direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer - Railverkeer
Plan: Nieuwstad - Stationsplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.bp0400Nieuwstad-vs01

Artikel 11 Verkeer - Railverkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeers- en vervoersdoeleinden per rail;
  • b. perrontunnel en perronzone, met de daarbij behorende voorzieningen zoals een kiosk en wachtruimte uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – perron';
  • c. viaducten en onderdoorgangen ten behoeve van kruisend verkeer;
  • d. werkplaatsen;
  • e. parkeerplaatsen;
  • f. calamiteitenpad;
  • g. keerwand in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over de aangrenzende spoorlijn;
  • h. geluidafschermende voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • i. bouwwerken.

11.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, tenzij de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – perron'. Ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – perron geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • b. Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – perron' mag niet meer bedragen dan 6 m
    • 3. de bouwhoogte van geluidafschermende voorziening mag niet meer bedragen dan 1,5 m
    • 4. de bouwhoogte van de keerwand mag niet meer bedragen dan 1,5 m, met dien verstande dat voor de berekening van de bouwhoogte van de keerwand, in afwijking van het bepaalde in artikel 1 onder het begrip 'peil' wordt verstaan: de bovenkant van de spoorstaaf, waarvan de afstand tot het betreffende bouwwerk het kleinst is;
    • 5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 15 m bedragen.

 

11.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 onder b.2 voor het verhogen van de bouwhoogte van een keerwand tot 2,5 m, mits dit noodzakelijk is in verband met het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden.