De Geer

Artikel 18 Algemene wijzigingsregels

18.1 Waarde - Archeologie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:

• a. de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 4', geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
• b. aan gronden alsnog de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 4', toe te kennen indien uit aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.

18.2 Wro-zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Groen', 'Water' en 'Verkeer', met dien verstande dat:

• a. de op grond van de bestemming 'Agrarisch' toegelaten functies zijn gestopt;
• b. de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 6 en 8 meter bedraagt;
• c. de bedrijfspercelen voor maximaal 60% worden bebouwd;
• d. er minimaal 20% van het wijzigingsgebied als groen/water wordt ingericht;
• e. parkeren en laden en lossen geschiedt op eigen terrein;
• f. per bedrijfskavel maximaal één bedrijfswoning met een maximale inhoud van 600 m3 mag worden opgericht, met dien verstande dat de bedrijfswoning naar de openbare weg is georiënteerd;
• g. bedrijven t/m categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;
• h. een bedrijfsperceel een minimale oppervlakte van 1.500 m2 en een maximale oppervlakte van 2.500 m2 heeft;
• i. voor het overige de regels van de bestemming 'Bedrijf' van toepassing zijn;
• j. voordat herontwikkeling plaatsvindt dient met behulp van de noodzakelijke onderzoeken te worden aangetoond dat het plan milieutechnisch, financieel en ruimtelijk uitvoerbaar is.