direct naar inhoud van 2.3 REGIONAAL BELEID
Plan: STAKENBERGWEG 191-202
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01035-vg02

2.3 REGIONAAL BELEID

2.3.1 STREEKPLANUITWERKING FUNCTIEVERANDERING NOORD-VELUWE

Het streekplan Gelderland 2005 geeft aan de regio Noord-Veluwe de mogelijkheid om in regionaal verband specifiek beleid te ontwikkelen voor functieverandering van gebouwen in het landelijk gebied.

De regio heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door een Streekplanuitwerking Functieverandering uit te werken. In afzonderlijke gebieden kan hiermee maatwerk worden geleverd zodat de ruimtelijke en sociale kwaliteit van dat gebied nu en in de toekomst zo veel mogelijk gewaarborgd blijven. De regio Noord-Veluwe bestaat uit de gemeenten Epe, Heerde, Hattem, Oldebroek, Elburg, Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten.

Om te voorkomen dat het landelijk gebied verrommelt en de leefbaarheid van het landelijk gebied achteruit zal gaan, bestaan er mogelijkheden voor hergebruik van de vrijgekomen bebouwing via het opstarten van nevenactiviteiten of functieverandering naar werken of wonen. Wonen is een geschikte vorm van (her)gebruik van vrijgekomen gebouwen in het landelijk gebied. Gezien de aard, constructie, situering en dergelijke van de bebouwing is hergebruik van de aanwezige bebouwing vaak niet mogelijk (onder meer bij kalverstallen, kippenschuren en varkensstallen). Sloop en herbouw zijn dan gewenst.

Bij functieverandering naar wonen is gesteld dat maximaal 50% van de aanwezige, te slopen bebouwing mag worden gebruikt. De invulling is afhankelijk van de omgevingskwaliteit, het bestaande ensemble en het woningprogramma. Door het hergebruik, de herbouw, op maximaal 50% te stellen vindt er naast de geleverde kwaliteitsimpuls ook de gewenste ontstening van het landelijk gebied plaats. Binnen het plangebied wordt minder dan 50% herbouwd. Zie hiervoor het schema in paragraaf 1.3.

Aanvullende randvoorwaarden bij de functieverandering zijn dat de in het bestemmingsplan gelegen bouwvlakken verkleind worden, dat de compensatie geldt voor legaal gerealiseerde bebouwing, dat overtollige bebouwing wordt gesloopt en dat door de functieverandering geen knelpunten ontstaan in de verkeersontwikkelingen en geen belemmeringen ontstaan voor bestaande agrarische bedrijven in de omgeving. De functieverandering moet vastgelegd worden in een bestemmingsplan, waarbij per perceel de kwantitatieve en kwalitatieve randvoorwaarden in beeld worden gebracht. Dit plan voldoet aan deze randvoorwaarden.

2.3.2 KWALITATIEF WOONPROGRAMMA 2005-2014 (KWP2)

Om tot uitvoering te komen van het regionaal gedifferentieerde woonbeleid heeft de provincie Gelderland afspraken gemaakt met de regio’s en de daarin samenwerkende gemeenten en de woningcorporaties over de realisering van het regionaal kwalitatief woonprogramma. Dit afsprakenpakket is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma Gelderland 2000-2009 (KWP1), het derde deel c van de Woonvisie en vastgesteld in april 2004 door het College van Gedeputeerde Staten. Anderhalf jaar later is deze geactualiseerd voor de periode 2005-2014. Met de vaststelling van het Kwalitatief Woonprogramma 2005-2014 (kortweg KWP2 genoemd) is het KWP1 vervallen.

In paragraaf 5.5 van het KWP2 staat te lezen dat met de gemeente Nunspeet is afgesproken dat zij zich extra inspant om in het landelijk gebied het woonmilieu ‘landelijk wonen’ primair te realiseren door functieverandering, hergebruik van bestaande gebouwen en woningsplitsing (ambitie-indicatie voor de regio 90%), en secundair door nieuwbouw (in de vorm van uitbreiding van kernen). Verder zal de gemeente Nunspeet zich in regionaal verband extra inspannen om mee te werken aan het in de periode 2005 tot en met 2014 in de regio Noord-Veluwe realiseren van 9.500 woningen netto.

Aan de hierboven genoemde aandachtspunten komen de betreffende plannen aan de Stakenbergweg tegemoet. Ze passen daarmee binnen het Kwalitatief Woonprogramma.