| Plan: | Buitengebied |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20100-VS00 |
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Landschap zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen, of de werkzaamheden uit te voeren zoals opgenomen in tabel 38.1.
Tabel 38.1
| werken en werkzaamheden | ||||
| 1 | 2 | 3 | 4 | |
| landschapswaarde | het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties | het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage | het aanleggen van bovengrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur | het dempen van sloten, vijvers en andere wateren |
| openheid | A | A | A | A |
| contrast tussen hoog en laag gelegen gebieden | A | A | A | R |
| zandopduikingen | A | A | A | A |
| ontginningspatroon en ontginningsassen | A | A | A | A |
| karakteristieke kavelpaden | A | A | A | R |
| onverharde ontginningswegen | A | A | A | R |
| karakteristieke beplantingen | A | A | A | R |
| waardevolle beken en weteringen | A | A | A | A |
| Veluwse Bandijk en Appensedijk | A | A | A | A |
| microreliëf | A | A | A | A |
| gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - natte landnatuur' | A | A | A | A |
| gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - weidevogel- en ganzengebieden' | R | A | A | A |
R = rechtstreeks toelaatbaar, geen omgevingsvergunning
A = omgevingsvergunning noodzakelijk
Het verbod van 38.2.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 38.2.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de agrarische, landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurlijke waarden en/of aangrenzende natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.