direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal/regionaal beleid
Plan: ELSPEET - NOORDWEST
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01025-vg01

3.2 Provinciaal/regionaal beleid

3.2.1 Structuurvisie Gelderland 2005

Het provinciale planologische beleidskader is neergelegd in het Streekplan Gelderland 2005 dat op 29 juni 2005 is vastgesteld. In verband met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008 is het Streekplan per 1 juli 2009 beleidsneutraal omgezet naar een provinciale structuurvisie.

De Structuurvisie geeft het provinciale ruimtelijk beleid voor de komende jaren op hoofdlijnen aan. Die lijnen zijn herkenbaar in de "ruimtelijke hoofdstructuur". Deze "ruimtelijke hoofdstructuur" bestaat uit de volgende onderdelen:

  • 1. De gebieden die belangrijk zijn voor natuur, water, infrastructuur, cultuurhistorie en stedelijke netwerkvorming. De kwaliteit moet verbeteren en verstedelijking moet worden tegengegaan.
  • 2. De 'rode functies': de ruimte voor wonen, werken en voorzieningen in stedelijke netwerken en regionale centra.
  • 3. In het overige bebouwde en landelijke gebied krijgen regio's en gemeenten meer vrijheid om de ruimte voor wonen en werken te verdelen.
  • 4. Ook wil de provincie zich, sterker dan in het verleden, actief richten op de concrete uitvoering van programma's en projecten.

De structuurvisie geeft naast de bovenstaande hoofdlijnen van het beleid ook aan wat het uitgangspunt van het Gelders Kwalitatief woonbeleid is. De woningbehoefte is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). Het Kwalitatief Woonprogramma dient te voorzien in een aanbod van woningen, dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte.

Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrum-stedelijk en landelijk wonen. Voorts wil de provincie onder andere herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied en het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en het versterken van verscheidenheid en identiteit, bevorderen.

De provincie wil door middel van het aanwijzen van zoekzones ruimte reserveren voor stedelijke functies (wonen, werken, winkels, sportvelden en -accommodaties, sociaal-culturele voorzieningen, scholen, kerken, e.d.). Het plangebied is gelegen in een zoekzone voor wonen.

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de noordwesthoek van Elspeet, en maakt de realisatie van 78 woningen, meerdere zorgwooneenheden en overige zorgvoorzieningen mogelijk. De stedelijk ontwikkeling vindt plaats grenzend aan bestaand bebouwd gebied en vergroot het aanbod van woningen binnen de kern Elspeet. Met de stedelijke invulling van het gebied wordt het gebied ruimtelijke gezien beter benut en wordt geen extra beslag gelegd op gronden in het landelijk gebied. Het bestemmingsplan is dan ook niet in strijd met de provinciale uitgangspunten zoals verwoord in de structuurvisie.

3.2.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Onder de Wro heeft de provincie geen bemoeienis meer met lokale belangen. Gemeenten worden vrij gelaten de lokale aspecten naar eigen inzicht te regelen. In het verleden diende ieder bestemmingsplan door Gedeputeerde Staten te worden goedgekeurd. Onder de Wro is het instrument van de goedkeuring komen te vervallen en heeft plaats gemaakt voor algemene regels (ruimtelijke verordening). Gemeenten dienen deze algemene regels in hun bestemmingsplannen te verwerken, maar behouden enige vrijheid in de wijze waarop zij dit doen. Deze algemene regels betreffen alleen onderwerpen met een duidelijk provinciaal c.q. nationaal belang.

Provinciale Staten van provincie Gelderland hebben op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Op 20 december 2011 heeft de provincie, om in te spelen op nieuwe wetgeving, de eerste herziening van de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. De verordening gaat in op de volgende onderwerpen:

  • verstedelijking;
  • wonen;
  • detailhandel;
  • recreatiewoningen en -parken;
  • glastuinbouw;
  • waterwingebied;
  • grondwaterbeschermingsgebied;
  • oppervlaktewater voor drinkwatervoorziening;
  • Ecologische Hoofdstructuur (EHS);
  • waardevol open gebied;
  • bedrijventerreinen;
  • molenbiotopen;
  • Nationale landschappen.

In het kader van dit bestemmingsplan zijn drie aspecten uit de Ruimtelijke Verordening Gelderland relevant, dit zijn verstedelijking, wonen en molenbiotoop. Daarnaast wordt Elspeet omgeven door het Nationaal Landschap Veluwe. Omdat het plangebied zelf geen deel uitmaakt van het nationaal landschap zijn de beleidsuitgangspunten uit de Ruimtelijke Verordening Gelderland niet van toepassing.

Verstedelijking
Conform de Ruimtelijke Verordening Gelderland mogen alleen woningen in een gebied worden gebouwd indien deze volgens de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking in een zogenaamde zoekzone voor wonen liggen. Het plangebied, waar de uitbreiding gepland is, maakt onderdeel uit van een dergelijke zoekzone voor wonen. Het voorgenomen plan voor uitbreiding van Elspeet sluit derhalve aan bij het provinciale beleidskader.

Wonen
Het Gelderse kwalitatieve woonbeleid gaat uit van regionale woningmarkten. Aan de hand van basisdocumenten (bevolkingsprognose en woningbehoefteonderzoek) levert de provincie aan de regio's informatie over de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte voor de komende jaren. Deze informatie over de woningbehoefte wordt per regio als indicatieve taakstelling door Gedeputeerde Staten vastgesteld in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). De verordening sluit uit dat er bovenop de afspraken in het KWP in een regio woningen worden gerealiseerd, die niet in dat KWP passen. Het bouwen van meer woningen dan waar in een regio behoefte aan is, kan tot onbedoelde migratiestromen leiden en uiteindelijk zelfs tot leegstand in die regio of elders. Op de aansluiting van het voorgenomen plan op het KWP wordt in paragraaf 3.2.3 ingegaan.

Een overmaat aan plancapaciteit van 20-30% boven de KWP afspraak wordt door de provincie Gelderland aangemoedigd. Wat betreft de realisatie van de plannen blijft het KWP uitgangspunt.

Molenbiotoop
De provincie Gelderland streeft naar het behoud en bescherming van het functioneren van molens in Gelderland. Verder dient rekening te worden gehouden met de belevingswaarde en het historisch karakter van de omgeving van de molen. Het bestemmingsplan dient waarborgen te bieden ter bescherming van het functioneren van de molen wat betreft een vrije windvang. De provincie Gelderland zet dan ook in op een beperking voor het oprichten van bebouwing en beplanting binnen een straal van 400 meter gerekend vanaf het middelpunt van de molen, de zogenoemgde molenbiotoop.

Door middel van een specifieke bepaling wordt het functioneren van de molen in het zuiden van het plangebied beschermd.

3.2.3 Woonbeleid provincie Gelderland

Provincie Gelderland, gemeenten en woningcorporaties pakken woonbeleid regionaal aan. Mensen zijn immers steeds minder gebonden aan een bepaalde gemeente. De provincie zorgt er via het Kwalitatief WoonProgramma voor dat het regionale aanbod van woningen zo goed mogelijk aansluit op de vraag. Zo heeft er een omslag plaatsgevonden van kwantiteit (contingenten) naar kwaliteit. Hierbij staat het bouwen naar de behoefte van woningen in de diverse woonmilieus voorop. Er wordt meer gekeken welke bevolkingsgroepen (starters, mensen met een laag inkomen en senioren) behoefte aan woonruimte hebben. De gemeente en de provincie hebben hierover, in het kader van het Kwalitatief Woonprogramma, afspraken gemaakt.

Het meest recente Kwalitatief Woonprogramma is het KWP3. Het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP3) is een actualisering van het Kwalitatief Woonprogramma 2005-2014 (KWP2). Voor de regio Noord-Veluwe waar de gemeente Nunspeet in gelegen is, wordt met name ingezet op kwalitatieve woningbehoefte. Om het woonbeleid op regionaal niveau zo goed mogelijk af te stemmen op de kwalitatieve woningbehoefte, zullen de gemeenten van de regio Noord-Veluwe en de in de regio werkzame woningcorporaties zich gezamenlijk met de provincie inspannen om ten aanzien van het regionaal woonprogramma 2010-2019:

  • 45 % van de nieuw te bouwen woningen in de betaalbare segmenten (de segmenten goedkope huur, betaalbare huur en goedkope koop opgeteld) te realiseren, gelijk aan het netto referentiekader. Dit komt overeen met bijna 3.000 woningen.
  • Te bouwen voor de eigen bevolking, waarbij extra aandacht is voor de woonwensen van starters, ouderen en hulpbehoevenden.

In de periode 2010-2019 in de acht gemeenten van de regio Noord-Veluwe er een behoefte is geconstateerd van 6.700 woningen netto toe te voegen. Hiervan maken de op de planningslijst 2009 bekende plannen met minder dan 10 woningen voor in totaal 500 woningen onderdeel uit. De gemeenten gaan voor voldoende plancapaciteit, rekening houdend met de planuitval van 20%. Dit komt neer op een totale capaciteit voor 8.000 à 8.100 woningen. Expliciet worden de visies van de woningcorporaties betrokken bij invulling van deze ruimte.

In samenspraak met de woningcorporaties is, eind 2009 een lijst van uit te voeren projecten, welke als basis zal dienen voor de minimaal te realiseren woningbouw voor de jaren 2010, 2011 en 2012, opgesteld. Deze lijst zal als bijlage aan het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 worden toegevoegd. Het initiatief ligt bij de provincie.

Het voorgenomen plan betreft de realisatie van 78 woningen in verschillende segmenten en typologieën. Afhankelijk van de actuele behoefte zullen de woningen zowel geschikt zijn voor starters, ouderen en doorstromers. Voorliggend bestemmingsplan is derhalve niet in strijd met het provinciale woonbeleid.

3.2.4 Regionale woonvisie Noord Veluwe

Het provinciale beleid voor de regio is voor wat betreft de woningbouwopgave neergelegd in de regionale uitwerking van het Kwalitatieve woningbouwprogramma (KWP), zijnde een uitwerking van het streekplan. Het KWP gaat uit van een gewenst woningbouwprogramma in verschillende categorieën, waarbij het in beginsel een regionale opdracht betreft om dit programma daadwerkelijk te realiseren. Het KWP wordt op gezette tijden geactualiseerd. De regionale uitwerking is met instemming van de provincie in lokale programma's onderverdeeld. Deze onderverdeling is vastgelegd als het woningbouwprogramma voor de regiogemeenten voor de periode 2003-2015. Een van de hoofdpunten uit het KWP is een omslag van bouwen in met name dure categorieën naar betaalbare segmenten.

Bij de concrete invulling van het uitbreidingsgebied worden de uitgangspunten uit de regionale woonvisie Noord Veluwe als leidraad gebruikt. Op basis van de regionale uitgangspunten wordt bepaald in welk segment en welk type woning gerealiseerd wordt.

3.2.5 Waterplan Gelderland 2009-2015

Het Waterplan Gelderland is de opvolger van het derde Waterhuishoudingsplan (WHP3). Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet. Het Waterplan Gelderland is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd.

In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen.

Voor de realisatie van bepaalde waterdoelen zijn ruimtelijke maatregelen nodig. Hiervoor krijgt het Waterplan Gelderland op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. In het Waterplan Gelderland is beschreven welke instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening de provincie wil inzetten.

Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 5.8. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.

3.2.6 Waterbeheersplan Veluwe 2010-2015/ 2009

Voor de periode 2010-2015 heeft het Waterschap Veluwe het Waterbeheersplan Veluwe opgesteld. Op de onderdelen robuust watersysteem, waterkwaliteit en ecologie wordt er voor de periode 2010-2015 een doorkijk gegeven naar 2027. Op die manier maakt het Waterschap Veluwe de wateropgave voor wat betreft de Kaderrichtlijn Water, inclusief financiering, concreet. Dat wil zeggen dat de wateropgave voor de Veluwe wordt vertaald in de doelen die in 2015 zijn gehaald. Het waterbeheersplan heeft de volgende doelen:

  • Doel 1: Veilige dijken
  • Doel 2: Gewenste grond- en oppervlaktewaterstanden
  • Doel 3: Vermindering wateroverlast en water voor droge tijden
  • Doel 4: Goede onderhoudssituatie
  • Doel 5: Herstel en behoud van bijzondere natuur
  • Doel 6: Goede waterkwaliteit
  • Doel 7: Stedelijk waterbeheer
  • Doel 8: Transport en zuivering van afvalwater
  • Doel 9: Brede kijk

Per doel zijn verschillende opgaven van toepassing die in de periode 2010-2015 zullen worden aangepakt.

Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 5.8. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.