direct naar inhoud van 2.1 Nationaal beleid
Plan: RECREATIETERREINEN 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01052-vg02

2.1 Nationaal beleid

2.1.1 Nota Ruimte

In de Nota Ruimte zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020 op Rijksniveau vastgelegd. In de Nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt. De nota heeft vier algemene doelen: versterken van de economie, krachtige steden en een vitaal platteland, waarborging van waardevolle groengebieden en veiligheid.

In de Nota Ruimte is de Ecologische Hoofdstructuur aangewezen. Samen met de Natuurbeschermings- wetgebieden en Natura2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijn) zijn deze gebieden van nationaal belang voor de bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere waarden en kenmerken van deze gebieden. Bescherming, instandhouding en ontwikkeling van daarbuiten gelegen kleinere natuurgebieden en leefgebieden van in (inter)nationaal verband beschermde soorten is de verantwoordelijkheid van provincies en gemeenten.

Voor de EHS-gebieden geldt een 'nee, tenzij'-benadering. De wezenlijke kenmerken en waarden van deze gebieden moeten in stand worden gehouden. Tenzij er geen reƫle alternatieven zijn en er sprake is van groot openbaar belang.

De primaire verantwoordelijkheid voor de basiskwaliteit van het Nederlandse landschap ligt bij de provincies. Een aantal bijzonder waardevolle gebieden is aangewezen als Nationaal Landschap. Voor deze gebieden heeft het Rijk een specifieke verantwoordelijkheid. Nationale landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten. Binnen de nationale landschappen is 'behoud door ontwikkeling' het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid. In algemene zin geldt dat binnen nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of versterkt; 'ja, mits'-regime. Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitwerking van het beleid voor nationale landschappen.

2.1.1.1 Nationaal Landschap

In de Nota Ruimte is een aantal gebieden aangewezen als Nationaal Landschap. De natuurlijke waarden in deze gebieden moeten waar mogelijk worden bewaard en beheerd. De Veluwe is aangewezen als een Nationaal Landschap vanwege de volgende kernkwaliteiten:

  • schaalcontrast van zeer open naar besloten;
  • actieve stuifzanden;
  • de grootte en aaneengeslotenheid van het bos.

Provincies dienen in hun streekplannen voldoende ruimte te scheppen om de veranderende behoefte aan toeristisch-recreatieve voorzieningen in de samenleving te faciliteren. Concreet betekent dit dat rekening moet worden gehouden met nieuwe vormen van recreatie en toerisme en met uitbreiding en aanpassing van de bestaande toeristische verblijfsrecreatieve voorzieningen. Het gaat daarbij ook om vergroting van de mogelijkheden voor recreatie als nevenactiviteit op agrarische gronden. In de volgende paragraaf komt de provinciale uitwerking aan bod.

2.1.2 Waterbeleid 21e eeuw

In Waterbeleid voor de 21e eeuw (augustus 2000) is door de Commissie Waterbeheer 21e eeuw advies uitgebracht aan het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Unie van Waterschappen inzake de wenselijke aanpassingen in de waterhuishoudkundige inrichting van Nederland met aandacht voor de gevolgen van klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling. Voor de gewenste veiligheid en ter voorkoming van overlast en schade moet naar de mening van de Commissie Waterbeheer het reeds ingezette beleid inzake waterberging worden voortgezet. De Commissie Waterbeheer ziet in de mogelijkheid om natuurontwikkeling te combineren met de aanpassing van het watersysteem een extra reden om te pleiten voor een meer op ruimte geconcentreerd waterbeleid. In dit bestemmingsplan is rekening gehouden met de uitgangspunten uit het Waterbeleid 21e eeuw.