direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschap 1
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BpBu2013-GVS2

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschap 1

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor Agrarisch met waarden - Landschap 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
  • b. agrarisch gebruik;
  • c. bedrijfswoning en zorg;
  • d. nevenactiviteiten, uitsluitend voorzover toegestaan in 3.1.2 danwel na verlening van omgevingsvergunning;
  • e. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • f. het behoud, herstel en/of ontwikkeling en de bescherming van de landschapswaarden van het komgebied;
  • g. extensief recreatief medegebruik met bijbehorende voorzieningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'natuur' geldt het volgende:
    • 1. instandhouding van de bestaande (agrarische) natuurwaarden van de EHS-verweving; alsmede
    • 2. het niet onmogelijk maken van het realiseren van toekomstige waarden als ecologische verbindingszone;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning aardkundige waarden' het behoud en bescherming van aardkundige waarden;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning ganzen- en weidevogelgebied' het behoud en de bescherming van het ganzen- en weidevogelgebied;
  • k. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de directe omgeving, als opgenomen in Bijlage 2;
  • l. landschappelijke inpassing;
  • m. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • n. de bestaande nutsvoorzieningen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen binnen het bouwvlak, groenvoorzieningen, tuinen en erven en overeenkomstig de in 3.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:

a Agrarisch bouwvlak

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' zijn agrarische bedrijfsgebouwen toegestaan.

b Type agrarisch bedrijf en omschakeling

Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag een grondgebonden agrarisch bedrijf worden uitgeoefend. Voorts is - al dan niet in combinatie met een grondgebonden bedrijf - het volgende type agrarisch bedrijf toegestaan overeenkomstig de onderstaande aanduidingen:

  • ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' een intensieve veehouderij.
c Aantal bedrijfswoningen

Per bouwvlak is een bedrijfswoning toegestaan en maximaal één per bouwvlak, met dien verstande dat:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen.
d Mestverwerking en biomassavergisting

Onder gebruik overeenkomstig de bestemming wordt in ieder geval verstaan mestverwerking en/of het opwekken van duurzame energie door middel van biomassavergisting bij een agrarisch bedrijf. De mest die hierbij wordt verwerkt, dient afkomstig te zijn uit het eigen bedrijf.

e Caravanstalling

Binnen deze bestemming is caravanstalling toegestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • 1. De stalling dient plaatst te vinden in bestaande bebouwing, buitenstalling is niet toegestaan.
  • 2. De oppervlakte ten behoeve van de stalling mag niet meer bedragen dan 350 m².
f Ondergeschikte detailhandel

Voor ondergeschikte detailhandel gelden de volgende bepalingen:

  • 1. Ten dienste van het agrarisch bedrijf is ondergeschikte detailhandel toegestaan als nevenactiviteit.
  • 2. Het mag enkel gaan om detailhandel in streekgebonden producten en agrarisch gerelateerde producten.
  • 3. Maximaal mag 100 m2 verkoopvloeroppervlak voor deze detailhandelsactiviteit worden aangewend.
  • 4. De activiteit vindt uitsluitend plaats in de aanwezige gebouwen. Nieuwbouw ten behoeve van de functie is niet toegestaan.
g Teeltondersteunende voorzieningen

Permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

h Niet-verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een niet-verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de woning (begane grond + verdiepingen) met inbegrip van gerealiseerde bijbehorende bouwwerken, mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat het bebouwingspercentage ten behoeve van de benodigde ruimte voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit niet meer mag bedragen dan 40%;
  • 2. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of het daarbij behorende bijbehorend bouwwerk zal uitvoeren, tevens de bewoner van de woning dient te zijn;
  • 3. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening;
  • 4. activiteiten die vergunningplichtig zijn krachtens de Wet milieubeheer of krachtens het Activiteitenbesluit als type B of C inrichting worden aangemerkt, zijn niet toegestaan;
  • 5. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit;
  • 6. het onbebouwde deel van het bouwperceel mag niet worden gebruikt voor de activiteiten, buitenopslag is niet toegestaan;
  • 7. er maximaal 2 parkeerplaatsen in het openbaar gebied worden gebruikt;
  • 8. in afwijking van het in de aanzet van dit artikel bepaalde, geldt voor een bed & breakfast dat deze niet mag plaatsvinden in vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
i Verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het gebruik van een deel van de woning en/of de vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is uitsluitend toegestaan na verlening van de omgevingsvergunning bedoeld in 3.5.2.

j Paardenbak

Voor paardenbakken geldt het volgende:

  • 1. paardenbakken zijn uitsluitend toegestaan bij bedrijfsmatige paardenhouderijen en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • 2. paardenbakken voor hobbymatig gebruik zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan, en uitsluitend na het verlenen van omgevingsvergunning als opgenomen in 3.3.2.
k Wonen en zorg

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de bedrijfswoning en/of de daarbij behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van wonen en zorg toegestaan. Hierbij moet worden voldaan aan het gestelde in 3.2, 3.3.5 en/of 3.5.3.

l Landschapswaarden

De landschapswaarden worden gevormd door:

  • 1. herkenbaarheid van het rivierenlandschap en met name de openheid van het komgebied;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning beplantingselement' waardevolle beplantingselementen, veelal in de vorm van hagen;
  • 3. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning landschapselement' waardevolle landschapselementen, veelal in de vorm van kolken.
m Natuurwaarden

Ter plaatse van de aanduiding 'natuur' wordt gestreefd naar behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden.

n Aardkundige waarden

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning aardkundige waarden' is het beleid gericht op het behoud en bescherming van aardkundige waarden. Het betreft in het zuidwesten de rivierduin bij Persingen. Deze rivierduin is van nationaal belang en bestaat uit een rivierduincomplex met tuineerdgronden.

o Landschappelijke en cultuurhistorische samenhang

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning landschappelijke en cultuurhistorische samenhang' is het beleid gericht op het behoud en herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden en daarop aanwezige bouwwerken in onderlinge samenhang. De cultuurhistorische waarden in het gebied hangen in grote mate samen met de historische ontginningspatronen en de nog herkenbare verkavelingsstructuren.

p Extensief recreatief medegebruik

De gronden gelegen binnen deze bestemming mogen worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik zijn beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.

q Tuin

Het inrichten en gebruiken van gronden als tuin is toegestaan binnen het agrarisch bouwvlak, alsmede tussen de aanduiding 'bouwvlak' en de weg ten behoeve van het agrarisch bouwvlak.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.

3.2.2 Afstand tot wegen

Gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van:

  • a. minimaal 30 m vanaf de as van de met 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg;
  • b. minimaal 15 m vanaf de as van de met 'specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg' aangeduide weg.
3.2.3 Bouwvlak

Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

3.2.4 Bedrijfsgebouwen

De bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt niet meer dan 10 m.

3.2.5 Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. de goothoogte bedraagt niet meer dan 4,5;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 7 m;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning, exclusief de aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken, bedraagt niet meer dan 750 m3, met dien verstande dat:
    • 1. een bestaande grotere inhoud als maximum geldt;
    • 2. de deel bij de bedrijfswoning mag worden getrokken, ook als dit leidt tot een grotere inhoudsmaat dan 750 m3.
3.2.6 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd minimaal 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • b. gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m2;
  • c. goothoogte maximaal 3 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 5 m.
3.2.7 Herbouw bedrijfswoning

Herbouw van een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.2.5.

3.2.8 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' bedraagt de bouwhoogte maximaal 3 m, met dien verstande dat:
    • 1. paardenbakken uitsluitend zijn toegestaan voor bedrijfsmatig gebruik bij een paardenhouderij;
    • 2. de bouwhoogte van een voedersilo niet meer bedraagt dan 10 m;
  • b. buiten de aanduiding bouwvlak:
    • 1. de bouwhoogte bedraagt maximaal 1 m, waarbij erf- en terreinafscheidingen een open karakter dienen te hebben;
    • 2. sleufsilo's en mestsilo's niet zijn toegestaan;
    • 3. lichtmasten niet zijn toegestaan;
    • 4. paardenbakken niet zijn toegestaan;
    • 5. teeltondersteunende voorzieningen niet zijn toegestaan.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Omgevingsvergunning grotere bouwhoogte bedrijfsgebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.4 teneinde een grotere bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de grotere hoogte van het bedrijfsgebouw is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
  • b. de boouwhoogte bedraagt niet mee dan 12,5 m;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de waarden als beschreven in 3.1;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.3.2 Omgevingsvergunning paardenbak

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.8 onder a teneinde een paardenbak met bijbehorende voorzieningen voor hobbymatig gebruik ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de paardenbak en de bijbehorende voorzieningen zijn niet toegestaan vóór de voorgevel of het verlengde daarvan;
  • b. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de waarden als beschreven in 3.1;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.3.3 Omgevingsvergunning grotere bouwhoogte voedersilo en hooiberg

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.8 onder a teneinde een hooiberg of een grotere bouwhoogte voor voedersilo's ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de (hoogte van de) hooiberg of voedersilo is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de waarden als beschreven in 3.1;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.3.4 Omgevingsvergunning verplaatsing van de bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.7 ten behoeve van het verplaatsen van de woning, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de nieuwe locatie is in ruimtelijk, stedenbouwkundig, milieuhygiënisch en/of verkeerstechnisch opzicht aanvaardbaar;
  • b. er wordt een reële zekerheid verschaft dat de oude woning wordt afgebroken;
  • c. er wordt voldaan aan de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de in de omgeving aanwezige waarden;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.3.5 Omgevingsvergunning Wonen en zorg (semi-permanent; bebouwing verwijderen na verval indicatie)

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.6 onder b, uitsluitend om ten behoeve van wonen en zorg een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. ten behoeve van de plaatsing van een mobiele zorgwoning de omgevingsvergunning maximaal betrekking mag hebben op 80 m2;
  • b. ten behoeve van de plaatsing van een flexibele (mobiele) zorgkamer de omgevingsvergunning maximaal betrekking mag hebben op 40 m2;
  • c. de omgevingsvergunning mag niet tot gevolg hebben dat het achtererfgebied voor meer dan 50% bebouwd is. Indien blijkt dat dit percentage onvoldoende is voor het uitvoeren van wonen en zorg, kan het bevoegd gezag hiervan afwijken tot een maximum van 75%. Er dient in een dergelijke situatie vast te staan dat het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast, dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. er een aantoonbare noodzaak voor de (te verlenen) zorg dient te zijn. Dit dient te blijken uit een door het bevoegd orgaan afgegeven indicatie. In dit kader wordt in de omgevingsvergunning een voorschrift opgenomen dat de oppervlakte zoals bedoeld onder a en b moet worden verwijderd indien de indicatiestelling is komen te vervallen;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • f. er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ten gevolge van hinder van omliggende bedrijven.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:

  • a. vrijstaande bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • b. woondoeleinden, met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;
  • c. het bewonen van bedrijfsruimte;
  • d. de huisvesting van tijdelijke werknemers;
  • e. de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan, die een 10-6 contour hebben die de aanduiding 'bouwvlak' overschrijdt;
  • f. de uitoefening van vollegrondsfruitteelt zonder kas is niet toegestaan binnen een afstand van 50 m van bestemmingsvlakken ten behoeve van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies. Dit zijn alle functies behoudens de agrarische bedrijvigheid;
  • g. teeltondersteunende voorzieningen buiten de aanduiding 'bouwvlak';
  • h. boomteelt en hoogstam fruitteelt;
  • i. laagstam fruitteelt uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning ganzen- en weidevogelgebied'.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Omgevingsvergunning nevenactiviteiten

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b teneinde nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de nevenactiviteit betreft een activiteit die:
    • 1. een directe relatie heeft met het agrarisch bedrijf; en/of
    • 2. de beleving van het buitengebied (verbrede landbouwactiviteiten); en/of
    • 3. ten dienste van het agrarisch bedrijf staat, waaronder agro-toerisme, agrarisch natuurbeheer; verkoop van streekeigen producten; kleinschalige recreatieactiviteiten en agrarisch verwante functies;
  • b. de nevenactiviteit dient plaats te vinden binnen de aanwezige gebouwen; in afwijking hiervan is nieuwbouw toegestaan, uitsluitend indien dit gepaard gaat met de sloop van overtollige bebouwing; er vindt geen uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de nevenactiviteit plaats;
  • c. de nevenactiviteit(en) is/zijn in ruimtelijk opzicht ondergeschikt aan de agrarische functie;
  • d. ten hoogste 25% van de bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt voor nevenactiviteiten, tot een maximum van 350 m2;
  • e. de nevenactiviteiten vinden plaats binnen de bestaande bedrijfsgebouwen, met uitzondering van activiteiten die naar hun aard niet inpandig kunnen plaats vinden. Opslag en stalling vinden in alle gevallen inpandig plaats;
  • f. er mogen geen knelpunten in de verkeersafwikkeling ontstaan;
  • g. kampeerterreinen zijn niet toegestaan;
  • h. pleisterplaatsen zijn niet toegestaan;
  • i. detailhandel anders dan verkoop van streekgebonden en agrarisch gerelateerde producten is niet toegestaan;
  • j. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • k. het betreft een duurzame ontwikkeling die landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden, alsmede omliggende functies en milieuwaarden niet onevenredig beperkt of aantast;
  • l. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • m. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.5.2 Omgevingsvergunning verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 3.1.2 onder i, teneinde binnen een woning en/of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken de uitoefening van een verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de woning (begane grond + verdiepingen) met inbegrip van gerealiseerde bijbehorende bouwwerken, mag worden gebruikt voor de aan huis aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • b. de woonfunctie dient in overwegende mate behouden te blijven;
  • c. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of het daarbij behorende bijbehorend bouwwerk zal uitvoeren, tevens de bewoner van de woning dient te zijn;
  • d. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening;
  • e. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren en mag ook geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving. Dit betekent bijvoorbeeld dat activiteiten die vergunningplichtig zijn krachtens de Wet milieubeheer of krachtens het Activiteitenbesluit als type B of C inrichting worden aangemerkt, niet zijn toegestaan;
  • f. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit;
  • g. buitenopslag is niet toegestaan;
  • h. het gebruik mag geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
  • i. het onbebouwde deel van het bouwperceel mag uitsluitend onder de volgende voorwaarden worden gebruikt:
    • 1. maximaal 100 m2 van het onbebouwde erf mag worden gebruikt;
    • 2. het gebruik moet deel uitmaken van een bedrijfsactiviteit die zich richt op wandelaars en fietsers;
    • 3. het gebruik is niet tijdens de nachtelijke uren toegestaan;
    • 4. het erf is landschappelijk goed ingepast.
3.5.3 Omgevingsvergunning Wonen en zorg (semi-permanent; bebouwing verwijderen na verval indicatie)

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder a, teneinde gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van 'wonen en zorg' toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. er is een aantoonbare noodzaak voor de (te verlenen) zorg, blijkend uit een door het bevoegd orgaan afgegeven indicatie;
  • b. het gebruik ten behoeve van 'wonen en zorg' is uitsluitend toegestaan tot het moment waarop de indicatiestelling is komen te vervallen;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • d. er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Vergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 3.6.4. opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.

3.6.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. welke plaatshebben ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een aanleg- of omgevingsvergunning is verleend;
  • c. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan legaal in uitvoering waren;
  • d. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
3.6.3 Toetsing aan aanwezige waarden

De in 3.6.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.

3.6.4 Schema omgevingsvergunningen

In onderstaand schema zijn de omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden opgenomen en is per werk/werkzaamheid aangegeven welke de criteria voor verlening van de omgevingsvergunning zijn. Voor alle onderstaande werken en werkzaamheden geldt dat het werk of de werkzaamheid noodzakelijk dient te zijn in het kader van het gebruik conform de bestemming.

Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning  
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2   - het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik;
- ter plaatse van de aanduiding 'natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder m sub 1 omschreven waarden;  
afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem (> 50 cm), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 'natuur';
- 'wro-zone - omgevingsvergunning aardkundige waarden';  
- ter plaatse van de aanduiding 'natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder m sub 1 omschreven waarden;
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning aardkundige waarden' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de aardkundige waarden, zoals opgenomen in 3.1.2 onder n;  
diepploegen en diepwoelen van de bodem, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 'natuur';
- 'wro-zone - omgevingsvergunning aardkundige waarden';  
- ter plaatse van de aanduiding 'natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder m sub 1 omschreven waarden;
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning aardkundige waarden' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de aardkundige waarden, zoals opgenomen in 3.1.2 onder n;  
dempen van poelen, sloten en greppels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
-'natuur';
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning landschapselement';  
- ter plaatse van de aanduiding 'natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder m sub 1 omschreven waarden;
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning landschapselement' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder l tot gevolg hebben;  
aanleggen drainage, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'natuur'   - ter plaatse van de aanduiding 'natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder m sub 1 omschreven waarden;  
het beplanten van gronden met houtgewas   er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijk waardevolle openheid;
- ter plaatse van de aanduiding 'natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder m sub 1 omschreven waarden;  
het vellen of rooien van houtgewas, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wro-zone - omgevingsvergunning beplantingselement'
- 'wro-zone - omgevingsvergunning landschapselement'  
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning beplantingselement' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder l tot gevolg hebben;
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning landschapselement' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 3.1.2 onder l tot gevolg hebben;
 
het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven;   - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de karakteristieke historische verkavelingsstructuur.  
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
3.7.1 Vormveranderen van het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde het vormveranderen van het bouwvlak van agrarische bedrijven mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. het betreft een grondgebonden agrarisch bedrijf;
  • b. de vormverandering is noodzakelijk in het kader van een doelmatige uitoefening van het agrarisch bedrijf;
  • c. het bouwvlak krijgt hierdoor geen grotere oppervlakte;
  • d. er blijft een compact bouwvlak bestaan;
  • e. het betreft een duurzame ontwikkeling die landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden, alsmede omliggende functies en milieuwaarden niet onevenredig beperkt of aantast;
  • f. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de waarden;
  • h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.7.2 Wijziging t.b.v. omschakeling naar overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde omschakeling toe te staan van een agrarische bedrijfsvorm, niet zijnde een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, naar een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, door middel van het aanduiden van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - niet-grondgebonden' mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de omvang van de aanduiding 'bouwvlak' mag niet meer bedragen dan 1,5 ha en, indien dit noodzakelijk blijkt voor de bedrijfsvoering, worden vergroot naar maximaal deze maat;
  • b. het dient om een concreet plan te gaan, waarbij onder andere milieutechnische gegevens worden overgelegd;
  • c. bebouwing die niet noodzakelijk is voor de nieuwe bestemming (overtollige bebouwing) dient te worden gesloopt, tenzij het cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is; er blijft een compact bouwvlak bestaan; er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • d. het betreft een duurzame ontwikkeling die landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden, alsmede omliggende functies en milieuwaarden niet onevenredig beperkt of aantast;
  • e. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; Hiertoe kan de bestemming Groen - Landschappelijke inpassing worden opgenomen;
  • f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de waarden als omschreven in 3.1;
  • g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.7.3 Omschakeling van agrarisch bedrijf naar wonen

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen teneinde de bedrijfswoning(en) van een agrarisch bedrijf te wijzigen in de bestemming Wonen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. het agrarisch bedrijf ter plaatse is geheel beëindigd;
  • b. het aantal woningen wordt niet vergroot;
  • c. bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 100 m2 per woning; de overige bebouwing, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, wordt gesloopt;
  • d. bijbehorende bouwwerken worden gebouwd op een afstand van minimaal 1 m achter de voorgevelrooilijn van de woning;
  • e. de inhoud van de woning bedraagt niet meer dan 600 m3, met dien verstande dat:
    • 1. een bestaande grotere inhoud als maximum geldt;
    • 2. de deel bij de bedrijfswoning mag worden getrokken, ook als dit leidt tot een grotere inhoudsmaat dan 600 m3;
  • f. in de nabijheid gelegen functies en waarden worden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad;
  • g. de in de nabijheid aanwezige landschaps- of natuurwaarden worden niet aangetast;
  • h. de bebouwing en het erf worden op goede wijze landschappelijk ingepast;
  • i. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • j. de aanduiding 'bouwvlak' wordt geheel verwijderd.
3.7.4 Wijzigings plattelandswoning

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen teneinde het gebruik van een voormalige agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De woning ligt binnen het agrarisch bouwvlak.
  • b. Het agrarisch bedrijf binnen het agrarisch bouwvlak is in werking.
  • c. De woning ondervindt geen onevenredige milieubelemmeringen op de aspecten geluid, geur, trilling, fijnstof of verkeer.
  • d. De plattelandswoning belemmert geen andere activiteiten in de omgeving.
  • e. De aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' wordt opgenomen op de betreffende plattelandswoning.
3.7.5 Wijziging Toeristische Overstap Punten

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen in de bestemming Verkeer teneinde toeristische overstappunten (TOP's) mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. ligging aan of nabij een voor gemotoriseerd verkeer geschikte weg;
  • b. in de directe omgeving liggen meerdere doorgaande wandel- en fietsroutes;
  • c. er is ruimte voor het parkeren van minimaal 20 en maximaal 50 personenauto's;
  • d. er is ruimte voor kleine voorzieningen als een herkenningspunt, een informatiebord, fietsklemmen, enkele picknickbanken en wegwijzers. Het herkenningspunt is maximaal 4 meter hoog. De overige bouwwerken zijn maximaal 2 meter hoog. Gebouwen zijn niet toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning ganzen- en weidevogelgebied' vindt er geen onevenredige afname plaats van geschikt ganzen- en/of weidevogelgebied;
  • f. er vindt geen onevenredige aantasting van de openheid plaats;
  • g. er wordt zo veel mogelijk aangesloten bij bestaande opgaande elementen (bomen, hagen, gebouwen);
  • h. een goede landschappelijke inpassing is vereist;
  • i. de geparkeerde auto's worden in ieder geval door streekeigen beplanting aan het zich onttrokken;
  • j. er mogen geen knelpunten in de verkeersafwikkeling ontstaan.
3.7.6 Wijziging naar Natuur

Burgemeester en wethouder kunnen de bestemming van de gronden wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'natuur' in de bestemming Artikel 13 Natuur mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bestaande cultuurhistorische waarden worden niet onevenredig aangetast;
  • b. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • e. de regels van Artikel 13 Natuur worden van overeenkomstige toepassing verklaard.