direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Waardenburg-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0304.BPwaardenburgwest-1303

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Visie wonen en werken 2002-2011

In de Visie wonen en werken 2002 -2011 zijn met name de ruimtelijke mogelijkheden voor wonen en werken uitgewerkt. Per kern worden potentiële ontwikkelingslocaties (inbreidings- en uitbreidingslocaties) beschreven en beoordeeld op ruimtelijke kwalitatieve en milieuhygiënische geschiktheid en op de risico’s die aan het ontwikkelen van een locatie zitten. Daarbij is uitgegaan van de verstedelijkingscontouren zoals vastgesteld in het kader van het Experiment Ruimtelijk Beleid Rivierenland. Inmiddels zijn door de provincie in het Streekplan Gelderland 2005, in de uitwerking daarop en in het voorontwerp Ruimtelijke verordening Gelderland nieuwe zoekzones vastgesteld.

3.4.2 Woonvisie Neerijnen 2012 - 2020

Gemeente Neerijnen heeft op 28 juni 2012 de Woonvisie 2012-2020 vastgesteld. De Woonvisie rust op vier uitgangspunten:

  • Behoud van de identiteit en het rustieke en landelijke karakter van de gemeente.
  • Voldoen aan de woningbehoefte van degenen die graag in de gemeente willen wonen.
  • Afstemming van het beleid op wat per kern nodig is, rekening houdend met maat en schaal van de dorpen, de noodzaak van de koppeling van (zorg)voorzieningen aan het wonen en de ruimtelijke context.
  • Beleidsontwikkeling in samenspraak met Woonstichting De Kernen en Woningbouwvereniging De Goede Woning Neerijnen.

Centraal in de Woonvisie staat de vraag hoe de gemeente tot een beter evenwicht kan komen tussen het huidige planaanbod en de verwachte vraag.

Anders dan in de eerdere Woonvisie uit 2010 kiest de gemeente thans niet voor een kwantitatieve groei, maar vooral voor de kwalitatieve ontwikkeling van de gemeente.

Daarbij staan de volgende uitgangspunten voorop:

  • Behoud van de identiteit en het rustieke en landelijke karakter van de gemeente. Deze doelstelling was ook al in de woonvisie 2010 opgenomen.
  • Voldoen aan de woningbehoefte van degenen die graag in de gemeente willen wonen.
  • Het beleid afstemmen op wat per kern nodig en mogelijk is om aan de behoefte te voldoen. De beleidsontwikkeling in samenspraak met de beide corporaties tot stand brengen.

Het woningmarktonderzoek Neerijnen 2011 geeft aan dat de woningvoorraad in de gemeente Neerijnen tot het jaar 2020 met 560 woningen uitgebreid zal moeten worden. Vanwege mogelijke vertragingen en planuitval is er 30% meer plancapaciteit noodzakelijk. Dat komt neer op een capaciteit voor 728 woningen. Deze omvang is regionaal ook afgesproken met de provincie (afgerond op 730).

Ten aanzien van de kern Waardenburg wordt geconcludeerd dat de (eigen) behoefte, die tot 2020 in het dorp ontstaat, 208 woningen bedraagt. Waardenburg kent op grond van de bekende woningbouwplannen een zeer groot tekort aan plancapaciteit. Capaciteitsuitbreiding is nodig, waarbij met name gericht moet worden op de huisvesting van senioren en starters en waarbij minimaal 30 — 50% in de huursector moet worden gerealiseerd.

Onderhavig plan betreft een conserverend plan dat niet uit gaat van ontwikkelingen. Wel kunnen door middel van wijzigingsbevoegdheden enkele ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden, waarbij enkele (bedrijfs)woningen mogelijk zijn. Deze eventuele groei van het aantal woningen kan de ontbrekende capaciteit van Waardenburg aanvullen. Onderhavig plan sluit daarmee aan bij de woonvisie.

3.4.3 Nota economie op koers 2005

De algemene doelstelling van het economisch beleid van de gemeente Neerijnen is het stimuleren van economische activiteiten die bijdragen aan de leefbaarheid van de dorpen en het stimuleren van de brede agrarische bedrijfsvoering. Het gemeentelijk beleid richt zich nadrukkelijk op terreinen waar de gemeente invloed kan en wil uitoefenen (voorwaardenscheppend op het gebied van ruimtelijke ordening). Hierbij ligt het accent op behoud van de bestaande en startende bedrijvigheid.

Een zeer belangrijk deel van het detailhandelsaanbod in de gemeente Neerijnen functioneert op een goede wijze. Het toekomstperspectief wordt echter bedreigd door enkele voornamelijk ruimtelijke problemen als parkeren en omvang. Indien een aantal knelpunten voor betrokken winkeliers worden opgelost, mag worden aangenomen dat de detailhandel in Neerijnen nog jarenlang op een verantwoorde wijze zal kunnen functioneren en daarmee haar belangrijke bedienende functie voor de lokale bevolking kan voortzetten.

De gemeente wil nieuwe recreatiemogelijkheden ontwikkelen en stimuleren. Die mogelijkheden moeten een kleinschalig karakter dragen en passen binnen het typische karakter van de gemeente. Het gaat dan onder andere om het realiseren van ruige paden en routes in natuurgebieden, het verbeteren van recreatieve mogelijkheden voor de eigen bevolking en inwoners uit de omgeving en het scheppen van randvoorwaarden voor kleinschalige verblijfsrecreatie.

3.4.4 Structuurvisie Neerijnen 2020

De gemeente Neerijnen werkt aan een ontwerp structuurvisie. Hierover zijn gesprekken gevoerd met de inwoners in de maanden november en december in 2011. De structuurvisie is zowel omwille van de gewijzigde wetgeving als beleidsinhoudelijke motieven opgesteld. Bij het opstellen van de structuurvisie is invulling gegeven aan twee opgaven:

  • een evaluatie van de samenhang en actualiteit van de verschillende beleidsuitgangspunten binnen de gemeente. Wanneer nodig zij de beleidsuitgangspunten bijgesteld;
  • het nader concretiseren van de zoekzones voor landschapsversterking uit het Streekplan (structuurvisie) Gelderland 2005.

In de structuurvisie wordt het ingezette beleid uit de Visie Wonen en Werken waarnodig aangevuld, aangescherpt en bijgesteld. Ieder kern binnen de gemeente wordt specifiek beschreven. Hierbij wordt het bestaande beleid ten aanzien van de verschillende sectorale aspecten weergegeven.

3.4.5 Welstandsnota

Sinds 1 juli 2004 kan welstandstoetsing van bouwplannen alleen nog maar plaatsvinden als de gemeente beschikt over een welstandsnota. De gemeente Neerijnen beschikt over een dergelijke nota.

In de welstandsnota worden per kern verschillende gebiedstypen onderscheiden. Per type zijn in de nota specifieke welstandscriteria geformuleerd. De kaart met gebiedstypen is in hoofdstuk 2 'Beschrijving bestaande situatie' weergegeven. Het gaat om de gebiedstypen:

  • Gemengde bebouwing; Het beleid is vooral gericht op het behoud van het individuele karakter van de panden passend in het beeld van de historisch gegroeide context. Bij aanpassingen en renovatie dient het oorspronkelijke architectonische karakter van de bebouwing als uitgangspunt te worden genomen. Moderne interpretaties van het architectonische karakter zijn binnen dit diverse karakter mogelijk. Bij nieuwbouw is het essentieel dat de gebiedskenmerken tot uitgangspunt worden genomen en dat er een bijdrage wordt geleverd aan de eenheid van het straatbeeld. Deze kunnen met de nodige terughoudendheid in een eigentijdse architectuuropvatting worden uitgewerkt. Behoud van het veelal verticale karakter van de gevelopbouw en van de kenmerkende plasticiteit in het gevelvlak is daarbij essentieel. Karakteristiek voor de Steenweg is de schuine richting van de bebouwing ten opzichte van de weg. Bij de Achterweg staat de bebouwing evenwijdig aan de straat.
  • Het zuid-westelijk plangebied heeft naast het gebiedstype 'gemengde bebouwing' ook een aanduiding voor 'dijkbebouwing binnen de bebouwde kom'. De gemeente wil nieuwe recreatiemogelijkheden ontwikkelen en stimuleren. Die mogelijkheden moeten een kleinschalig karakter dragen en passen binnen het typische karakter van de gemeente. Het gaat dan onder andere om het realiseren van ruige paden en routes in natuurgebieden, het verbeteren van recreatieve mogelijkheden voor de eigen bevolking en inwoners uit de omgeving en het scheppen van randvoorwaarden voor kleinschalige verblijfsrecreatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0304.BPwaardenburgwest-1303_0006.png"

Figuur 3.4: Welstandsgebieden plangebied Waardenburg-West

3.4.6 Beleidsnota archeologie

De gemeente heeft een archeologische inventarisatie voor het gehele Neerijnense grondgebied uitgevoerd en vertaald naar een archeologische verwachtingen- en beleidskaart. Met de vaststelling van de archeologische waarden- en verwachtingenkaart door de gemeenteraad is er in de toekomst niet meer voor elk afzonderlijk bouwplan een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Gebieden met een lage verwachting worden pas vanaf één hectare onderzoeksplichtig gesteld.

Bij toekomstige ontwikkelingen op plaatsen met een reeds bekende archeologische waarde (de zogenaamde AMK-terreinen) en de historische dorpskernen zal verstoring van de diepere ondergrond zoveel mogelijk moeten worden voorkomen of beperkt. Bij ingrepen vanaf 100 m² zullen deze waardevolle gebieden zelfs aan een (bureau)onderzoek en nadere afweging onderworpen moeten worden. Waar behoud in de bodem niet realiseerbaar is, zullen de consequenties voor wat betreft de aantasting van het bodemarchief in een zo vroeg mogelijk stadium inzichtelijk moeten worden gemaakt voor alle partijen die betrokken zijn bij de geplande ruimtelijke ontwikkeling.

In paragraaf 4.9 wordt nader ingegaan op archeologische waarden en cultuurhistorie in het plangebied.

3.4.7 Beleid inzake externe veiligheid

De gemeente Neerijnen wil haar burgers een veilige leefomgeving bieden. Om die verantwoordelijkheid in te vullen heeft de gemeente Neerijnen de beleidsvisie externe veiligheid vastgesteld.

De gemeente Neerijnen legt de nadruk op de uitbreiding van woonkernen, maar daarnaast wordt ook plaats geboden voor uitbreiding en vestiging van lokale ondernemingen. Op basis van de aard en de omvang van risicobronnen in de nabijheid van kwetsbare functies kan worden gesteld dat de gemeente momenteel een relatief laag risicoprofiel heeft. Dit wil de gemeente zo houden.

Het doel van de beleidsvisie is om een toetsingskader te bieden dat duidelijk maakt hoe met bestaande en toekomstige externe veiligheidsrisico’s dient te worden omgegaan. De beleidsvisie focust op nieuwe situaties. De essentie van de visie is weergegeven aan de hand van beleidsuitspraken op verschillende niveaus; algemene uitgangspunten, generieke beleidsuitspraken, gebiedsspecifieke beleidsuitspraken voor de meest risicovolle bedrijven en beleidsuitspraken voor overige risicoveroorzakende activiteiten. De opbouw impliceert een steeds verdergaande uitwerking, waarbij ook voorgaande stappen van toepassing zijn. Voor de genoemde risicovolle bedrijven en de overige risicoveroorzakende activiteiten gelden bijvoorbeeld ook de algemene uitgangspunten en de generieke uitspraken.

In paragraaf 4.4 wordt nader ingegaan op externe veiligheid in het plangebied.