Plan: | Landschapszone |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP24000-OH01 |
Woonvisie 2005
Het gemeentelijk beleid op het gebied van wonen is vastgelegd in de Woonvisie 2005.
In de Woonvisie worden de volgende strategische keuzes gemaakt voor Nijmegen:
Opgaven voor het wonen zijn:
Meerjarenperspectief woningbouw 2010
Op 12 juli 2005 heeft het College “Een huis voor iedereen?, Meerjarenperspectief Woningbouw” aangenomen. Het Meerjarenperspectief is een actualisatie van het onderdeel woningbouwprogrammering uit de Woonvisie. De uitgangspunten uit het Meerjarenperspectief zijn:
Met andere woorden: “de juiste woning op het juiste moment op de juiste plek”.
- Tempo: de enige manier om problemen op de woningmarkt op te lossen is het bouwen van voldoende woningen. Alle andere “oplossingen” leveren alleen een andere wijze van verdelen van de schaarste op.
- Kwaliteit: het toevoegen van de juiste kwaliteit en prijs-kwaliteitverhouding levert voordeel op voor de burger: deze kan kiezen ui door hem gewenste producten. Bovendien is door het bieden van de juiste kwaliteit de afzet goed en kan er in een flink tempo verkocht, verhuurd en daarmee gebouwd worden.
- Betaalbaarheid: aandacht voor de betaalbaarheid van het wonen voor mensen met een laag inkomen blijft essentieel. Hierbij is de vraag naar huurwoningen in laagbouw het grootst; toevoegingen in de etagesfeer moeten met name gericht zijn op wonen en zorg.
Het Meerjarenperspectief en het woningmarktonderzoek (2003) dat aan het meerjarenperspectief
ten grondslag ligt, geven een beeld van het gewenste woonmilieu. Het grootste gedeelte (70%) wil een grondgebonden woning in een monofunctioneel woonmilieu; 30% wil juist stedelijker wonen, in de nabijheid van voorzieningen. Om in Nijmegen te kunnen sturen op woonmilieus, is de Woonmilieukaart Nijmegen 2003 ontwikkeld. Deze woonmilieukaart is als bijlage bij het Meerjarenperspectief vastgesteld en gaat uit van vijf woonmilieus: centrum, stadsbuurt, tuinstad, tuindorp en woonpark.
Overeenkomst concessie woningbouw 2004-2009
Op 13 juni 2005 is de “Overeenkomst concessie woningbouw 2004-2009” getekend. Hierin zijn regionale afspraken vastgelegd over het realiseren van sociale woningbouw.
In de overeenkomst is afgesproken in principe binnen de contouren bouwt en dat zij minimaal 35% in de sociale huur, de middeldure huur en de betaalbare koop realiseert. Ook is afgesproken dat minimaal 35% wordt gerealiseerd in de vorm van direct voor ouderen geschikte woningen. Daarnaast moet het streven zijn om het aanbod van woon-zorgmogelijkheden te vergroten.
Woonservicegebieden in Nijmegen
In oktober 2006 heeft het College de notitie “Woonservicegebieden in Nijmegen” vastgesteld.
Op 18 maart 2008 is vervolgens de notitie “Actualisatie Woonservicegebieden in Nijmegen” door het College vastgesteld. Het College heeft in 2006 een checklist “toegankelijkheid openbare ruimte” vastgesteld.
Ontwikkeling Waalsprong
Nadat de regio Arnhem Nijmegen is aangewezen tot stedelijk knooppunt is een overeenkomst
gesloten tussen het Rijk, de provincie, het KAN en de gemeenten (uitvoeringsconvenant
VINEX d.d. 24 april 1995). Dit uitvoeringsconvenant gaat uit van 12.000 woningen op de locatie Waalsprong. In navolging van de Vierde Nota is het KAN in de Vijfde Nota aangewezen als concentratiegebied voor verstedelijking. Het KAN heeft een aanzienlijke taakstelling op het gebied van wonen, werken en voorzieningen. De nadruk ligt daarbij op knooppuntontwikkeling en zuinig ruimtegebruik. In 2000 is op rijksniveau de nota Mensen, Wensen, Wonen opgesteld, als opvolger
van de Nota Volkshuisvesting. Het nieuwe beleid beoogt een omslag van kwantiteit naar kwaliteit, van huisvesten naar wonen en van volkshuisvestings- naar woonbeleid. Vanwege de verhoogde ambities op het gebied van woonkwaliteit wordt het wenselijk geacht de afspraken over de verstedelijkingsopgave van steden en provincies te herzien. In maart 2002 zijn voor het KAN nieuwe intentieafspraken gemaakt. In 2004 zijn deze afspraken omgezet in een convenant. De (kwantitatieve) doelstelling is het terugdringen van het woningtekort tot 1,5% van de woningvoorraad en de bouw van 24.591 woningen in het KAN. Vervolgens is het convenant vertaald in de Verordening Woningbouwbudget KAN.