direct naar inhoud van 5.8 Water
Plan: ELSPEET - NOORDWEST
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01025-vg01

5.8 Water

Een belangrijke wettelijke verankering van de relatie tussen het bestemmingsplan en de waterhuishouding vond plaats in 2003, toen de zogenoemde watertoets in het Bro werd opgenomen. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. In het kader van de totstandkoming van een bestemmingsplan houdt de verplichting tot het opstellen van een watertoets in dat in een vroegtijdig stadium van de planvorming overleg plaatsvindt met de waterbeheerder. In een dergelijk overleg wordt stilgestaan bij de consequenties van het nieuwe ruimtelijke plan ten aanzien van de waterhuishouding en de te nemen waterhuishoudkundige maatregelen. De watertoets wordt in de toelichting bij het bestemmingsplan opgenomen in de vorm van een waterparagraaf.

De waterbeheerder van het plangebied is Waterschap Vallei en Veluwe. Tijdens het proces van voorliggend bestemmingsplan is overleg gevoerd met het waterschap over hoe met de verschillende wateraspecten omgegaan dient te worden.

Waterparagraaf

Het plan ligt aan westzijde van de kern Elspeet, op de hoek van de Staverdenseweg en de Nachtegaalweg, in bestaand stedelijk gebied. Het is gebied is ruim 6 ha groot. Het bevindt zich niet binnen enige Keurzone of binnen de zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor en door (grond)water in de omgeving.

In het kader van de waterparagraaf behorende bij het bestemmingsplan is door Tauw in 2009 een korte studie (zie Bijlage 3) gedaan naar de geohydrologische eigenschappen van het plangebied. Naast de uitgevoerde geohydrologische studie zijn er ook gegevens met betrekking tot water bekend afkomstig uit het reeds eerder opgestelde 'Structuurplan Elspeet Noordwest 2008'. Uit de notitie behorende bij de studie en de gegevens uit het Structuurplan blijkt dat:

Maaiveldhoogten

De gegevens aangaande de maaiveldhoogten in het plangebied zijn gehaald uit de terreinmeting van de gemeente Nunspeet en het Actuele Hoogtebestand Nederland (AHN). Westelijk in het plangebied (langs de Nachtegaalweg) bedraagt de maaiveldhoogte circa 27,4 tot 28,0 m + NAP. In oostelijke richting neemt dit toe tot maximaal circa 29,8 m + NAP.

Bodemopbouw binnen plangebied

Met behulp van boorprofielen voor het verkennende bodemonderzoek, is de lokale bodemopbouw in beeld gebracht voor het plangebied. Binnen het plangebied zijn zes grondboringen gezet tot 4 meter beneden maaiveld. Uit de boringen blijkt dat de eerste meter beneden maaiveld bestaat uit fijn tot zeer grof zand. De tweede meter bestaat uit matig tot zeer grof zand en lokaal fijn zand. De derde meter bestaat uit matig grof zand, lokaal fijn zand en zeer grof zand. Op enkele locaties komt op dit niveau een dunne leemlaag voor. De vierde meter bestaat tot slot uit matig grof tot zeer grof zand en lokaal fijn zand. Tevens is in deze laag een leemlaag aangetroffen.

Op basis van de boringen op de zes locaties kan gesteld worden dat zeer grof zand niet de hoofdcomponent is binnen het plangebied.

Doorlatendheid

De boorprofielen die gebruikt zijn voor het vastleggen van de bodemopbouw zijn ook gebruikt voor het meten van de doorlatendheid in het plangebied. De gemeten doorlatendheid op verschillende boorlocaties laat zien dat deze voldoende groot is voor het aanleggen van zowel bovengrondse als ondergrondse infiltratievoorzieningen.

Grondwater

Op basis van de grondwaterkaart van Nederland, heeft de regionale grondwaterstroming een noordwestelijke richting. Uit de bodemkaart blijkt dat er binnen het plangebied sprake is van grondwatertrap VII. Binnen deze grondwatertrap ligt de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) dieper dan 120 cm beneden maaiveld. De gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) ligt dieper dan 140 cm beneden maaiveld.

Er is in en om het plangebied geen grondwateroverlast bekend. Het gebied ligt niet in de grondwaterfluctuatiezone zoals provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd. Door de diepe grondwaterstanden is geen ontwatering nodig, zal grondwater geen overlast veroorzaken in dit plan en niet structureel afgevoerd worden. Hierdoor zal het plan 'grondwaterneutraal' worden ontwikkeld.
Hemelwater zal binnen het plangebied worden geïnfiltreerd. Door bij de bouw geen uitlogende materialen te gebruiken wordt voorkomen dat infiltrerend hemelwater de bodem en het grondwater verontreinigt. Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert.

Oppervlaktewater

In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Naar aanleiding van dit plan zal geen extra oppervlaktewater (in verbinding staand met het oppervlaktewatersysteem) gecreëerd worden. Ook zal er niet geloosd worden op het oppervlaktewater.
Het plan veroorzaakt geen nadelige gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.

Natuur

Binnen en nabij het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor.

DWA en RWA

Het afvalwater wordt onder vrij verval geloosd op het bestaande DWA-stelsel in Elspeet. Het hemelwater binnen het plangebied zal niet afgevoerd worden naar de riolering. Binnen het plangebied moet bergings- en infiltratiecapaciteit gerealiseerd worden voor het verwerken van 35 mm neerslag (berekend over het totaal van verhard oppervlak en infiltratievoorzieningen aan het maaiveld in de Nachtegaalweg). Aangezien de capaciteit van het gemengde rioolstelsel beperkt is, kunnen overstorten vanuit de bergings- en infiltratievoorzieningen niet daarop worden aangesloten. Er moet een overstortvoorziening ten behoeve van zeer intensieve buien gemaakt worden, die aangesloten moet worden op de nieuwe regenwaterleiding van Elspeet. Door het toepassen van niet uitlogende materialen wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater het grond- en/of oppervlaktewater verontreinigt.

Het vuilwaterstelsel is niet berekend op toename van het aanbod aan DWA, de uitbreiding is voorzien en betrokken in GRP / OAS. Het DWA-stelsel in het plangebied wordt met een dusdanige capaciteit aangelegd dat het bestaande stelsel geen nadelige gevolgen ondervindt van de uitbreiding. Het DWA- hoofdriool uit het plangebied, wordt in de toekomst ter plaatse van de zuidelijke ontsluitingsweg aangesloten op het hoofdriool in de Nachtegaalweg. De aansluiting op deze locatie blijkt gezien de hoogteligging ook het meest gunstig.