11.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en of bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 voor:
-
a. het toestaan van ondergeschikte detailhandel tot maximaal 150 m²;
-
b. een vergroting van een onderbouw onder een bedrijfswoning buiten de buitenwerkse muren met maximaal 10% van de bestaande oppervlakte;
-
c. het vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning tot een maximum van 880 m³, uitsluitend indien sprake is van de aanleg van natuur- en/of landschapselementen volgens onderstaande tabel, met dien verstande dat de aanleg van nieuwe natuur en nieuwe landschapselementen zowel afzonderlijk als in combinatie met elkaar mogelijk zijn, en, indien het bouwperceel ligt in of grenst aan het Natura 2000 gebied Veluwe, een natuuronderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 is uitgevoerd:
Aanleg nieuwe natuur
|
Aantal landschapselementen
|
Extra woninginhoud
|
5000 m²
|
1000 m²
|
100 m³
|
10000 m²
|
2000 m²
|
200 m³
|
15000 m²
|
3000 m²
|
300 m³
|
20000 m³
|
4000 m²
|
400 m³
|
11.6 Wijzigingsbevoegdheid
11.6.1 Horeca
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen voor het toestaan van horecavoorzieningen, waarbij de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 7 m en 10 m, mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat zowel de bebouwing als het terrein landschappelijk wordt ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld.
11.6.2 Recreatie - Verblijfsrecreatie 1
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen naar de bestemming 'Recreatie -
Verblijfsrecreatie 1', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. het recreatieterrein heeft een omvang van minimaal 5 ha;
-
b. van de aanwezige recreatiewoonverblijven en stacaravans/chalets wordt 90% bedrijfsmatig geëxploiteerd, met dien verstande dat dit percentage wordt verminderd met het aantal recreatiewoonverblijven waarvoor een persoonsgebonden woonverklaring is afgegeven, zoals bepaald in artikel 23.3;
-
c. de aanwezige gebouwen alsmede het terrein kenmerken zich door een kwalitatief hoogwaardige verblijfsrecreatieve uitstraling;
-
d. indien het bepaalde onder b. niet van toepassing is kan uitsluitend worden gewijzigd indien verblijfsrecreatieve kwaliteitswinst wordt gerealiseerd, blijkend uit een deugdelijk onderbouwd ondernemersplan;
-
e. de afschermende beplanting, zoals bedoeld in dit plan en vrij van bouwwerken, is gerealiseerd;
-
f. zowel de bebouwing als het terrein wordt landschappelijk ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld.
11.6.3 Recreatie - Verblijfsrecreatie 2
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen naar de bestemming 'Recreatie -
Verblijfsrecreatie 2', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. het recreatieterrein heeft een omvang van minimaal 3 ha;
-
b. van de aanwezige recreatiewoonverblijven en stacaravans/chalets minimaal 75% bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd;
-
c. de aanwezige gebouwen alsmede het terrein kenmerken zich door een kwalitatief hoogwaardige uitstraling;
-
d. indien het bepaalde onder b. niet van toepassing is kan uitsluitend worden gewijzigd indien verblijfsrecreatieve kwaliteitswinst wordt gerealiseerd, blijkend uit een deugdelijk onderbouwd ondernemersplan;
-
e. de afschermende beplanting, zoals bedoeld in dit plan en vrij van bouwwerken, is gerealiseerd;
-
f. zowel de bebouwing als het terrein landschappelijk wordt ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld.
11.6.4 Toevoeging recreatiewoonverblijven
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen voor wat betreft het vergroten van het aantal recreatiewoonverblijven zoals is aangegeven in de bijlage Lijst recreatieterreinen, met dien verstande dat:
-
a. het recreatieterrein niet is gelegen binnen een krimpgebied zoals is aangegeven in de bijlage Lijst recreatieterreinen, voorzover het Groei- en Krimpbeleid is vastgelegd in de Omgevingsvisie Gelderland;
-
b. het grondoppervlak van het recreatiewoonverblijf met bijbehorende berging niet meer mag bedragen dan 30% van de kavel waartoe het recreatiewoonverblijf behoort;
-
c. er sprake is van een hoogwaardige uitstraling van het recreatiewoonverblijf;
-
d. zowel de bebouwing als het terrein landschappelijk wordt ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld;
-
e. wordt aangetoond dat er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie;
-
f. het bepaalde in lid 11.2 van overeenkomstige toepassing is.
11.6.5 Bedrijfswoning
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning, met dien verstande dat de bedrijfswoning noodzakelijk is voor het houden van toezicht op het recreatiebedrijf en de oppervlakte van het bedrijf ten minste 3 ha bedraagt, onder de voorwaarde dat:
-
a. de bedrijfswoning landschappelijk wordt ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld;
-
b. de goot- en bouwhoogte niet meer dan respectievelijk 3 m en 8 m mogen bedragen;
-
c. de oppervlakte en inhoud niet meer dan respectievelijk 150 m² en 660 m³ mogen bedragen.