direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie 3
Plan: Krachtighuizen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BPKrachtighuizen-0401

Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie 3

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 3' aangewezen voor:

  • a. terreinen voor verblijfsrecreatie inclusief centrale voorzieningen;
  • b. afschermende beplanting;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal', houtopstanden bestaande uit streekeigen beplanting, groenblijvende bomen die een niet-transparant karakter moeten hebben;
  • d. ontsluitingswegen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. watergangen en waterpartijen;
  • g. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.

Uitsluitend waar aangegeven in de bijlage Lijst recreatieterreinen is een bedrijfswoning toegestaan.

11.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. de maatvoering van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan de bestaande maatvoering;
    • 3. het grondoppervlak van een stacaravan/chalet met bijbehorende berging mag niet meer bedragen dan 30% van de kavel waartoe de stacaravan/chalet behoort;
    • 4. het aantal recreatiewoonverblijven mag ten hoogste het bestaande aantal bedragen, zoals aangegeven in de bijlage Lijst recreatieterreinen;
    • 5. recreatiewoonverblijven mogen geschakeld worden gebouwd, met dien verstande dat niet meer dan 3 recreatiewoonverblijven aaneen mogen worden gebouwd;
    • 6. uitsluitend de gebouwen zoals zijn opgenomen in de navolgende tabel zijn toegestaan, met dien verstande dat de maatvoering per gebouw niet meer mag bedragen dan in onderstaande tabel is aangegeven:

Bouwwerk   Goothoogte   Bouwhoogte   Oppervlakte  
Recreatiewoonverblijven   4 m   4 m   60 m²  
Maximaal één berging per recreatiewoonverblijven     2,5 m   20 m²  
Stacaravan/chalet     4 m   60 m2  
Maximaal één berging per stacaravans/chalet     2,5 m   9 m²  
Trekkershutten     3 m   30 m²  
Bedrijfswoningen   4 m   8 m   150 m² / 660 m³  
Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning   3,5   6 m   60 m²  
Centrale voorzieningen   6 m   8 m    

  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
    • 1. binnen het bouwvlak:
      • de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 12 m;
      • de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 6 m bedragen;
    • 2. buiten het bouwvlak:
      • de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straat- en of bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de woonsituatie,

worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 voor:

  • a. het toestaan van ondergeschikte detailhandel tot maximaal 150 m²;
  • b. een vergroting van een onderbouw onder een bedrijfswoning buiten de buitenwerkse muren met maximaal 10% van de bestaande oppervlakte;
  • c. het vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning tot een maximum van 880 m³, uitsluitend indien sprake is van de aanleg van natuur- en/of landschapselementen volgens onderstaande tabel, met dien verstande dat de aanleg van nieuwe natuur en nieuwe landschapselementen zowel afzonderlijk als in combinatie met elkaar mogelijk zijn, en, indien het bouwperceel ligt in of grenst aan het Natura 2000 gebied Veluwe, een natuuronderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 is uitgevoerd:
Aanleg nieuwe natuur   Aantal landschapselementen   Extra woninginhoud  
5000 m²   1000 m²   100 m³  
10000 m²   2000 m²   200 m³  
15000 m²   3000 m²   300 m³  
20000 m³   4000 m²   400 m³  

11.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de doeleinden genoemd in lid 11.1 geldt dat:

  • a. uitsluitend bij een bedrijfswoning een internetwinkel is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende aanvullende voorwaarden:
    • 1. uitsluitend internetverkoop is toegestaan;
    • 2. een winkel- of uitstallingsruimte of reclameuitingen zijn niet toegestaan;
    • 3. opslag is toegestaan, mits inpandig en ondergeschikt aan de woonfunctie;
    • 4. de afhaal- en afrekenfunctie is beperkt en past qua aard en omvang binnen de woonfunctie;
    • 5. de openingstijden voor het afhalen van de goederen dienen beperkt te blijven tot maximaal 8 vastgestelde uren, evenredig verdeeld over de week en niet tussen 19.00 uur en 9.00 uur;
    • 6. het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
    • 7. er mag geen sprake zijn van onevenredige verkeeraantrekkende werking;
    • 8. behoudens in- en uitladen mogen geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning plaatsvinden;
    • 9. er kunnen nadere eisen worden gesteld aan de tijdstippen en het aantal laad- en losactiviteiten.

11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.5.1 Vergunningsplicht

Het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond;
  • c. het vellen, rooien of beschadigen van houtopstanden.

11.5.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 11.5.1 opgenomen verbod geldt niet:

  • a. voor werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. voor werken en werkzaamheden die noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van gronden;
  • c. voor werken en werkzaamheden in de bodem waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning in dit kader is verleend.

11.6 Wijzigingsbevoegdheid
11.6.1 Horeca

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen voor het toestaan van horecavoorzieningen, waarbij de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 7 m en 10 m, mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat zowel de bebouwing als het terrein landschappelijk wordt ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld.

11.6.2 Recreatie - Verblijfsrecreatie 1

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen naar de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het recreatieterrein heeft een omvang van minimaal 5 ha;
  • b. van de aanwezige recreatiewoonverblijven en stacaravans/chalets wordt 90% bedrijfsmatig geëxploiteerd, met dien verstande dat dit percentage wordt verminderd met het aantal recreatiewoonverblijven waarvoor een persoonsgebonden woonverklaring is afgegeven, zoals bepaald in artikel 23.3;
  • c. de aanwezige gebouwen alsmede het terrein kenmerken zich door een kwalitatief hoogwaardige verblijfsrecreatieve uitstraling;
  • d. indien het bepaalde onder b. niet van toepassing is kan uitsluitend worden gewijzigd indien verblijfsrecreatieve kwaliteitswinst wordt gerealiseerd, blijkend uit een deugdelijk onderbouwd ondernemersplan;
  • e. de afschermende beplanting, zoals bedoeld in dit plan en vrij van bouwwerken, is gerealiseerd;
  • f. zowel de bebouwing als het terrein wordt landschappelijk ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld.

11.6.3 Recreatie - Verblijfsrecreatie 2

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen naar de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 2', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het recreatieterrein heeft een omvang van minimaal 3 ha;
  • b. van de aanwezige recreatiewoonverblijven en stacaravans/chalets minimaal 75% bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd;
  • c. de aanwezige gebouwen alsmede het terrein kenmerken zich door een kwalitatief hoogwaardige uitstraling;
  • d. indien het bepaalde onder b. niet van toepassing is kan uitsluitend worden gewijzigd indien verblijfsrecreatieve kwaliteitswinst wordt gerealiseerd, blijkend uit een deugdelijk onderbouwd ondernemersplan;
  • e. de afschermende beplanting, zoals bedoeld in dit plan en vrij van bouwwerken, is gerealiseerd;
  • f. zowel de bebouwing als het terrein landschappelijk wordt ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld.

11.6.4 Toevoeging recreatiewoonverblijven

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen voor wat betreft het vergroten van het aantal recreatiewoonverblijven zoals is aangegeven in de bijlage Lijst recreatieterreinen, met dien verstande dat:

  • a. het recreatieterrein niet is gelegen binnen een krimpgebied zoals is aangegeven in de bijlage Lijst recreatieterreinen, voorzover het Groei- en Krimpbeleid is vastgelegd in de Omgevingsvisie Gelderland;
  • b. het grondoppervlak van het recreatiewoonverblijf met bijbehorende berging niet meer mag bedragen dan 30% van de kavel waartoe het recreatiewoonverblijf behoort;
  • c. er sprake is van een hoogwaardige uitstraling van het recreatiewoonverblijf;
  • d. zowel de bebouwing als het terrein landschappelijk wordt ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld;
  • e. wordt aangetoond dat er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie;
  • f. het bepaalde in lid 11.2 van overeenkomstige toepassing is.

11.6.5 Bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning, met dien verstande dat de bedrijfswoning noodzakelijk is voor het houden van toezicht op het recreatiebedrijf en de oppervlakte van het bedrijf ten minste 3 ha bedraagt, onder de voorwaarde dat:

  • a. de bedrijfswoning landschappelijk wordt ingepast, in welk kader een landschappelijk inrichtingsplan dient te worden opgesteld;
  • b. de goot- en bouwhoogte niet meer dan respectievelijk 3 m en 8 m mogen bedragen;
  • c. de oppervlakte en inhoud niet meer dan respectievelijk 150 m² en 660 m³ mogen bedragen.