met een hoge bescherming, deze hoeven dan ook niet meer specifiek op de verbeelding van het bestemmingsplan te worden aangegeven voor extra bescherming.

Voor de overige gebieden is in het bestemmingsplan een regeling opgenomen om de waarden onder de grond te beschermen. In dit plan gebeurt dit via een verplichting om een omgevingsvergunning aan te vragen bij ingrepen in de bodem vanaf een minimum aantal m2.

------------

Artikel 38a Monumentenwet:

"De gemeenteraad houdt bij de vaststelling van een bestemmingsplan of een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.1, onderscheidenlijk artikel 3.38, van de Wet ruimtelijke ordening en bij de bestemming van het in het plan begrepen grond, rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten."

------------

Regeling in bestemmingsplan ABC cluster Liendert

Vanwege het grote ruimtelijke belang van archeogische waarden en de wettelijke plicht om in bestemmingsplannen rekening te houden met archeologie is in dit bestemmingsplan een dubbelbestemming 'waarde-archeologie' opgenomen. Met deze dubbelbestemming maken we duidelijk dat archeologie op zichzelf moet worden beoordeeld en dat archeologie ten opzichte van de andere bestemming(en) van primair belang is. De dubbelbestemming omvat een regeling voor het bouwen op en gebruik van grond, dat een zwaarder gewicht heeft dan de regeling voor de andere bestemmingen op dezelfde locatie. In de regeling haken we aan op het beleid dat beschreven is in de erfgoedverordening van de gemeente Amersfoort, waar een archeologische beleidskaart deel van uitmaakt. Hiermee zijn initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen verplicht om onderzoek te doen naar archeologische waarden in het gebied voordat eventuele bouwwerkzaamheden beginnen. Aangetroffen archeologische resten in een gebied moeten verplicht veilig worden gesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00084-0301_0040.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00084-0301_0041.jpg"

Uitsnede uit de Archeologische beleidskaart.

In het plangebied van dit bestemmingsplan komen alleen gebieden met een middelhoge archeologische verwachting voor. Deze gebieden zijn geel gekleurd op de archeologische beleidskaart. De trefkans op archeologische sporen is hier aanwezig, maar in geringere mate dan bij de hoge verwachtingsgebieden. Het gebied wordt gekenmerkt door dekzanden en hier en daar hogere ruggen en koppen. Dit soort gebieden waren aantrekkelijk voor jager-verzamelaars, maar kunnen ook bewoningsporen uit de Nieuwe Steentijd en de IJzertijd bevatten.

In het bestemmingsplan is een dubbelbestemming 'waarde-archeologie' opgenomen, waarin staat dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij bodemingrepen dieper dan 30 cm en groter dan 500 m2. Deze onderzoeksbepaling wordt standaard opgenomen voor gebieden met een middelhoge archeologische verwachting.