direct naar inhoud van 4.2 Functionele uitgangspunten
Plan: Putten Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BP62113-0003

4.2 Functionele uitgangspunten

4.2.1 Wonen

Algemeen
In het centrumgebied is de woonfunctie van oudsher nadrukkelijk aanwezig. Het draagt bij aan de leefbaarheid, maar ook aan de sociale veiligheid. De gemeente staat dan ook positief tegenover het versterken van de woonfunctie in het centrumgebied. Bij het uitbreiden van de woonfunctie dient gekeken te worden naar behoud van de gemengde samenstelling van het woningtype. Het centrum moet zowel voor senioren als starters een aantrekkelijk woongebied zijn.

Daarnaast is wonen in het kernwinkelgebied op de begane grond ongewenst omdat dit de aantrekkelijkheid van het winkelend publiek kan aantasten. Het wonen boven de voorzieningen in het kernwinkelgebied wordt daarentegen aangemoedigd en wonen buiten het kernwinkelgebied wordt ook toegestaan.

Gebiedsgerichte potentiële ontwikkelingen|

  • het realiseren van woningen (eventueel Woon-zorgcombinaties) op locaties Da Costaschool, de herontwikkeling van de locatie Achterstraat 1 en het garagecomplex van Van Rossem aan de Achterstraat;
  • toevoegingen aan de woningvoorraad in het centrumgebied dient te worden afgestemd op het gemeentelijk woonbeleid;
  • wonen in de nu nog leegstaande ruimten boven de winkels wordt gestimuleerd.

Conclusie voor bestemmingsplan
Het bestemmingsplan kan gedeeltelijk invulling geven aan de potentiële ontwikkelingen:

  • Voor de locaties van de Da Costaschool is op dit moment de bestaande bestemming opgenomen. De locatie van de door de gemeente aangekochte voormalige garage Van Rossem is binnen de bestemming "Gemengd" gebracht. Ten behoeve van deze locaties zijn de respectievelijke bestemmingen "Gemengd", "Verkeer - Verblijfsgebied", “Maatschappelijk”, “Horeca”, “Groen” en "Wonen"aangegeven met daaraan gekoppeld een wijzigingsbevoegdheid.
  • Voor de locatie aan de Achterstraat 1 is op dit moment de bestemming "Gemengd" zonder bouwvlak aangegeven met daaraan gekoppeld een wijzigingsbevoegdheid.
  • Voor de locatie Brinkstraat - Koesteeg is op dit moment de bestemming "Wonen" aangegeven met daaraan gekoppeld een wijzigingsbevoegdheid.
  • Op de begane grondlaag wordt in het bestemmingsplan voor wat betreft het centrumgebied uitgegaan van een aangesloten rij van winkels en publieksgerichte functies. Het kernwinkelgebied heeft de bestemming "Centrum-1" en "Centrum-2" gekregen, woningen zijn binnen deze bestemming op de begane grond niet toegestaan. Enkel op hoger gelegen verdiepingen zijn woningen toegestaan of bij ter plaatse van de nadere aanduiding.
4.2.2 Werken

Algemeen
In het verleden was in het centrum veel ambachtelijke en agrarische bedrijvigheid te vinden. Deze oorspronkelijke bedrijvigheid is in de huidige situatie nagenoeg verdwenen. Beperkte mogelijkheden tot uitbreiding, een relatief slechte bereikbaarheid voor bijvoorbeeld aan- en afvoer van (agrarische) goederen en vee, aangescherpte milieuregelgeving en verdringing door centrumfuncties als detailhandel en horeca heeft ertoe geleid dat de bedrijvigheid in sterke mate uit het centrumgebied is verdwenen.

Op basis van het streven naar maximalisatie van de leefbaarheid en verblijfskwaliteit in het centrumgebied hanteert de gemeente de volgende strategie:

  • bedrijven tot milieucategorie 2 handhaven, maar extensiveren. Nieuwe bedrijven van deze categorie zijn niet wenselijk in het centrumgebied;
  • bedrijven in de milieucategorie 3 of hoger zijn niet toegestaan in het centrumgebied (deze horen thuis op één van de bedrijventerreinen);

In het centrum vormt de kantoorfunctie een bijzondere vorm van bedrijvigheid, met beperkte milieuhinder en beperkte goederenstromen kan deze vorm daarom uitstekend naast centrumgebiedfuncties functioneren. Kantoren zonder baliefunctie zijn – op de begane grond – niet toegestaan. Indien al aanwezig is de strategie handhaven of extensiveren. Kantoren met baliefunctie (publieke dienstverlening) zijn daarentegen wel toegestaan. Huidige vestigingen in het kernwinkelgebied kunnen worden gehandhaafd, nieuwvestiging vindt bij voorkeur plaats in het secundaire winkelgebied (aanlooproutes).

Publieke dienstverlening is aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureau's, videotheken, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio' s, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie.

Gebiedsgerichte potentiële ontwikkelingen

  • Ontwikkelen van locatie voormalige Renault-garage aan weerszijden van de Achterstraat. Het uitgangspunt is om bedrijvigheid te vervangen door centrum- en woonfuncties.
  • Verplaatsen kantoren zonder baliefunctie naar bedrijventerreinen, verplaatsen kantoren met baliefunctie naar secundaire centrumgebied.

Conclusie voor bestemmingsplan
Voor een deel kan in het bestemmingsplan invulling worden gegeven aan de ambities aangaande het aspect werken:

  • In de bestemming "Centrum-1" en "Centrum-2" is het vestigen van kantoren zonder baliefuncties niet mogelijk. Op het secundaire winkelgebied ligt de bestemming "Gemengd", binnen deze bestemming zijn kantoren zonder baliefunctie wel toegestaan.
  • Voor de locatie van de voormalige Renault-garage (de voormalige showroom) geldt de bestemming "Gemengd" en "Verkeer-Verblijfsgebied" met een wijzigingsbevoegdheid. Hierdoor is het mogelijk om hier centrum- en/of woonfuncties te ontwikkelen.
  • In het centrum worden enkel bedrijven tot milieucategorie 1 toegestaan en bestemd. Overige locaties waar voormalige bedrijven hoger dan milieucategorie 1 gevestigd waren zijn niet als zodanig bestemd. Voor zover er bestaande bedrijven aanwezig zijn die behoren tot een hogere milieucategorie, mogen deze worden gehandhaafd.
4.2.3 Detailhandel

Algemeen
Een groot deel van het draagvlak voor het gehele centrumgebied is verbonden aan een combinatiebezoek aan één van de supermarkten in de oostelijke en westelijke entreezone. De winkels in de hoofdbranche 'Dagelijks' zoals de supermarkten en overige winkels voor voeding en verzorging zijn toegestaan in de entreezones in het oosten en westen van het centrumgebied. Behoud van een zekere spreiding van speciaalzaken in deze branche over het primaire en secundaire winkelgebied kan een positieve bijdrage leveren aan de diversiteit van het centrumgebied. Vanuit de markt bestaat de neiging tot concentratie in kleinschalige, goed bereikbare concentratiegebieden (nabij de entrees en de supermarkten) voor met name voeding. Het gaat hier dan in het bijzonder om de klassieke formules als de bakker, slager, kaashandel, overige delicatessen die elkaars nabijheid prefereren.

Voor de branche 'Mode en luxe' geldt dat deze zich zoveel mogelijk vestigen in het kernwinkelgebied. Samen met de horeca vormen deze mode- en luxewinkels de trekkers voor het recreatief winkelen.

De winkels in de categorie 'vrije tijd' en 'in en om het huis' zijn net als dienstverlenende winkels met baliefunctie toegestaan in zowel het kernwinkelgebied als het secundaire winkelgebied, uitgezonderd de volumineuze winkels. Voor de “warenhuizen” geldt dat het wenselijk is om deze enkel in de westelijke en oostelijke entreezone toe te staan.

Gebiedsgerichte potentiële ontwikkelingen

  • supermarkten en warenhuizen concentreren bij de entrees van het centrumgebied;
  • geen grootschalige perifere supermarkten toestaan buiten centrumgebied;
  • concentratie duurzame goederen 'mode en luxe' in centrumgebied. (Kledingdiscounters in secundaire winkelgebied);
  • winkels voor 'Vrije Tijd' en 'In en om het huis' zowel in kernwinkelgebied als secundair winkelgebied toestaan;
  • winkels horen in het centrumgebied. Ondanks belangstelling van bedrijven voor vestiging buiten het centrumgebied worden bezoeksintensieve functies hier alleen in zeer beperkte mate toegestaan. Het accent ligt op het kernwinkelgebied en het secundaire winkelgebied, waar detailhandel gehuisvest dient te worden, mits ruimtelijk inpasbaar.

Conclusie voor bestemmingsplan

  • Versterking van de winkelfunctie is het centrumgebied is één van de centrale uitgangspunten. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de ondernemers in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor een evenwichtig winkelaanbod, openingstijden en uitstraling. Het bestemmingsplan kan enkel invloed uitoefenen op de locaties en omvang.
  • In de bestemming “Centrum-1” en "Centrum-2" is het vestigen van detailhandel mogelijk gemaakt. Grootschalige detailhandel als meubelzaken en supermarkten worden uit het kernwinkelgebied geweerd en zijn gewenst aan de rand van het centrum.
  • In de bestemming “Centrum-1” en "Centrum-2" is het vestigen van kantoren zonder baliefuncties niet toegestaan.
4.2.4 Horeca

Algemeen
Evenals in het bestemmingsplan “Centrum 1990” wordt in dit bestemmingsplan een onderscheid gemaakt tussen horeca met (potentiële) negatieve uitstraling, zoals disco's, (feest)café's, cafetaria's en dergelijke en overige horeca, zoals grand-café's, restaurants, brasserieën en dergelijke.

Voor het centrumgebied heeft de gemeente de voorkeur om horecagelegenheden zoveel mogelijk te clusteren in een beperkt aantal (4 à 5) kleinschalige concentratiegebieden. Los hiervan kunnen her en der verspreidde restaurants, lunchrooms en brasserieën in positieve zin bijdragen aan de verblijfskwaliteit van het centrumgebied. Het zelfde geldt voor de ontwikkeling van terrasgebieden. Momenteel zijn alleen aan het Kerkplein noemenswaardige terrasvoorzieningen aanwezig. In de toekomst moeten hier een aantal terrasconcentratiegebieden bijkomen. Terrasontwikkeling vereist een strategische aanpak. Kwaliteit wordt gevormd door decor (uitzicht, bebouwing, begroeiing), levendigheid van de omgeving en oriëntatie op de zon.

Het laatste belangrijke uitgangspunt met betrekking tot horeca is het weigeren van nieuwe nachthoreca en horecagelegenheden voor jongeren in het centrumgebied.

Gebiedsgerichte potentiële ontwikkelingen

  • horecagelegenheden (daghoreca) met terrassen op het Kerkplein, voor de Aker en op het plein in de entreezone west worden uitgebreid;
  • de overige in het centrum gelegen horecagelegenheden blijven behouden en mogen worden verplaatst naar bovengenoemde concentratiegebieden;
  • geen discotheek in het centrumgebied;
  • lunchrooms in het winkelgebied toegestaan en intensiveren.

Conclusie voor bestemmingsplan

  • Het bestemmingsplan maakt de potentiële ontwikkelingen vrijwel allemaal mogelijk.
  • in de bestemming "Centrum-1" is het vestigen van lunchrooms, winkelondersteunende horeca en andere kleinschalige vormen van horeca( categorie a) toegestaan.
  • Bestaande horecavestigingen uit de categorieën b en c zijn als zodanig bestemd.
  • Met de bestemming "Centrum-2" zijn verschillende gebieden aangeduid waar het vestigen van horecagelegenheden (categorie b) mogelijk is.
  • Het vestigen van horecagelegenheden uit categorie c, waar discotheken deel van uitmaken is binnen de bestemming "Centrum-1" en "Centrum-2" niet mogelijk.
  • Binnen het bestemmingsplan kan er aangaande het opzetten van terrassen in het kernwinkelgebied niets geregeld worden. De gemeente hanteert dan ook een apart terrassenbeleid, met daarin een aantal voorwaarden waaraan het terras moet voldoen. Voor het exploiteren van terrassen dient op basis van dit beleid een vergunning aangevraagd te worden.
4.2.5 Maatschappelijke voorzieningen

Algemeen
Nieuwe maatschappelijke voorzieningen zijn in het kernwinkelgebied niet wenselijk. Daarentegen zijn in het secundaire en overige centrumgebied nieuwe maatschappelijke voorzieningen wel gewenst. Deze nieuwe maatschappelijke voorzieningen dienen niet alleen te zijn gericht sociaal/medische zorg maar dienen ook een cultureel, educatief en sportief karakter te hebben. Voor het centrumgebied zijn verder nog plannen om in de toekomst een nieuwe multifunctionele accommodatie te ontwikkelen.

Gebiedsgerichte potentiële ontwikkelingen

  • onderzoek verrichten naar de bouw van een multifuntionele accommodatie op een deel van het Fontanfusplein en het achter het gemeentehuis gelegen parkeerplein.

Conclusie voor bestemmingsplan
Het bestemmingsplan speelt gedeeltelijk in op de voorgenomen ontwikkelingen op maatschappelijk vlak:

  • De secundaire gebieden krijgen de bestemming “Gemengd”. Ontwikkeling van maatschappelijke voorzieningen is binnen deze bestemming mogelijk. Het ontwikkelen van nieuwe maatschappelijke voorzieningen in het centrumgebied wordt hiermee dus mogelijk gemaakt.
  • Reeds aanwezige maatschappelijke functies zijn bestemd als "Maatschappelijk".