direct naar inhoud van 4.6 Waterhuishouding.
Plan: Landschapszone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP24000-OH01

4.6 Waterhuishouding.

Voor de plassen in de landschapszone zijn de volgende ruimtelijke kenmerken bepaald:

Het wateroppervlak moet ca 60 ha zijn op een gemiddeld waterpeil van 7,90m NAP

Het waterpeil schommelt voornamelijk tussen de 7,60m NAP en 7,90m NAP. In droge tijden kan dit waterpeil dalen tot ca 6,68 m NAP (aanlevering water aan de singels) en in natte tijden stijgen tot ca 8,50m NAP (buffering water). Hiermee moet rekening worden gehouden bij de bouw van woningen/voorzieningen. Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers zal de invloed van peilschommelingen van minder grote invloed zijn op de ecologische ontwikkelingen of zelfs een positieve invloed hebben.

Het ruimtebeslag van de plas is veel groter, omdat minimaal 50% natuurvriendelijke oevers (1:5) aangelegd moeten worden, naast oevers met een recreatieve en of woningbouwfunctie

Het WIW voorziet niet in een volledige beschrijving van de functies van de plassen en bijbehorende oevers.

De functies en de detailinrichting van de plassen zijn echter goed beschreven in de groen- en waterparagraaf en het beeldkwaliteitplan. Aanvullende opmerkingen daarop zijn dat de natuurvriendelijke inrichting van de plassen ook bedoeld is voor een waterzuiveringsfunctie, naast het bieden van leef-, schuil en voedselgebied voor de flora en fauna.

De verbinding tussen de Oosterhoutse- en de Lentse Plas wordt als ecologische verbinding uitgevoerd, die goed onderhouden kan worden. De afmetingen zijn zodanig dat de duikers het water niet teveel opstuwen en de waterkwaliteit niet onnodig beïnvloeden.

Voor de overige delen van de landschapszone, zoals Park Waaijenstein, zijn niet apart ruimtelijke kenmerken bepaald. In zijn algemeenheid is dat wel gebeurd voor de singels:

  • Het wateroppervlak moet ca 17 ha zijn op een gemiddeld waterpeil van 7,90m NAP (behoudens de Grift).
  • Het waterpeil schommelt voornamelijk tussen de 7,60m NAP en 7,90m NAP. In droge tijden kan dit waterpeil iets dalen (aanlevering water uit de plassen) en in natte tijden tijdelijk stijgen (vertraagde afvoer water). Hiermee moet rekening worden gehouden bij de bouw van woningen/voorzieningen. Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers zal de invloed van de kleine peilschommelingen van weinig invloed zijn op de ecologische ontwikkelingen of zelfs een positieve invloed hebben.
  • Het ruimtebeslag van de singels is veel groter, omdat minimaal 50% natuurvriendelijke oevers (1:5) aangelegd moeten worden, naast oevers met een woningbouwfunctie. Omdat dit niet overal lukt (bijvoorbeeld Citadel) zullen langs bepaalde delen van de singels tweezijdig flauwe oevers worden aangelegd. Dit speelt vooral in de gebieden met een groene uitstraling (Park Waaijenstein).
  • Naast het peil moet ook de doorstroming van de singels worden gegarandeerd met name in droge tijden om problemen met de waterkwaliteit te voorkomen. Hiervoor zijn de verbindingen tussen plassen en singels van groot belang. Dit speelt vooral in Park Waaijenstein.