direct naar inhoud van 3.4 Regionaal beleid
Plan: Schoneveld locaties Withagen en Dernhorstlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20158-VS00

3.4 Regionaal beleid

3.4.1 Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030

De gemeenten in de regio Stedendriehoek, met daarin de steden Apeldoorn, Deventer en Zutphen, hebben gezamenlijk een regionale structuurvisie opgesteld, de Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 (RSV), vastgesteld in 2007. Deze visie vormt de integrale afstemming tussen de ruimtelijke opgaven binnen de regio en is beleidsmatig tevens vertaald in het streekplan. In de RSV wordt vastgesteld dat de glastuinbouw als vitale economische sector. De glastuinbouwsector bestaat uit een groot aantal bedrijven, die een sterke onderlinge vervlechting kennen op economisch en kennisgebeid en waarvan de samenhang versterkt wordt door de aanwezigheid van een aantal grotere innovators. Circa driekwart van de omzet wordt in de regio zelf behaald.

Binnen het plangebied wordt geopteerd voor een nieuwe locatie voor de glastuinbouw, omdat de huidige locaties mogelijk voor nieuwe stadsuitbreidingen moeten wijken (IJsselsprongen, hoogwatergeul Zutphen). De tuinders krijgen voorrang bij hervestiging in de regio. Voor een klein deel kan het ook gaan om regionale uitbreidingen van al in de stedendriehoek gevestigde bedrijven.

Er wordt een driedeling gemaakt naar bedrijfsomvang.

  • 1. Bedrijven van minder dan 1 ha zijn goed te combineren met dorpse ontwikkelingen
  • 2. Bedrijven van 1 tot en met 5 ha glasopstanden. Hiervoor wil de regio een regionale hervestigingslocatie reserveren. Het gebied ten zuiden van de VAR wordt als best inpasbare glastuinbouwlocatie gezien na afwegingen op basis van de zeefkaart en de vereiste regionale bereikbaarheid. Een nadere gebiedsuitwerking zal meer duidelijkheid geven over de omvang van de behoefte, de exacte locatie en de afbakening van de locatie.
  • 3. Bedrijven met een omvang van 5 ha glasopstanden of meer zijn qua maat en schaal mogelijk niet inpasbaar in de regionale hervestigingslocatie bij de VAR. Deze relatief grote bedrijven zijn wel gebonden aan de regionale markt van de stedendriehoek. Bij uitplaatsing van dergelijke grote bedrijven is altijd maatwerk nodig voor een goede ruimtelijke situering.

In de RVS staat dat een nadere studie nog zal resulteren in een uitwerking van dit onderdeel in een nog op te stellen Visie glastuinbouw Stedendriehoek. Deze visie is inmiddels opgesteld in de vorm van het Masterplan Withagen.

3.4.2 Waar de stallen verdwijnen

De gemeenten Apeldoorn, Brummen, Lochem, Voorst en Zutphen hebben in het rapport 'Waar de stallen verdwijnen' omschreven welke regels de gemeenten in de Stedendriehoek willen hanteren bij functieverandering van vrijgekomen en vrijkomende agrarische gebouwen in het buitengebied. Het beleidskader wijkt op enkele punten af van het de Structuurvisie Gelderland. Functieverandering zorgt per saldo voor minder bebouwing in het buitengebied door het slopen van overbodige opstanden en voor een aantrekkelijke vormgeving en (groene) inpassing van nieuwe functies op de plaats van de opstallen. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben het beleidskader goedgekeurd en daarmee treedt dit in de plaats van het generieke provinciale beleid voor functieverandering.

Binnen het regionale beleid geldt voor glastuinbouwbedrijven dat op het vrijgekomen perceel alle glasopstanden worden gesloopt. Bij de beƫindiging of verplaatsing van glastuinbouwbedrijven mag 100% van de bedrijfsgebouwen, tot een maximale oppervlakte van 1500 m2, van functie veranderen naar wonen of werken onder de algemene randvoorwaarden die daarvoor gelden. Onder bedrijfsgebouwen worden verstaan de gebouwen die niet voor de primaire teelt worden gebruikt. Mocht beƫindiging of verplaatsing volgens deze regel financieel niet mogelijk zijn, dan kan maatwerk worden toegepast.

In het gebied worden in het totaal 9 nieuwe woningen gerealiseerd, daarnaast blijft de bestaande boerderijwoning en de woning aan de Dernhorstlaan 7 behouden. De oppervlakte van alle nieuwe en bestaande woningen (exclusief de boerderijwoning) is minder dan 1500 m2.