direct naar inhoud van Artikel 5 Maatschappelijk
Plan: De Geest 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BpBeDeGeest2011-VSG1

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een begraafplaats;
  • b. het behoud van de beeldwaarde van waardevolle hagen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - waardevolle haag';

een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de als 'Maatschappelijk' bestemde gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken in de vorm van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.

5.2.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende eisen te voldoen:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het 'bouwvlak';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan met die aanduiding is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met die aanduiding is aangegeven.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende eisen te voldoen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' is een overkapping toegestaan met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 6 m;
  • b. voor erfafscheidingen geldt een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
  • c. voor de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een bouwhoogte van maximaal 3 m.
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.3.1 Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag op de in 5.1. bedoelde gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het rooien van een haag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - waardevolle haag'.
5.3.2 Uitzonderingen

Het in 5.3.1. vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. werken en /of werkzaamheden waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een aanleg- of omgevingsvergunning is verleend;
  • b. werken en/of werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
  • c. werken en/of werkzaamheden binnen het kader van het normale beheer en onderhoud.
5.3.3 Toelaatbaarheid

De in 5.3.1. genoemde werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de beeldwaarde van de waardevolle haag.