37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 5.4, artikel 13 lid 13.4, artikel 38 lid 38.2 en artikel 44 lid 44.7.1, is op gronden met de dubbelbestemming Waarde - Landgoed de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden niet van toepassing mits:
-
a. het een landgoed betreft zoals bedoeld in artikel 1, lid 3 van de Natuurschoonwet 1928;
-
b. de werken en of werkzaamheden de rangschikking als bedoeld in het Rangschikkingsbesluit natuurschoonwet 1928 niet aantasten.
37.5 Wijzigingsregels
37.5.1 Ten behoeve van andere functies
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen die voorkomen ter plaatse van de gronden met de bestemming Waarde - Landgoed wijzigen in de bestemming Agrarisch, Bos of Natuur, met inachtneming van het volgende:
-
a. de rangschikking zoals bedoeld in het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 wordt niet aangetast;
-
b. er dient een evenredige belangenafweging plaats te vinden waarbij betrokken wordt:
-
1. de mate waarin de waarden en functies van de betrokken gronden, welke het plan beoogt te beschermen door de gebruiksverandering worden geschaad;
-
2. de mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de omliggende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven worden geschaad;
-
3. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische toelaatbaarheid;
-
4. de bestaande landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden;
met dien verstande dat:
-
c. de waarden, functies en/of belangen zoals genoemd onder b niet onevenredig mogen worden geschaad.
37.5.2 Ten behoeve van een privé begraafplaats
Burgemeester en wethouders kunnen de andere bestemmingen die voorkomen ter plaatse van de gronden met de bestemming Waarde - Landgoed wijzigen ten behoeve van een privé begraafplaats, met inachtneming van het volgende:
-
a. het dient een privé begraafplaats te betreffen zoals bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Lijkbezorging;
-
b. er dient een evenredige belangenafweging plaats te vinden waarbij betrokken wordt:
-
1. de mate waarin de waarden en functies van de betrokken gronden, welke het plan beoogt te beschermen door de gebruiksverandering worden geschaad;
-
2. de mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de omliggende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven worden geschaad;
-
3. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische toelaatbaarheid, en de landschappelijke inpasbaarheid;
-
4. de bestaande landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden;
met dien verstande dat:
-
c. de waarden, functies en/of belangen zoals genoemd onder b niet onevenredig mogen worden geschaad.