23.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Voor recreatiewoonverblijven in de bestemmingen 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1', 'Recreatie -
Verblijfsrecreatie 2', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 3' en 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 4' geldt het volgende:
-
a. Voor zover deze in strijd met het bestemmingsplan in gebruik zijn genomen als burgerwoning, geldt dat dit gebruik mag worden voortgezet door de bestaande gebruiker(s) uitsluitend voor zover het gebruik is aangevangen voor 1 juni 2001.
-
b. Zodra het gebruik als burgerwoning door de bestaande gebruiker(s) wordt beƫindigd, hetzij door verhuizing, hetzij door overlijden, vervalt het recht op gebruik van deze gebouwen als burgerwoning.
-
c. Als bestaande gebruiker(s) wordt (worden) aangemerkt de persoon/personen die voor 1 juni 2001 volgens de gemeentelijke basisadministratie van Gemeente Putten als hoofdbewoner en diens partner/gezin staan ingeschreven op het betreffende adres.