Plan: | Landschapszone |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP24000-OH01 |
In oktober 2006 is het Regionaal Plan voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen vastgesteld. Op 7 maart 2007 hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland grotendeels goedkeuring verleend aan dit plan. Hierdoor heeft het Regionaal Plan de status van regionaal structuurplan zoals bedoeld in artikel 36 Wet ruimtelijke ordening. Dat betekent dat de bestemmingsplannen van de twintig regiogemeenten moeten passen binnen de lijnen die worden uitgezet in het Regionaal Plan. Doel van het plan is te werken aan een aantrekkelijk, internationaal concurrerende regio Arnhem- Nijmegen. Het bestaande stedelijk gebied staat hierbij centraal. Dat wil zeggen dat er ingezet wordt op herstructurering en herontwikkeling van het bestaande, boven
nieuw ruimtebeslag voor wonen en werken. De regio Arnhem- Nijmegen ontwikkelt zich steeds meer tot een samenhangend stedelijk netwerk met een eigen identiteit. Die eigen identiteit laat zich het beste vangen in de drieslag:
kennis: aanwezigheid hoogwaardige bedrijvigheid in de logistieke sector en de glastuinbouw, maar ook de aanwezigheid van een universiteit en het valley concept versterken de netwerkeconomie;
natuur: rivierenlandschap tussen de stuwwallen Veluwe en Rijk van Nijmegen;
cultuur: door de natuurlijke ligging van het gebied is de regio door de eeuwen heen het domein geweest van fronten en linies die noord-zuid en oost-west van elkaar scheiden. Daardoor is het culturele erfgoed in de regio enorm.
De Stadsregio stuurt op de uitvoering van strategische projecten door middel van het zoeken naar samenwerking met maatschappelijke organisaties, marktpartijen en particulieren (ontwikkelingsplanologie). In het Regionaal Plan is een uitwerking gemaakt van de bestuurlijke visie en ambities. Dit levert een agenda op van tien strategische ontwikkelingsprojecten:
1. Verbeteren van aansluiting op Europese infrastructuurnetwerken;
2. Verknopen bus en trein tot één samenhangend regionaal OV-netwerk
3. Stedelijke ontwikkeling rondom enkele multimodale knooppunten
4. Herstructurering van bestaande bedrijventerreinen en hoofdwegennet;
5. Ruimte voor innovatie: creative industry, kennis/ICT, wellness/hospitality;
6. Versterken van het grootstedelijk klimaat van Arnhem en Nijmegen
7. Ontwikkeling van de eigenheid en identiteit van dorpen;
8. Regionaal landschapspark: recreatief routenetwerk ontwikkelen;
9. Kwaliteitsverbetering van de natuur (in en om de stad);
10. Zichtbaar maken van cultuurhistorische relicten en monumenten.
Voor deze ontwikkelingsprojecten zijn beleidsuitspraken geformuleerd die een toetsingskader vormen voor de bestemmingsplannen door de Provincie. Onder de nieuwe Wro zijn de beleidsuitspraken relevant voor het hanteren van de bevoegdheden in de nieuwe structuur van de wet.
Water |
Doelstelling: structurele beschermingsmaatregelen door hoogwaterbeschermingsbeleid 9% van het bruto ruimtebeslag moet uit oppervlaktewater bestaan |
Cultuurhistorie | Doelstelling: “Behoud door ontwikkeling”; het zodanig omgaan met cultuurhistorische kwaliteiten dat deze worden ingepast, waardoor ze beleefbaar blijven of worden. Inzet bij planuitwerking is dat de aanwezige cultuurhistorische waarden worden geïnventariseerd en zo mogelijk worden geïntegreerd. |
Landschap | Doelstelling: Ruimtelijke ontwikkelingen afstemmen op aanwezige landschapskenmerken en laten bijdragen aan het verbeteren van de landschappelijke kwaliteit. |
Recreatie | Doelstelling: Het optimaal voor recreatie en toerisme benutten en uitbouwen van de in de regio aanwezige potenties op het gebied van natuur, landschap, water, archeologie en cultuurhistorie. In het bestemmingsplan dient het kernnet 'Recreatieve routenetwerk' verankerd te worden. |
Mobiliteit | Doelstelling: Het realiseren van een comfortabel mobiliteitsnetwerk in de stadsregio waarbij gebruik van het openbaar vervoer en de fiets gestimuleerd wordt. Er gelden parkeernormen voor werklocaties; afspraken zoals die zijn vastgelegd in het verkeersmanagementplan 'Van beleid naar uitvoering 2005 - 2009' moeten worden uitgewerkt in concrete plannen (aanleg 2e stadsbrug over de Waal) |
Wonen | Doelstelling: Het voor iedere (toekomstige) inwoner van de stadsregio een juiste woning beschikbaar hebben met betrekking tot prijs, eigendomssituatie, aard & type en locatie. In de periode 2005 – 2010 gelden voor de KAN gemeenten geen beperkingen in het per gemeente aantal te bouwen woningen. Voor de periode 2010 – 2015 wordt in 2008 bepaald of deze beleidsregel kan worden gecontinueerd. Binnen de 'Contouren woningbouw' bepalen de gemeenten zelf de te ontwikkelen locaties en de aantallen nieuw te bouwen woningen met inachtneming van het bepaalde in Concessies Wonen. |
Werken | Doelstelling: Het op een zorgvuldige wijze voldoende ruimte bieden en inpassen voor het scheppen van voldoende werkgelegenheid voor de inwoners van de stadsregio, die aansluit bij het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, nu en in de toekomst. Van de totale behoefte van 490 hectare aan uitbreiding van nieuwe bedrijventerreinen wordt netto 85 hectare in de A15-zone ontwikkeld Kantoorgebouwen voor bedrijven met een regionale en bovenregionale functie worden alleen ontwikkeld in plannen rond centrale stations, netwerkstations en langs hoogfrequente buslijnen (minimaal 6 x per uur per richting). In plannen voor 'Bestaande Bedrijventerreinen' en in het 'Zoekgebied regionale bedrijventerreinen', worden bedrijfsgebouwen uitgesloten, waarin meer dan 40% van het bruto vloeroppervlak van een gebouw wordt benut voor kantooractiviteiten. |
Detailhandel | Doelstelling: Het versterken van de bestaande hiërarchie van winkelcentra en de bestaande perifere detailhandelconcentraties. In het 'Zoekgebied PDV A325 zone' komen drie locaties in aanmerking voor de vestiging van bovenlokale winkel- en vrijetijdsvoorzieningen te weten Gelredome, Aamse Poort (grootschalige tuincentra) en Ressen (vrije tijd). Uitgangspunt bij de (her)ontwikkeling van de locaties Gelredome, Aamse Poort en Ressen is het scheppen van optimale condities voor een kansrijke ontwikkeling, zowel in termen van ruimtelijke kwaliteit als vastgoedontwikkeling De vestiging van bouwmarkten en tuincentra groter dan 1.000 m2 b.v.o. of uitbreiding van bestaande vestigingen daarvan met meer dan 1.000m2 b.v.o. is alleen toegestaan als de bovenlokale marktruimte naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio is aangetoond. |
Voor het Regionaal Plan is een Strategische milieubeoordeling (SMB) uitgevoerd. Dit betekent dat gekeken wordt naar de milieueffecten van bepaalde in het plan voorgenomen ontwikkelingen (o.a. Locatiekeuze bedrijventerrein A12 en A15-zone en de zoekzone voor perifere detailhandelvestiging (PDV)) Deze ontwikkelingen zijn geselecteerd op basis van de voorwaarden:
Over het onderwerp worden in het Regionaal Plan kaderstellende uitspraken gedaan (in aanvulling op voornemens in rijksnota's en het Streekplan Gelderland 2005) én het onderwerp valt onder de Nederlandse en/of Europese MER-plicht.
Voor het onderwerp is een passende beoordeling nodig op grond van artikel 6 en 7 van de Habitatrichtlijn.
Daarnaast is er aandacht geschonken aan de cumulatieve effecten.