direct naar inhoud van 5.9 Flora en Fauna
Plan: ELSPEET - NOORDWEST
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01025-vg01

5.9 Flora en Fauna

In Nederland is de bescherming van natuurwaarden in twee wetten geregeld, namelijk in de Flora- en faunawet (2002) en in de Natuurbeschermingswet (1998). De Flora- en faunawet is gericht op de bescherming van soorten, terwijl de Natuurbeschermingswet gericht is op de bescherming van leefgebieden.

5.9.1 Gebiedsbescherming

De Natuurbeschermingswet is gericht op het tegengaan van negatieve effecten op instandhoudings-doelstellingen (habitats en soorten) in beschermde gebieden.

Het plangebied maakt geen deel uit van een Natura 2000-gebied,beschermd natuurmonument of de Ecologische Hoofdstructuur.

Het dichtstbij gelegen Natura 2000-gebied ligt op meer dan 200 meter ten westen van het plangebied. Dit is redelijkerwijs een te grote afstand om negatieve effecten te verwachten. Omdat het plangebied omringd is door woningen, ligt het nog eens extra geïsoleerd ten opzichte van Natura 2000-gebied Veluwe. In of in de directe nabijheid van het plangebied bevinden zich geen beschermde natuurmonumenten.
Het dichtstbij gelegen EHS-gebied ligt op meer dan 200 meter. Aangezien de EHS geen externe werking heeft, heeft de voorgenomen ontwikkeling van Elspeet Noordwest hier geen negatieve effecten op. Op basis van het bovenstaande is geen vergunning nodig in het kader van de Natuurbeschermingswet.

5.9.2 Soortenbescherming

In de Flora- en faunawet is opgenomen dat bij ruimtelijke plannen met mogelijke gevolgen voor beschermde planten en dieren het verplicht is om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt te worden.

De voorgenomen ontwikkeling houdt ondermeer de bouw van 78 woningen op een braakliggend terrein en de sloop van een houtzagerij in. Het laten uitvoeren van een verkennend onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet is derhalve noodzakelijk.

Onderzoek
Voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan is in 2007 door Bureau Schenkeveld een quickscan (Bijlage 4) opgesteld. Om de toen geinventariseerde flora- en faunagegevens actueel te houden, is door Dirk Verheij in 2009 een actualisatie van deze quickscan opgesteld (zie Bijlage 5). De actualisatie is gebaseerd op een nieuw veldbezoek in maart 2009. Uit de beide quickscans blijkt dat:

  • de aard van de ingreep en omvang van de ontwikkeling geen significant negatief effect heeft op de natuur;
  • een nadere inventarisatie in het kader van vleermuizen in de omgeving van de te slopen houtzagerij noodzakelijk is;
  • ondanks de aanwezigheid van dassenburchten (op circa 600 m buiten het plangebied) het niet te verwachten is dat deze diersoort het gebied gebruikt om te foerageren;
  • er in het plangebied geen permanent bewoonde nesten of belangrijke rust- of foerageergebieden van vogels aanwezig zijn. Er broedt vermoedelijk een aantal algemene broedvogels in en rond dit plangebied. Daarom kan men ervan uitgaan dat geen verbodsbepalingen worden overtreden, als buiten het broedseizoen wordt begonnen met bouwactiviteiten en met in achtneming van de daarvoor bestemde gedragscodes;
  • er geen amfibieën, reptielen of vissen waargenomen zijn;
  • gezien de intensieve begrazing door pony's het gebied floristisch bezien een zeer geringe waarde heeft. Tijdens de quickscan uit 2007 is slechts één beschermde plant, namelijk de grote kaardenbol, aangetroffen. Deze groeit (-de) in een ruigte op het braakliggende terrein ten oosten van de houtzagerij (zie www.natuurloket.nl). In het gebied ligt nu een gronddepot.

In aansluiting op de twee bovenstaand vermelde onderzoeken is in februari 2012 door Faunaconsult het Flora- en faunaonderzoek te Elspeet-Noord opgesteld (zie Bijlage 6). In het kader van dit onderzoek zijn:

  • geen rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen. Daarnaast kan op basis van dit onderzoek geconcludeerd worden dat het plangebied niet wordt gebruikt als foerageergebied door vleermuizen;
  • in het plangebied geen sporen van dassen aangetroffen;
  • tijdens de veldbezoeken (9 en 10 juni 2010) steenuilen waargenomen;
  • tijdens het veldwerk geen beschermde planten in het plangebied gevonden;
  • tijdens het veldwerk geen reptielen of overige beschermde soorten aangetroffen.

Aanbevelingen
Op basis van de onderzoeksresultaten uit het onderzoek van Faunaconsult wordt geadviseerd om de werkzaamheden in het plangebied buiten het broedseizoen (periode van 15 maart - 15 juli) uit te voeren. Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren wordt schade aan vogels, eieren en vogelnesten voorkomen.

Naast bovenstaande aanbeveling moet een deel van het plangebied ingericht worden als optimale steenuilenhabitat. Dit houdt de volgende actiepunten in:

  • 1. de bebouwing waarin de steenuil nest, dient gesloopt te worden in de periode 1 september – 1 december in het jaar vóór de sloop van de woning aan de Nachtegaalstraat. Ter compensatie dienen er twee steenuilennestkasten in het gebied direct ten westen van de Nachtegaalstraat te worden geplaatst: vóór 1 november in het jaar vóór de sloop.
  • 2. inrichting van een gebied met een omvang van circa 1,55 ha (50% van oppervlakte plangebied) ten behoeve van de steenuil. Dit optimale leefgebied dient aan de westzijde van de Nachtegaalweg te worden ingericht. De inrichting van het optimale leefgebied dient gereed te zijn, voordat er leefgebied wordt vernietigd.

Met inachtneming van het broedseizoen en de mitigerende maatregelen voor de steenuil wordt de Flora- en Faunawet niet overtreden. Ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet is dan ook niet nodig.
Overigens geldt ten allen tijde de in de Flora- en Faunawet opgenomen 'algemene zorgplicht'.

Het aspect flora en fauna vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.