direct naar inhoud van 4.7 Groenstructuur en natuurwaarden
Plan: Landschapszone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP24000-OH01

4.7 Groenstructuur en natuurwaarden

Algemeen

De groenstructuur van de Landschapszone wordt in grote lijnen als volgt ingedeeld van west naar oost:

Park Waaijenstein: stadspark voor de Waalsprong, wonen in het groen;

Oosterhoutse plas: stedelijk water met zowel natuurlijke als stedelijke oevers;

Lentse plas: recreatieplas met strand en parkachtig terrein mede te gebruiken voor evenementen, tevens locatie voor vrijstaande woningen;

Zandse plas: natuurontwikkeling en vrijstaande woningen, zowel private als openbare oevers.

Door de groenstructuur van de Landschapszone lopen verschillende wandel- en fietspaden. Een groot deel van de oevers is openbaar toegankelijk.

Door de ontwikkeling van de Landschapszone wordt een ecologische schakel toegevoegd tussen de Oosterhoutse waarden en Park de Woerdt dat op zijn beurt weer in verbinding staat met Park Lingezegen op regionale schaal. Daarmee biedt de Landschapszone de mogelijkheid voor uitwisseling van natuurwaarden vanuit brongebieden als Landgoed Oosterhout en de Oosterhoutse Waarden naar de omgeving. Echter, de zone met de Pr. Mauritssingel en de spoorlijn vormt voor sommige soorten een ecologische barrière tussen de verschillende gebieden binnen de Landschapszone. Om deze barrière deels te slechten zal er een faunapassage onder de infrabundel worden gecreëerd. Deze zal zowel uit een natte (water en moeraszone) als een droge verbinding bestaan. Ook voor de waterkwaliteit is deze verbinding van belang en ontstaat een volwaardige ecologische verbinding voor diverse soorten over land en door water/moeras.

Beschrijving per deelgebied

Park Waaijenstein

Park Waaijenstein krijgt de uitstraling van een parkachtig landschap. In het groen zullen maximaal drie appartementengebouwen op één gecombineerde onderbouw en enkele vrijstaande woningen verrijzen. Het gebied zal afwisselend ingericht worden met bospercelen, gras- en struweelzones, water en moerasstroken. De watergang die zich door het park slingert zal in verbinding staan met de naastgelegen Oosterhoutse plas. De oevers van de watergang krijgen een glooiend karakter en natuurlijke inrichting met rietzones. In park Waaijenstein komen ook enkele poelen die dienen als natte verbinding naar de Oosterhoutse Waarden.

Oosterhoutse plas

De oevers van de Oosterhoutse plas hebben verschillende uitstralingen. De noordelijke oever zal vrij strak zijn en qua stijl aansluiten op het toekomstige stedelijke gebied aan die zijde van de plas. Dit wordt gecombineerd met een bomenrij en rietoever.

De zuidelijke oever krijgt een natuurlijker, moerasachtige uitstraling met een slingerende en glooiende oever waar natuurwaarden zich kunnen ontwikkelen en verspreiden. Hiermee maakt deze zuidrand deel uit van de ecologische relatie tussen Landgoed Oosterhout, Park Waaijenstein en de Oosterhoutse plas.

De oostelijke oever maakt deel uit van het bosgebied aan beide zijden van de Pr. Mauritssingel/spoorlijn. Het zal een ruiger gebied worden met afwisselend bos, ruigtes en moeras. Deze combinatie van verschillende soorten leefgebieden maken het een aantrekkelijk gebied voor diverse soorten flora en fauna.

De westelijke oever wordt gevormd door een bestaand perceel dat gehandhaafd blijft. Het water van de Oosterhoutse plas wordt onder de Griftdijk door verbonden met de watergang die door park Waaijenstein zal slingeren.

Lentse plas

De noordelijke oever van deze plas is bestemd voor intensieve recreatie. Dit is vooral strandrecreatie in het zomerseizoen. Het achterliggende terrein krijgt een parkachtige invulling en leent zich tevens voor evenementen. Het type evenementen en de frequentie gedurende het jaar zal afgestemd worden met andere locaties in de stad en met het karakter van de plek en de directe omgeving (ligging nabij natuur, water en woonwijken). De woningbouw die eveneens aan de noordkant van de Lentse plas is gepland, wordt zo goed mogelijk ingepast in de groene omgeving. Belangrijk daarbij is dat de groenstructuur zoveel mogelijk doorloopt zonder onderbrekingen door woningen en dat de oevers een groene relatie houden met het achterliggende groen. Ook voor de recreatieve routes is aaneensluiting van groen in dit gebied van belang.

De westelijke oever wordt ingericht met bos, struweel, grasland en rietmoeras en heeft daarmee een vergelijkbaar karakter als het gebied aan de andere kant van de Pr. Mauritssingel/spoorlijn. Deze beide natuurgebieden staan met elkaar in verbinding via een faunapassage onder de infrastructuur door.

De oostelijke oever van de Lentse plas krijgt een parkachtige inrichting.

Zandse plas

De Zandse plas sluit aan op Park Lingezegen (deel de Woerdt) in het oosten en het open landschap van Ressen in het noorden. Het landschap op de oevers wordt ingericht ten behoeve van natuurwaarden die passen bij het waterrijke milieu van de Landschapszone. Sommige delen van de oever zullen een moerasachtig karakter met rietoevers krijgen, andere delen bestaan meer uit hoger opgaande beplanting. De inrichting met glooiende oevers, een afwisseling in leefgebieden (bos, grasland, struweel, rietmoeras), de relatieve rust en de aansluiting op Park Lingezegen maken dit deel van de Landschapszone aantrekkelijk voor diverse natuurwaarden. De zuidelijke oever van de Zandse plas bestaat uit vrijstaande woningen met daartussen een aantal openbare groengebieden die tot aan de oever lopen.

Ressen

Het terrein ten noorden van de Lentse Plas en de Zandse Plas zal een agrarische invulling behouden. De huidige natuurwaarden zullen daar dus hun plek behouden. Er is geen inventarisatie gedaan naar het voorkomen van soorten maar vanwege de toename van natuurwaarden in de Landschapszone kan verwacht worden dat er meer uitwisseling van flora en fauna gaat plaatsvinden tussen beide deelgebieden of dat soorten beide gebieden gaan gebruiken.

Ontwikkeling passend in groenbeleid

De ontwikkeling van de Landschapszone past in het sectorale beleid. Het Groenplan geeft namelijk aan dat een ontwikkeling met natuur en plassengebied een opgave is. Ook vanuit regionaal beleid wordt aangegeven dat een groene ontwikkeling in de Waalsprong met aansluitingen op nabijgelegen groengebieden en natuur gewenst is.

In het MER is aangegeven dat het ruigteterrein en de waterplas langs de Zwarte Weg aanzienlijke natuurwaarden herbergen. Door het MER wordt dan ook aanbevolen om deze waarden te integreren in het ontwerp voor de Landschapszone. Deze integratie is niet mogelijk gebleken omdat de locatie als voormalige stortlocatie sterk vervuild is. Het vervuilde terrein zal vanwege de positie in de Landschapszone afgedekt moeten worden. Daarnaast ligt de locatie dicht bij de Ovatonde en is deze daarom het meest geschikt voor (intensieve) recreatie. Er is dan ook gekozen voor een recreatieve ontwikkeling ten noorden van de Lentse Plas. Voor de natuurwaarden die hierbij verloren gaan, worden tijdig maatregelen getroffen in de vorm van een geschikte locatie elders in de Landschapszone. Op die manier blijven de aanwezige natuurwaarden zoveel mogelijk in het gebied, alleen op een andere plek binnen de Landschapszone.

Bespreking onderzoeksrapporten

Kwak, R.G.M. 2004. Inventarisatie van de flora en fauna in 2002 en 2003 - 'De Waalsprong', gemeente Nijmegen. Alterra-rapport 842, Wageningen. Inclusief Kaartenatlas.

Ten behoeve van de planvorming is onderzocht welke soorten in het plangebied voorkomen, hoe groot hun populatieomvang is, welke gebiedselementen van belang zijn voor het voorkomen en of het mogelijk is schade aan de populaties te voorkomen, te mitigeren en/of te compenseren.

Uit dit onderzoek blijkt dat er binnen het plangebied beschermde planten- en diersoorten zijn waargenomen. Met uitzondering van de floragegevens kan van de overige soortgroepen (vogels, zoogdieren, etc.) vooralsnog niet bevestigd worden of deze in omvang en aantallen nog binnen het plangebied voorkomen.

Het plangebied zal flink van karakter veranderen door de zandwinning en het toevoegen van grote oppervlaktes water. Dit levert kansen op voor soorten maar kan betekenen dat andere soorten noodgedwongen verdwijnen.

Biotopen als houtsingels, boomgaarden, agrarische percelen, bermen en sloten zullen verdwijnen. Met name de uitloop van dieren uit Landgoed Oosterhout is door de verandering van het aangrenzend habitat van agrarisch naar park van belang. Soorten die in Landgoed Oosterhout broeden en van de omgeving afhankelijk zijn kunnen vrijwel zonder uitzondering gebruik maken van de groenvoorzieningen in het nieuwe park en de nieuw te maken watergang. Negatieve aspecten zijn slechts in beperkte mate te verwachten.

Jagers op Akkerhuis, G.A.J.M. et al. 2008. Inventarisaties van de flora en fauna in 2008 in 'de Landschapszone', onderdeel van het ontwikkelingsgebied 'de Waalsprong', gemeente Nijmegen. Alterra, Wageningen

In 2008 is de inventarisatie uit 2002-2003 geactualiseerd omdat de gegevens verouderd waren. Het doel van de inventarisaties is een recent en zo volledig mogelijk beeld te geven van de aanwezigheid van (beschermde) soorten in de Landschapszone. Bij de inventarisatie is gekeken naar de volgende soortgroepen:

broedvogels;

vogels met vaste nesten;

vleermuizen;

overige zoogdieren;

amfibieën;

planten;

insecten;

vissen.

Deze nieuwe inventarisatie laat zien dat de verspreiding van soorten in het gebied in 2008 in grote lijnen hetzelfde patroon volgt als in 2002/2003. In onderstaande zal per deelgebied ingegaan worden op de effecten van de ontwikkeling van de Landschapszone op de aanwezige soorten zoals weergegeven in het rapport van Alterra.

Park Waaijenstein

De belangrijkste natuurwaarden in dit gebied zijn de houtwallen en enkele sloten. Tijdens de inventarisatie in 2008 zijn de volgende aantallen beschermde soorten gevonden: 2 plantensoorten, 4 zoogdieren, 3 amfibieën en 29 vogels (geen vissen en insecten).

De natuurwaarden in Park Waaijenstein en in samenhang daarmee in Landgoed Oosterhout hoeven geen gevaar te lopen wanneer bij inrichting en gebruik en beheer voldoende rekening wordt gehouden met belangrijke landschapselementen zoals houtwallen en sloten. Een op kleinschalige natuur gericht beheer (boomgroepen, kleinschalige natuurakkers, poelen) kan de natuurwaarden in het gebied ten goede komen.

Oosterhoutse plas

De natuurwaarden in het gebied de Oosterhoutse plas zijn zeer beperkt. Tijdens de inventarisatie in 2008 zijn de volgende aantallen beschermde soorten gevonden: 2 plantensoorten, 2 zoogdieren, 1 amfibie en 9 vogelsoorten.

De huidige inrichtingsplannen zullen het gebied van de Oosterhoutse plas omvormen tot een groot waterbassin met langs de randen mogelijkheden voor natuurlijke oevers, afgewisseld met recreatie en woningbouw op het water. Hierdoor zullen de (geringe) huidige natuurwaarden die samenhangen met het agrarische gebied verloren gaan. Daarvoor in de plaats biedt het toekomstige landschap mogelijkheden voor natuur met name langs de randen van het waterbassin.

Stadsas Noord

De natuurwaarden in het deel van de Stadsas dat in de Landschapszone ligt, hangen vooral samen met de bosaanplant tussen het spoortalud en de Prins Mauritssingel. Tijdens de inventarisatie in 2008 zijn de volgende aantallen beschermde soorten gevonden: 3 plantensoorten, 1 zoogdier en 12 vogelsoorten.

De huidige inrichtingsplannen hebben weinig effect op het gebied. De natuurwaarden zijn vooral afhankelijk van het beheer van de huidige elementen waaronder sloten, taluds, bermen en bosaanplant.

Lentse plas

De natuurwaarden in het deelgebied Lentse plas hangen sterk samen met het Zwarte Gat en enkele sloten in het gebied. Het water van het Zwarte Gat is daarentegen extreem arm aan aquatische natuurwaarden. Tijdens de inventarisatie in 2008 zijn de volgende aantallen beschermde soorten gevonden: 3 planten, 3 zoogdieren, 5 amfibieën, 29 vogels en 1 vis.

Doordat het Zwarte Gat en alle sloten ten zuidoosten ervan opgaan in de nieuw aan te leggen waterplas zal in eerste instantie natuur verloren gaan. Op de wat langere duur zijn er echter veel kansen voor planten en dieren van opgaande vegetaties, moerassen en wateren. Dit betekent dat bij de uitvoering voldoende ruimte moet worden gelaten voor de natuur en dat in de einduitvoering ruimte ingepland moet worden voor ondiep water en natuurlijke oevers.

Archeologisch monument

De natuurwaarden worden in dit deelgebied voor het grootste deel bepaald door de spontane begroeiing die is ontstaan op het terrein van de vuilstort aan de Zwarte Weg. Tijdens de inventarisatie in 2008 zijn de volgende aantallen beschermde soorten gevonden: 2 planten, 3 zoogdieren, 5 amfibieën en 30 vogelsoorten.

Uitvoering van de plannen voor de Landschapszone (in dit deelgebied de ophoging van de vuilstort) betekent dat de natuurwaarden in dit deelgebied voor een groot deel verloren zullen gaan en daarmee de habitat van de populatie strikt beschermde Kamsalamanders. Speciale maatregelen zijn nodig ter instandhouding door verplaatsing van de populatie.

't Zand

De natuurwaarden in dit deelgebied zijn beperkt en hangen vooral samen met erven en sloten. Tijdens de inventarisatie in 2008 zijn de volgende aantallen beschermde soorten gevonden: 1 plant, 4 zoogdieren, 2 amfibieën en 21 vogelsoorten.

Het terrein biedt veel mogelijkheden om de natuurwaarden te vergroten. Door de aanleg van extensieve weiden, natuurlijke glooiende oevers en bijvoorbeeld wilgen- of elzenbroekbos kan de bijdrage aan de natuurwaarden van het rivierengebied aanzienlijk vergroot worden.

Koopman, A.D.G. 2006. Toetsing inrichting Landschapszone, De Waalsprong, Nijmegen. Toetsing aan natuurdoeltypen, doelsoorten en ecologische randvoorwaarden.

Bureau Waardenburg heeft onderzoek verricht naar de waarde van het schetsontwerp voor de natuur. In het rapport wordt ingegaan op de huidige natuurwaarden en de functie die het schetsontwerp kan vervullen voor deze natuurwaarden. Ook wordt een selectie gemaakt van natuurdoeltypen en doelsoorten die in het plangebied tot ontwikkeling kunnen komen.

Door de grote landschappelijke verandering die zich zal voltrekken in het gebied van de Landschapszone zullen sommige van de nu aanwezige natuurwaarden niet op hun huidige locatie kunnen blijven. Het is echter goed mogelijk om andere locaties in te richten en geschikt te maken zodat deze soorten zich elders in de Landschapszone kunnen vestigen. Daarmee blijven de bestaande natuurwaarden zoveel mogelijk in het gebied van de Landschapszone. Het is van belang om deze nieuwe locaties tijdig in te richten zodat ze goed ontwikkeld zijn op het moment dat de soorten verplaatst worden.

Bij de keuze van de natuurdoeltypen en doelsoorten is rekening gehouden met de huidige natuurwaarden in en om het gebied, de toekomstige ligging in verstedelijkt gebied, de eisen die doelsoorten aan hun omgeving stellen en de haalbaarheid van de ontwikkeling van natuurdoeltypen en doelsoorten. Een natuurdoeltype is een in het natuurbeleid nagestreefd type ecosysteem dat een bepaalde biodiversiteit en een bepaalde mate van natuurlijkheid als kwaliteitskenmerken heeft. Doelsoorten zijn soorten die met prioriteit aandacht krijgen vanwege hun beperkte aanwezigheid en/of hun negatieve trend op internationaal en/of nationaal niveau.

Natuurdoeltypen:

  • bos;
  • struweel;
  • gras/weide;
  • rietmoeras;
  • water;
    • 1. groot open water;
    • 2. sloot/watergang;
    • 3. poel.

Omdat de Landschapszone zowel een natuurfunctie als een recreatiefunctie gaat vervullen, is ervoor gekozen om te streven naar minder kritische doelsoorten. Dit betekent dat de soorten waarvoor de Landschapszone ingericht zal worden, goed kunnen gedijen in een landschap waar regelmatig mensen aanwezig zijn en waar invloeden vanuit stedelijk gebied (licht, geluid, beweging) merkbaar zijn. De genoemde doelsoorten zijn geselecteerd uit lijsten met beschermde en bedreigde soorten. Naast deze doelsoorten zullen er ook verschillende meer algemene soorten voor kunnen komen in de Landschapszone. Een deel van de doelsoorten en meer algemene soorten komt al voor in het gebied van de Landschapszone.

Doelsoorten:

eenheid   natuurdoeltype   doelsoorten  
Bos   Essen-iepen bos   grote bonte specht
ransuil
es
iep
wilde kardinaalsmuts  
Struweel   Sleedoorn-meidoorn struweel   sleedoorn
hop
kneu
braamsluiper
oranjetipje
dwergmuis  
Gras/weide   Glanshaver-grasland   rapunzelklokje
ruige weegbree
behaarde boterbloem
icarusblauwtje  
Rietmoeras   Waterriet en biezen   rietzanger
watermunt
kleine watereppe
dotterbloem  
Groot open water   Egelskop-pijlkruidvegetatie   sterkranswier
watergentiaan
zwanenbloem
snoek
kleine modderkruiper  
Sloot en watergang   Egelskop-pijlkruidvegetatie   zwanenbloem
waterviolier (bij kwel)
snoek
bittervoorn
poelkikker  
Poel   Egelskop-pijlkruidvegetatie   waterviolier (bij kwel)
watergentiaan
poelkikker
kamsalamander
glassnijder  

Smits R.R. en Lensink, R. 2008, Landschapszone Waalsprong en de effecten op beschermde natuurgebieden, Oriëntatiefase Natuurbeschermingswet 1998.

Bureau Waardenburg heeft onderzoek gedaan naar de mogelijke effecten van de ontwikkeling en inrichting van de landschapszone op Natura 2000-gebieden Uiterwaarden Waal en Gelderse Poort. Conclusie is dat de habitattypen en soorten zoals genoemd in de instandhoudingsdoelstellingen van beide Natura 2000-gebieden geen relatie hebben met het plangebied. Derhalve zijn negatieve effecten van de ingrepen in de landschapszone uitgesloten.