direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer
Plan: De Geest 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BpBeDeGeest2011-VSG1

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. verblijfsvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat in ieder geval de gronden ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' voor parkeervoorzieningen en bijbehorende voorzieningen zijn bestemd;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. straatmeubilair;
  • g. beeldende kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. waterberging en -infiltratie;
  • k. het behoud van de beeldwaarde van waardevolle bomen ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede gebouwtjes ten behoeve van het openbaar nut.

6.2.2 Nutsgebouwen

Voor gebouwen van openbaar nut, zoals voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie geldt, dat de oppervlakte niet meer dan 15 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van grotere nutsvoorzieningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • c. het mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen;
  • d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag op de in 6.1 bedoelde gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het rooien van een boom ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
  • b. de aanleg van verhardingen/ halfverhardingen ter plaatse van de kroonprojectie van een boom ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
  • c. het ophogen, afgraven en egaliseren van de gronden ter plaatse van de kroonprojectie van een boom ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'.
6.4.2 Uitzonderingen

Het in 6.4.1. vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. werken en /of werkzaamheden waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een aanleg- of omgevingsvergunning is verleend;
  • b. werken en/of werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
  • c. werken en/of werkzaamheden binnen het kader van het normale beheer en onderhoud.
6.4.3 Toelaatbaarheid

De in 6.4.1. genoemde werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. voor de werken/ werkzaamheden als bedoeld in 6.4.1. onder a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de beeldwaarde van de waardevolle boom of waardevolle haag;
  • b. voor de werken/ werkzaamheden als bedoeld in 6.4.1. onder b. en c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan het behoud en de bescherming van de waardevolle boom.