direct naar inhoud van 3.3 Landschappelijke onderlegger
Plan: De Schaker Twello
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.171010-VS00

3.3 Landschappelijke onderlegger

De landschappelijke onderlegger benoemt de kwaliteiten van het landschap en definieert de uitgangspunten voor de verdere planvorming.

Uit de analyse komt de Fliert als de belangrijkste landschappelijke drager naar voren. Het landschap wordt daarom opgebouwd en beredeneerd vanuit het Fliertdal. De randen van het dal zijn afgeleid uit de kaartlagen bodem, waterstanden en hoogteligging.

De tweede belangrijke landschappelijke drager is de (overigens sterk aan de Fliert gerelateerde) landgoederenstructuur. De landschappelijke onderlegger is er hoofdzakelijk op gericht deze twee structuren te versterken en te komen tot een rijk, afwisselend landschap van beken, landgoederen, weilanden en akkers.

afbeelding "i_NL.IMRO.0285.171010-VS00_0003.jpg"

Door vanuit het studiegebied in te zoomen op het plangebied komen verdere uitgangspunten voor de planvorming aan het licht.

Het studiegebied is ontleed in 5 hoofdgebieden (zie figuur 3.2):

  • 1. de Fliertzone: hierin krijgen ecologie en watermaatregelen voorrang, gecombineerd met (ondergeschikt) recreatief medegebruik;
  • 2. de landbouwzone: de landbouw geeft de open ruimte een functie en houdt haar daarmee in stand. Het is de verbindende schakel tussen alle zones;
  • 3. de verwevingszone: hier ontmoeten landschap en dorp elkaar in kleinere, groene, afgeronde eenheden. Belangrijke opgave is het ontwerpen van de randen van deze gebieden. Daarnaast is de aanwezigheid van andersoortige functies dan wonen essentieel voor een levendig, dorps woonmilieu. Deze functies zullen worden behouden en indien mogelijk zelfs worden uitgebouwd;
  • 4. de dorpszone: de grens tussen dorp en landschap is de H.W. Iordensweg; de dorpse dichtheid blijft ten westen van deze weg geconcentreerd. Aan de oostzijde begint het landschap, dit kan versterkt worden door de oostzijde van de weg zoveel mogelijk te vergroenen;
  • 5. de landgoederen: teneinde de kwaliteit van de landgoederen optimaal te benutten, is het noodzakelijk een respectabele afstand in acht te nemen. Deze hebben daarom een begrenzing toegewezen gekregen die veelal groter is dan het eigendom. De landbouwzone speelt een belangrijke rol in het openhouden van de benodigde ruimte rond de landgoederen en is daarmee van essentieel belang voor het behoud van de ruimtelijke kwaliteit van de landgoederen.

De bovenstaande zones worden verbonden door de wegen- en padenstructuren en de ecologische verbindingszones. Bestaande wegen- en padenstructuren worden zoveel mogelijk doorgetrokken tot in het plangebied. Intensivering van het wandelpadennetwerk maakt de oostkant van Twello (en het Fliertdal in het bijzonder) beter toegankelijk.

Uit de landschapsanalyse komt een heldere grens van het Fliertdal naar voren. Deze lijn definieert de ruimtelijke begrenzing van het dal; bebouwing binnen deze grens past niet binnen de gestelde randvoorwaarden. De randen van het dal zullen worden opgespannen langs deze lijn, die daarmee leidend is voor het opstellen van het landschaps- en stedenbouwkundig plan.