direct naar inhoud van 4.10 Bodem
Plan: De Schaker Twello
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.171010-VS00

4.10 Bodem

Toetsingskader

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient bij de beoordeling van ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met de bodemkwaliteit. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Bij functiewijziging dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging, dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.

Onderzoek

Het plangebied bestaat uit drie deelgebieden (conform verbeelding), te noemen:

  • Holthuis-Oost;
  • Fliertbuurt;
  • Oost 2.

In Holthuis-Oost en Fliertbuurt is op nagenoeg het gehele gebied verkennend bodemonderzoek verricht4. Voor Oost 2 geldt eveneens dat voor het grootste deel een verkennend bodemonderzoek5 of historisch bodemonderzoek6 is uitgevoerd. In Bijlage 3is een figuur opgenomen waarop de onderzochte terreindelen zijn aangegeven. Enkele delen van het plangebied zijn niet opgenomen in de verkennende bodemonderzoeken. Dit betreft het zuidelijke deel van Fliertbuurt, het noordwestelijke deel van Oost 2 en een kavel aan het Schakerpad (Oost 2). Voor deze percelen geldt dat voorafgaand aan de vergunningenfase een verkennend bodemonderzoek wordt uitgevoerd. Op deze terreinen is in het verleden sprake geweest van gelijksoortige activiteiten als op de terreinen die al wel zijn onderzocht (agrarisch gebruik). Op basis van de resultaten van de verkennende bodemonderzoeken worden daarom geen ernstige verontreinigingen verwacht. Voor een verkennend bodemonderzoek dat is uitgevoerd voor 2008 geldt dat de rapportage niet direct geschikt is voor een omgevingsvergunningaanvraag. Mogelijk is in de vergunningenfase een aanvullend onderzoek of een actualisatie nodig. Voor de betreffende percelen geldt dat voor de vergunningen voor het bouwen actuele verkennende bodemonderzoeken moeten worden uitgevoerd. De rapportages bieden echter wel voldoende informatie voor de onderbouwing van het bestemmingsplan. Verder geldt dat in de vergunningenfase moet worden beoordeeld of een verkennend asbestonderzoek moet worden uitgevoerd.

Conclusie

  • In het deelgebied Holthuis-Oost is in de ondergrond een licht verhoogd gehalte PAK aangetroffen. In de boven- en ondergrond is voor de overige onderzochte stoffen geen concentratie aangetroffen boven de streefwaarde of de detectiegrens. Het grondwater is over het algemeen licht verontreinigd met barium. De resultaten geven geen aanleiding tot nader onderzoek. Geconcludeerd wordt dat de kwaliteit van de bodem de uitvoering van de voorgenomen ontwikkeling niet in de weg staat. De grond voldoet aan de kwaliteitsklasse Achtergrondwaarde en is multifunctioneel toepasbaar (2009-4407).
  • In het deelgebied Fliertbuurt zijn van de onderzochte stoffen in de boven- en ondergrond geen concentraties aangetroffen boven de streefwaarde of de detectiegrens. Op één locatie is een matige verontreiniging met nikkel en een lichte verontreiniging met barium en cadmium aangetroffen. Het grondwater is op één locatie matig verontreinigd met nikkel en evenals op de andere locaties licht verontreinigd met barium. De verhoogde concentraties zware metalen zijn waarschijnlijk te wijten aan verhoogde achtergrondconcentraties. Formeel is op basis van de aangetroffen concentratie nikkel een nader onderzoek noodzakelijk. In de vergunningenfase moet worden beoordeeld of en op welke wijze nader onderzoek moet plaatsvinden naar de matige verontreiniging met nikkel. Geconcludeerd wordt dat de kwaliteit van de bodem de uitvoering van de voorgenomen ontwikkeling niet in de weg staat. De grond voldoet aan de kwaliteitsklasse Achtergrondwaarde en is multifunctioneel toepasbaar (2009-4406).
  • Voor de gronden in Oost 2 wordt geconcludeerd dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen belemmering vormt voor de beoogde ontwikkeling.