direct naar inhoud van 2.7 Natuur
Plan: Landschapszone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP24000-OH01

2.7 Natuur

Ecologische Hoofdstructuur

In het Streekplan Gelderland 2005-2015 wordt de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van nationaal niveau vertaald naar het provinciale niveau. De EHS is een netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in Nederland. De EHS is in het Streekplan Gelderland 2005-2015 door de provincie vertaald in de Gebiedsplannen Natuur en Landschap. Nijmegen valt binnen het gebiedsplan Rivierenland. In (de omgeving van) de Waalsprong vallen de volgende gebieden binnen de EHS:

• uiterwaarden van de Waal;

• Landgoed Oosterhout;

• Fort Benedenwaal;

• Park de Woerdt (ten oosten van de Waalsprong).

Bij aantasting van de EHS is het compensatiebeginsel van toepassing. Dat betekent dat wanneer natuur- en landschapswaarden en recreatieve waarden verloren gaan, deze elders moeten worden gecompenseerd zodat per saldo geen kwaliteitsverlies optreedt en een duurzame situatie blijft bestaan.

Het Regionaal plan 2005-2020 geeft de gemeenschappelijke beleidsambities weer voor de ontwikkeling van de regio Arnhem- Nijmegen. Als uitwerking van het Streekplan fungeert het tevens als toetsingskader voor lokale plannen. Voor natuur is dit vastgelegd in de 'Richtlijn compensatie natuur en bos'. Als er voor een bepaalde ontwikkeling bos of een deel van een natuurgebied moet verdwijnen, dan is het beleid van de provincie heel helder. Het provinciale Streekplan (2005) zegt daarover: het totale oppervlak aan natuur en bos in de provincie mag niet verminderen. Waar iets verdwijnt, zal dat op een andere plaats vervangen moeten worden. Het restrictieve EHS beleid is binnen het plangebied van belang voor het initiatief op Landgoed Oosterhout, zie par. 4.2.

Een deel van het plangebied Landschapszone is momenteel nog aangewezen als EHS-verwevingsgebied, maar zal wijzigen. Het gaat om een deel van Park Waaijenstein ten oosten van Landgoed Oosterhout. Het plangebied grenst in het oosten aan een EHS-verbindingszone. In het westen grenst het plangebied aan de uiterwaarden (de Oosterhoutse Waarden) dat aangewezen is als EHS-natuur en als Vogelrichtlijngebied (Natura2000). Aangezien de oostrand van de Landschapszone zoveel mogelijk voor natuur wordt ingericht sluit dit aan op de EHS-verbindingszone. In 2008 heeft de Provincie besluitvorming voorbereid over de begrenzingen van de EHS. In het conceptbesluit vindt in Waaijenstein een herbegrenzing plaats, waarbij het uitgangspunt is dat binnen de rode contouren van het zoekgebied voor woningbouw ruimte is voor groen, en binnen het voor groen bestemde gedeelte ruimte is voor beperkte bouwmogelijkheden. Definitieve besluitvorming vindt plaats rond de zomer van 2009.

Groenstructuurplan Nijmegen (1995)

Het groen in 'Het land over de Waal' wordt gekenmerkt door een aantal 'identiteitsdragers': de dijkzone in het zuiden, het Lentse plassengebied in het midden, een bosstrook langs de Griftdijk en een bosstrook tussen Bemmel en Ressen in noord- zuid richting. Tezamen vormen deze identiteitsdragers het landschappelijk raamwerk van 'Het land over de Waal'.

De dijkzone bestaat uit een aaneenschakeling van landschapselementen zoals wielen, beplantingselementen, een fort en het landgoed Oosterhout. De Waalbandijk vormt de verbindende factor tussen deze elementen. Deze landschappelijke motieven dienen in de stedelijke structuur te worden opgenomen. Nieuwe landschappelijke elementen zoals parken, fort Knotsenburg en nieuwe landgoederen kunnen in deze strook gevoegd worden.

Het centrale plassengebied vervult een functie in het stedelijk watersysteem. 'Gebiedseigen' water kan hier worden opgeslagen en de plassen dragen bij aan een goede kwaliteit van het oppervlaktewater. Het binnendijkse watermilieu vormt een toevoeging op de natuurontwikkeling in de nabij gelegen Gelderse Poort. Bovendien heeft een deel van het plassengebied een recreatieve functie voor de watersport.

Groenplan De groene draad (2007)

Het nieuwe groenbeleid is vastgelegd in 'De groene draad - kansen voor het Nijmeegse groen' (13 februari 2007 vastgesteld door b&w, 28 februari in de raad). Het nieuwe groenplan heeft als doelstelling:

  • inzicht te geven in het totaal van groene ontwikkelingen in en om de stad en hun onderlinge samenhang;
  • een sturingsinstrument voor het bestuur te zijn voor groene ontwikkelingen in de stad;
  • vanuit een groen toekomstperspectief een gids of leidraad te zijn voor toekomstige stedelijke ontwikkelingen;
  • de groene ambities te benoemen voor de komende jaren die vertaald worden in een uitvoeringsprogramma.

Voor de Waalsprong ligt de uitdaging in het integreren van het karakter van het oude land in het nieuwe (stedelijke) landschap. Bestaande groene lijnen kunnen zo een rol krijgen in de nieuwe ontwikkelingen. Vanuit ecologisch en recreatief oogpunt is het van belang om goede verbindingen met het omliggende landschap te realiseren. Specifiek voor de Landschapszone wordt het volgende aangegeven in het Groenplan De groene draad.

“De Landschapszone: Dit is een groene zone waarbij natuur- en recreatieterreinen worden opgehangen aan bestaande structuren, gevormd door de uiterwaarden, landgoed Oosterhout, de Ressense Wal, de landerijen en boomgaarden en waterplassen. Het westelijk deel van de Landschapszone wordt ingericht als stadspark (intensief), het oostelijk deel als landschapspark (extensief). “

Wetgeving

De Flora- en Faunawet is per 1 april 2002 in werking getreden. Deze wet verbiedt onder meer het verstoren, verontrusten en vernietigen van in de Flora- en Faunawet en het bijbehorende Besluit aanwijzing dier- en plantensoorten Flora en faunawet opgenomen soorten en/of hun hol, rustplaats of voortplantingsplaats. Daarnaast regelt de wet de op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn beschermde planten- en diersoorten. Uitgangspunt bij ingrepen in een bestaand landschap is 'nee, tenzij'. Schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten zijn in principe verboden. Voor verschillende categorieën soorten en verschillende activiteiten zijn vrijstellingen of ontheffingen mogelijk. Hiervoor gelden verschillende voorwaarden. Om te kunnen beoordelen is het nodig te weten welke soorten voorkomen, een indicatie te hebben van de populatieomvang, welke gebiedselementen van belang zijn voor het voorkomen en of het mogelijk is schade aan de populaties te voorkomen, te mitigeren en/of te compenseren. Met name aan de soorten die worden genoemd in de Habitat- en Vogelrichtlijn wordt extra verantwoordelijkheid ten aanzien van de bescherming toegekend. Naast de verbodsbepalingen geldt de zorgplicht ten aanzien van alle in het wild levende dieren en planten en hun leefomgeving. De zorgplicht geldt altijd, voor iedereen en in alle gevallen.

Ontheffing Flora- en Faunawet

Voor de Waalsprong is in 2002/2003 door Alterra (2004) onderzoek gedaan naar het voorkomen van flora en fauna. Uit dit onderzoek blijkt dat de ingreep afbreuk doet aan verschillende soorten. Een deel van de beschermde soorten en het leefgebied kan in het voorliggende plan ingepast worden. Daarnaast kunnen compenserende en mitigerende maatregelen getroffen worden om leefgebieden van beschermde soorten te ontzien en eventuele schade te herstellen. In het plan worden nieuwe natuurwaarden toegevoegd. De ontwikkeling van de Landschapszone is noodzakelijk omwille van dringende redenen van groot openbaar belang. Tevens kan in alle redelijkheid worden gesteld dat er geen andere bevredigende oplossing mogelijk is. Deze aspecten zijn nader onderzocht in het kader van het MER Waalsprong. Waar noodzakelijk zal op grond van artikel 75 van de Flora- en Faunawet bij de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit een ontheffing worden aangevraagd. In hoofdstuk 4 staan recent vervolgonderzoek en voorgenomen uitvoering toegelicht.