direct naar inhoud van 4.2 Ruimtelijke kader
Plan: Nijmegen-Lindenholt
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP6000-OH01

4.2 Ruimtelijke kader

4.2.1 Archeologie

Het deelgebied De Steekse Acker, gelegen in het noordwesten van het plangebied, is van zeer hoge archeologische waarde. Tijdens de aanleg van de wijk Lindenholt is hier in het talud van een afwateringssloot een dikke plaat klei van ongeveer 2 meter breed aangetroffen. Precies op de plaat, die kennelijk als ondergrond voor een haardvuur werd gebruikt, lagen enkele tientallen fragmenten IJzertijd- of wellicht inheems-Romeins aardewerk. Dat er op dit terrein tenminste een huis moet hebben gestaan is duidelijk, gezien de vondst van de haardplaat en het bijbehorende aardewerk. Van de plattegrond van het huis is echter verder niets bekend, en nog minder over de nederzetting waartoe het huis mogelijk heeft behoord.

Het overige deel van het plangebied is een zone met een archeologisch belang. De archeologische verwachting voor het aantreffen van bewoningssporen vanaf de prehistorie is hoog. Deze hoge archeologische verwachting hangt samen met zandopduikingen tot een hoogte net onder maaiveld. Dergelijke locaties, donken genoemd, waren in het verre verleden geliefde bewoningsplekken vanwege de hogere ligging ten opzichte van de omgeving.

Voorafgaand aan de ruimtelijke ontwikkelingen dient er een inventariserend (boor)onderzoek te worden uitgevoerd om vast te stellen of er archeologische waarden aanwezig zijn en in welke conditie die verkeren. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zal de gemeente Nijmegen een besluit nemen over eventueel archeologisch vervolgonderzoek op de locatie.

Voor het plangebied gelden de volgende uitgangspunten:

  • het terrein krijgt een dubbelbestemming met bijbehorende regels t.a.v. bouwvergunning en sloopvergunning. Doel van deze maatregel is om de verwachte archeologische waarden in de bodem te beschermen;
  • in het plangebied dient een inventariserend (boor)onderzoek uitgevoerd te worden. Het inventariserend onderzoek zal een scherper beeld geven van de archeologische waarden in de ondergrond. Voor dit onderzoek is een door de gemeente goedgekeurd Programma van Eisen verplicht;
  • op basis van de resultaten van dit onderzoek neemt het bevoegd gezag (gemeente Nijmegen) het besluit of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is;
  • de kosten van het archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste komen van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe).

Informatieplicht

Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht hiervan binnen drie dagen aangifte te doen (artikel 53 Monumentenwet 1988). Deze aangifte dient te gebeuren bij de minister van OCW, i.e. de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten.

4.2.2 Stedenbouwkundige opzet

Voor deze ontwikkelingslocatie is naar een integrale oplossing gezocht. Daarbij is gekeken naar de positie van de school in het gebied met de mogelijkheid aansluiting te vinden bij de wijk, uitwisseling met de voetbalvereniging mogelijk te maken en eventuele overlast voor de woonbuurt zoveel mogelijk te voorkomen.

Bij de herontwikkeling van het gebied wordt aangesloten bij de bestaande ruimtelijke structuur. Het sportpark krijgt een meer compacte opzet met vijf nieuwe velden: drie grote velden en twee kleine pupillen velden. De velden liggen nagenoeg op dezelfde plek als de bestaande velden. Ten opzichte van het huidige situatie komt het meest oostelijke veld te vervallen om ruimte te creƫren voor een nieuw schoolgebouw aan de IJpenbroekweg. De parkeerplaatsen tussen de kleedkamers en voetbalvelden komen te vervallen waarbij de ruimte tussen velden en kleedkamers ingericht wordt als voorplein. De huidige parkeerplaatsen aan de zuidzijde van de kantine worden uitgebreid om meer parkeergelegenheid te realiseren.

De school wordt langs de IJpenbroekweg aan de rand van de wijk gepositioneerd, daarbij rekening houdend met de te respecteren afstanden tot de Neerbosscheweg en IJpenbroekweg. Om de bereikbaarheid van de school voor fietsers te optimaliseren wordt een nieuw fietspad aangelegd tussen de fietstunnel bij de IJpenbroekweg en het fietstunneltje onder de Neerbosscheweg. Voor de school en het sportterrein wordt vanaf de IJpenbroekweg een nieuwe ontsluitingsweg aangelegd. Door ter hoogte van de parkeerplaatsen de woonstraat af te sluiten voor doorgaand autoverkeer wordt de ontsluiting vanaf de Broekstraat door de buurt opgeheven.


De nieuwe woningen sluiten aan op de bestaande woonbuurten en ronden deze af. De geplande woningbouw bestaat uit grondgebonden rijwoningen en geschakelde vrijstaande en twee-onder-een-kap-woningen.

In het gebied tussen de nieuwe velden en de huidige woonbuurt is de rooilijn van de nieuwe woningen afgeleid van de vroegere verkavelingstructuur. De woningen zijn met de achterzijde gekeerd naar de achterzijde van de bestaande woningen, waardoor een einde gemaakt wordt aan de achterkantsituatie. Ter plaatse van de nieuwe entree zijn een vrijstaande of geschakelde woningen gesitueerd, aansluitend bij de reeds aanwezige vrijstaande woningen in losse verkaveling.