direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer
Plan: Nieuwstad - Stationsplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.bp0400Nieuwstad-vs01

Artikel 10 Verkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden;
  • b. parkeervoorzieningen en andere verkeersvoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' het behoud en herstel van hoofd- en nevengroenstructuren.
  • d. viaducten en onderdoorgangen ten behoeve van kruisend (rail)verkeer
  • e. geluidsafschermende voorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. voorzieningen ten behoeve van vuilinzameling;
  • h. bermen en groenvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen,

met de daarbij behorende:

  • j. bouwwerken.

Het aantal rijstroken mag niet meer dan het bestaande aantal bedragen.

10.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. de inhoud van gebouwen mag niet meer dan 50 m3 bedragen;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – groenstructuur' is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
  • b. Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer dan 12 m bedragen.

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
10.3.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen van straatmeubilair;
  • f. het kappen van bomen.
10.3.2 Criteria

De omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 10.3.1 kan slechts worden verleend indien:

  • a. geen onevenredige aantasting van de betreffende groenstructuur plaatsvindt in die zin dat door de werken of de werkzaamheden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en de ruimtelijke kwaliteit van de groenstructuur negatief wordt beïnvloed;
  • b. zwaarwegende maatschappelijke belangen dit vergen;
  • c. advies is ingewonnen bij de groenadviseur van de gemeente Zutphen.
10.3.3 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in sublid 10.3.1 is niet van toepassing indien de werken of werkzaamheden:

  • a. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • c. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden.