direct naar inhoud van Artikel 9 Groen - Landelijk groen
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BpBu2013-GVS2

Artikel 9 Groen - Landelijk groen

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Groen - Landelijk groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'water' de instandhouding van wateren;
  • c. extensief agrarisch gebruik;
  • d. speel- en recreatievoorzieningen;
  • e. bruggen en (wandel)paden;
  • f. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' bijbehorende bouwwerken bij de in de bestemming Water gelegen woonschepen;
  • h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' de instandhouding van een bunker ten behoeve van de opslag van goederen;
  • i. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de directe omgeving, als opgenomen in Bijlage 2;
  • j. beeldende kunstwerken;
  • k. parkereren ten behoeve van in de directe nabijheid gelegen woningen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, alsmede gebouwen uitsluitend in de vorm van bijbehorende bouwwerken bij woonschepen en een bunker.

9.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij woonschepen

Voor bijbehorende bouwwerken bij woonschepen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken bij woonschepen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. per toegestaan woonschip in de bestemming Water is maximaal één bijbehorend bouwwerk toegestaan;
  • c. de bebouwde oppervlakte per bijbehorend bouwwerk bedraagt niet meer dan 30 m2; indien de bestaande bebouwde oppervlakte reeds meer bedraagt, dan geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum;
  • d. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
9.2.3 Specifieke bouwaanduiding - 2/ bunker

Voor de bunker gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bunker is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2';
  • b. de bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan de bestaande bebouwde oppervlakte;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de bestaande bouwhoogte.
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen niet meer dan 1,5 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van speel- en recreatievoorzieningen maximaal 4 m bedragen.
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruik, laten gebruiken of doen gebruiken van de gronden binnen deze bestemming voor:

  • a. een staanplaats voor kampeermiddelen;
  • b. als terrein voor het beproeven van motorvoertuigen en als oefenterrein voor het racen en crossen met motoren en bromfietsen;
  • c. opslag-, stort- of bergplaats van andere, al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • d. het al dan niet ten verkoop opstellen en opslaan van nieuwe of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorvoertuigen, aanhangwagens, machines, c.q. onderdelen daarvan;
  • e. het aanbrengen van verhardingen, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' verhardingen zijn toegestaan en maximaal 10 m2 verharding per in 9.2.2 toegestaan bijbehorend bouwwerk.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op en in de gronden als bedoeld in artikel 9 de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen, egaliseren of afgraven en ontginnen van gronden.
9.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee legaal is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning, aanlegvergunning of ontgrondingvergunning;
  • d. indien het aanleggen van (half) verhardingen betrekking heeft op een oppervlakte kleiner of gelijk aan 25 m² per aan deze bestemming grenzend bouwperceel.
9.4.3 Toepassingsvoorwaarden

De in artikel 9.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de waarden binnen deze bestemming. Deze waarden bestaan uit de omstandigheid dat de gronden binnen deze bestemming een overgangsgebied vormen van het dorp naar het buitengebied.