Plan: | Park Schothorst e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00068-0301 |
De voor 'Groen -3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in deze gronden zijn uitsluitend niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
(beeldende) kunstwerken | 10 m |
lichtmasten, andere masten, wegwijzers, verkeerstekens en -regelinstallaties | 6 m |
speeltoestellen | 5 m |
geluidwerende voorzieningen | 1,5 m |
hekwerken en overige terreinafscheidingen | 1,5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
ter plaatse van de aanduiding 'antennemast': een antennemast | 37,5 m |
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening nadere eisen stellen aan de plaats, afmetingen en vormgeving van gebouwen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken en om redenen van stedenbouwkundige inpasbaarheid.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 en teneinde parkeervoorzieningen, wegen, fiets- en voetpaden ten dienste van de bestemming aan te leggen en te gebruiken, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 7.2.2 voor het bouwen van andere bouwwerken met een afwijkende hoogte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 onder i, voor het toestaan van speelvoorzieningen op een locatie waar geen aanduiding “speelvoorziening” is opgenomen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Ter waarborging van het landschappelijke karakter van het plangebied is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het in sublid 7.6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in de voorgaande leden, zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in voorgaande leden bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.