Plan: | Nijmegen Woonpark Oosterhout 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP28000-VG01 |
Inleiding
De hoofdgroenstructuur van het plangebied wordt bepaald door park de Rietgraaf en verschillende assen waarin groen gecombineerd is met wadi's voor de hemelwaterberging. Dit groen is te beschouwen als gebruiksgroen. De centrale as van de busbaan behoort tot de hoofdbomenstructuur en kan beschouwd worden als groene structuur (voornamelijk als zichtgroen). Park de Rietgraaf sluit aan op het ten zuiden daarvan gelegen landgoed Oosterhout.
In het noordelijk deel van woonpark Oosterhout (Colmarstraat) zijn water en groen gecombineerd, grotendeels als natuurvriendelijke oevers. Deze lopen door in zuidelijke richting tot in Park de Rietgraaf en verder langs de zuidelijke grens van Woonpark Oosterhout.
Europees beleid
Natura 2000
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. Natura2000 is niet enkel ter bescherming van gebieden (habitats), maar draagt ook bij aan soortenbescherming.
Het Natura 2000 netwerk omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992. Rondom Nijmegen gaat het om de Natura 2000 gebieden 'Uiterwaarden Waal' en de 'Gelderse Poort'.
De Vogelrichtlijn bevat een lijst van 187 zeldzame of bedreigde vogelsoorten. Voor deze vogelsoorten en voor belangrijke overwinteringsgebieden van trekvogels zijn Speciale Beschermingszones aangewezen waaronder de Uiterwaarden van de Waal.
In de Habitatrichtlijn staat de bescherming van natuurlijke en half-natuurlijke habitats (door mensen bewoonde gebieden) centraal. In de bijlagen van de Habitatrichtlijn worden 500 plantensoorten, 200 diersoorten (geen vogels, omdat die al onder de vogelrichtlijn vallen) en 198 habitats genoemd. Voor de Habitatrichtlijn zijn Speciale beschermingszones aangewezen waaronder de Gelderse Poort.
De uitvoeringsinstrumenten voor de Vogelrichlijn en de Habitatrichtlijn in Nederland zijn de Natuurbeschermingswet 1998 (of kortweg Nb-wet 1998) en Flora- en faunawet (Ff-wet). De Nb-wet regelt gebiedsbescherming, terwijl de Ff-wet de soortbeschermingsaspecten van de Nederlandse natuur beschermt.
Nationaal beleid
Natuurbeschermingswet
De Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) is een Nederlandse wet die oorspronkelijk in 1967 is vastgesteld maar in 1998 ingrijpend is gewijzigd. In deze wet is nu de natuurbescherming van specifieke gebieden geregeld. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen en beschermd op grond van de wet:
Flora en Faunawet
Het doel van deze wet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. Deze wet hanteert daarbij het “nee, tenzij principe”. Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten in principe verboden zijn. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe zal een ontheffing ex artikel 75 moeten worden aangevraagd. De ontheffingsaanvraag moet onderbouwd zijn door een goed onderzoek naar het voorkomen van en de effecten op beschermde soorten. Ook moet aangetoond worden dat er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang.
In de Flora- en Faunawet is daarnaast een zogenaamde 'algemene zorgplicht' opgenomen. De zorgplicht is van toepassing op alle planten en dieren, ongeacht of ze wettelijk beschermd zijn. De zorgplicht houdt in dat er bij ingrepen zoals bouwactiviteiten altijd zorgvuldig moet worden omgegaan met de aanwezige planten en dieren. Schadelijke activiteiten moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de regel dat het kappen van bomen alleen mag plaatsvinden buiten het broedseizoen.
Provinciaal beleid
Ecologische Hoofdstructuur
De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in Nederland. De EHS is in het Streekplan Gelderland 2005-2015 door de provincie vertaald in de Gebiedsplannen Natuur en Landschap. Nijmegen valt binnen het gebiedsplan Rivierenland. Landgoed Oosterhout, de uiterwaarden van de Waal, de stuwwal, de Ooijpolder en de bosgebieden ten zuiden van Nijmegen zijn opgenomen in de EHS evenals een deel van de landbouwgronden die grenzen aan de wijk Weezenhof en het bosgebied van Vogelzang.
In de EHS geldt het 'nee, tenzij'-principe. Ruimtelijke ingrepen zijn niet toegestaan, tenzij er geen alternatieven zijn. Ook moeten de ontwikkelingen een groot openbaar belang hebben. Bij aantasting van de EHS is het compensatiebeginsel van toepassing. Dat betekent dat wanneer natuur- en landschapswaarden en recreatieve waarden verloren gaan, deze elders moeten worden gecompenseerd zodat per saldo geen kwaliteitsverlies optreedt en een duurzame situatie blijft bestaan.
Het Regionaal plan 2005-2020 geeft de gemeenschappelijke beleidsambities weer voor de ontwikkeling van de regio Arnhem-Nijmegen. Het Regionaal Plan wordt beschouwd als uitwerking van de Structuurvisie Gelderland (voorheen het Streekplan) en fungeert daarom tevens als toetsingskader voor lokale plannen. Voor natuur is dit vastgelegd in de 'Richtlijn compensatie natuur en bos'. Als er voor een bepaalde ontwikkeling bos of een deel van een natuurgebied moet verdwijnen, dan is het beleid van de provincie duidelijk. De Structuurvisie Gelderland zegt daarover: het totale oppervlak aan natuur en bos in de provincie mag niet verminderen. Waar iets verdwijnt, zal dat op een andere plaats vervangen moeten worden.
Woonpark Oosterhout grenst aan het landgoed Oosterhout dat onderdeel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur. Ten zuiden van het landgoed liggen de uiterwaarden van de Waal die deel uitmaken van Natura 2000.
Gemeentelijk beleid
Groenplan De groene draad (2007)
Het groenbeleid is vastgelegd in 'De groene draad - kansen voor het Nijmeegse groen' en heeft als doelstelling:
Voor de Waalsprong ligt de uitdaging in het integreren van het karakter van het oude land in het nieuwe (stedelijke) landschap. Bestaande groene lijnen kunnen zo een rol krijgen in de nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast biedt nieuwbouw bij uitstek de kans om wijken integraal op te zetten en rood en groen in balans vorm te geven. Vanuit ecologisch en recreatief oogpunt is het van belang om goede verbindingen met het omliggende landschap te realiseren.
Handboek Stadsbomen (2009)
Het Handboek Stadsbomen vormt een nadere uitwerking van het Groenplan “De Groene draad, kansen voor het Nijmeegse Groen” ten aanzien van de instandhouding en ontwikkeling van ons bomenbestand. Dit Handboek vormt tevens een toelichting op de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV), waarin de regels ten aanzien van bomen en groen zijn vastgelegd. Daarmee vormt dit Handboek hèt kader voor inrichtingsplannen en beheerplannen voor de openbare ruimte waar het bomen betreft. Het Handboek Stadsbomen heeft betrekking op alle bomen binnen de grenzen van de gemeente Nijmegen. Dat zijn dus niet alleen de park-, laan-, en straatbomen, maar ook bomen in tuinen en op particuliere terreinen. Voor bosopstanden, bosplantsoen en bomen in natuurgebieden gelden andere beleidskaders en wet- en regelgeving. Deze vallen buiten het kader van dit handboek. Voor bomen op gronden in eigendom van de gemeente Nijmegen die zijn gelegen buiten de eigen gemeentegrens (zoals Heumensoord), is de regelgeving van de betreffende gemeente van toepassing.
De hoofdpunten van het beleid zijn als volgt:
In woonpark Oosterhout ziet de hoofdboomstructuur er als volgt uit:
De donkere lijnen vormen de primaire structuur, de lichte lijnen vormen de secundaire structuur. In de hoofdbomenstructuur geldt onder andere dat, indien een boom gekapt moet worden, deze 1-op-1 gecompenseerd moet worden elders in de hoofdbomenstructuur.
Richtlijn Natuur Nijmegen (2004)
De wijze waarop in Nijmegen omgegaan wordt met de natuurwetgeving is nader uitgewerkt in de Richtlijn Natuur. Bij de Richtlijn Natuur horen ook de Natuurwaardenkaart en de Natuurkalender. De Natuurwaardenkaart laat globaal zien waar in Nijmegen de kans op het aantreffen van natuurwaarden groot is. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient altijd een afweging gemaakt te worden of nader onderzoek naar het voorkomen van natuurwaarden noodzakelijk is. De Natuurkalender geeft aan wanneer welke werkzaamheden wel of niet mogen worden uitgevoerd. Het gaat hierbij zowel om reguliere beheer- en onderhoudswerkzaamheden als om bouw-, cultuur- en civieltechnische werkzaamheden.