direct naar inhoud van 4.11 Watertoets
Plan: De Schaker Twello
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.171010-VS00

4.11 Watertoets

Watertoets en waterbeheer

De watertoets is een procedure waarbij de initiatiefnemer van de voorziene ontwikkeling in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De watertoets heeft als doel het voorkomen dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.

In het plangebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Waterschap Veluwe. In het kader van de watertoets wordt deze waterparagraaf overlegd met de waterbeheerder, in het kader van het wettelijk vooroverleg, waarna de opmerkingen van de waterbeheerder worden verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid waterbeheerder

Het waterschap heeft haar beleid vastgelegd in de Strategienota 2006-2009 (2006) met als belangrijkste beleidspunten een meer zelfvoorzienend watersysteem, het verbeteren van de waterkwaliteit, het afkoppelen van verhard oppervlak, het toepassen van duurzame bouwmaterialen en het versterken van natuurontwikkeling door onder andere de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Voor kleinschalige ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijk gebied streeft het waterschap minimaal naar het stand still-beginsel. Dit houdt in dat de beoogde ontwikkeling niet mag leiden tot een verslechtering van de waterhuishouding.

Met ingang van 2010 treedt het Waterbeheerplan voor de periode 2010-2015 in werking.

Onderzoek

Oppervlaktewater

Oostelijk van het plangebied loopt een A-watergang (de Fliert), deze watert via de Terwoldse Wetering en het Toevoerkanaal af in de IJssel. Genoemde watergang is in beheer bij Waterschap Veluwe.

Verder is er een bermsloot met beperkte capaciteit aanwezig aan de zuidkant van de ruimtelijke ontwikkeling (aan de noordkant van de Voordersteeg), welke in westelijke richting afwatert op de Terwoldse Wetering/Twellose Beek. Deze watergang zal opgewaardeerd moeten worden.

Op een afstand van circa 2,5 km oostelijk van het plangebied bevindt zich de IJssel.

Grondwater

Hoewel het gebied in een infiltratiezone ligt, wordt de grondwaterstand ter plekke wel degelijk sterk beïnvloed door kwel. Zowel lokale kwel, kwel van de Veluwe als de periodieke kwel van de IJssel. Zeker de lager gelegen delen nabij de Fliert zijn hier gevoelig voor.

In juli 2009 is voor het plangebied De Schaker een gedetailleerd geohydrologisch onderzoek7 uitgevoerd.

Het plangebied is te verdelen in drie deelgebieden, te weten: Holthuis-Oost, Fliertbuurt en Oost 2.

De Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand ligt voor deze gebieden op respectievelijk + 4,2 m NAP, + 4,65 m NAP en + 4,3 m NAP. De hoge grondwaterstanden die gemeten zijn, zijn met name het gevolg van hoge waterpeilen in de IJssel.

De maaiveldhoogte van Holthuis-Oost varieert van + 4,3 m NAP tot + 7 m NAP, de Fliertbuurt van + 4,7 m NAP tot + 6,3 m NAP, en Oost 2 van + 5,2 m NAP tot + 7,7 m NAP.

Om de gewenste ontwatering te bereiken, is een aanleghoogte benodigd van + 5,2 m NAP. Om dit te realiseren worden de gronden waarnodig opgehoogd.

Regenwater

Conform het beleid van de gemeente en Waterschap Veluwe, wordt de afvoer van hemelwater via de vuilwaterriolering niet toegestaan. Het hemelwater van de wijken dient gescheiden van het vuilwater ingezameld te worden. Gezien de verschillen in de ondergrond wordt de berging in het openbare gebied gerealiseerd. De particulieren hoeven niet op eigen terrein te infiltreren en dienen hun regenwater bovengronds aan te bieden.

Het regenwater moet volgens het principe 'vasthouden-bergen-afvoeren' beheerd worden. Een eventuele lozing op oppervlaktewater mag niet meer bedragen dan de afvoernorm voor landelijk gebied (circa 1,5 l/s/ha).

Middels infiltratie- en retentievoorzieningen kan hieraan worden voldaan. De infiltratiemogelijkheden zijn in het algemeen voor het plangebied als redelijk te beschouwen, echter plaatselijk komen slecht doorlatende lagen voor in de ondergrond. Met name in het zuidelijke deel van deelgebied de Fliertbuurt zijn de omstandigheden om te infiltreren minder gunstig.

Afvoer naar open water garanderen en plaatselijk opwaarderen.

  • Holthuis-Oost: vormgeving als Achter 't Holthuis met greppels, hoofdafvoer naar Fliert;
  • Fliertbuurt: principe afvoer via west-oostgelegen watergangen, naar wadi's in noord-zuidrichting, hoofdafvoer naar Fliert;
  • Oost 2: bergen in oost-westgerichte groenstroken. Afvoer en rest berging naar watergang in noord-zuidrichting, hoofdafvoer naar Twellose Beek, afvoer langs Voordersteeg en eventueel duikers opwaarderen.

De Fliert in relatie tot watersysteem

Het project "De Schaker" is op het gebied van water onlosmakelijk verbonden met de Fliert.

Hemelwater wordt gescheiden van het rioolstelsel. De verschillende woonwijkjes binnen het geheel voorzien voor het grootste deel in hun eigen behoefte aan waterberging. Deze bergingsgebieden vertragen de afstroom van het oppervlakte/hemelwater naar de uiteindelijke bestemming, de Fliert.

 

De ingrepen aan de Fliert, (poelen graven, meer meandering, herinrichting van oevers etc.) hebben een directe relatie met De Schaker en dienen een dubbel doel. Enerzijds maken ze van het laaglandbeekdal van de Fliert een aantrekkelijk landschap dat een meerwaarde vormt voor het wonen aan de oostzijde van Twello. Anderzijds wordt de Fliert robuuster en kan deze de koppeling aan de oppervlaktewatersystemen van De Schaker beter aan. Deze koppeling is noodzakelijk om op momenten van piekafvoer de Fliert in de gelegenheid te stellen het water uit de infiltratiegebieden in De Schaker op te kunnen vangen en af te kunnen voeren.

 

In de gehele planvorming leunen beide ontwikkelingen zwaar op elkaar. Zonder de Fliert geen Schaker, en zonder Schaker geen robuuste Fliert.

Vuilwater

Het vuilwater van de wijken dient gescheiden van het hemelwater ingezameld te worden. Hiervoor dient een vrij vervalstelsel aangelegd te worden. Dit stelsel moet zo veel mogelijk onder vrij verval aangesloten worden op de bestaande vuilwater- of gemengde stelsels. Indien dit qua hoogtes niet mogelijk is, dan zal een onderbemalingsgebied gemaakt moeten worden waarbij de afvoer via een gemaal loost op een nader te bepalen punt:

  • Holthuis-Oost - aansluiting onder vrijverval onderzoeken, afvoer via gemaal Stinzenlaan;
  • Fliertbuurt - apart opjaaggemaal, lozing via gemaal Stinzenlaan;
  • Oost 2 - aansluiting onder vrij verval onderzoeken, afvoer op Voorderpad en/of H.W. Iordensweg.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de bestaande waterhuishoudkundige situatie. De ontwikkeling voldoet dan ook aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.