direct naar inhoud van 4.5 Waterparagraaf
Plan: Nijmegen Vossenpels Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP22100-OH01

4.5 Waterparagraaf

Algemeen

Het plangebied maakt deel uit van de waterhuishoudkundige inrichting van het gemeentelijk grondgebied ten noorden van de Waal en ten oosten van de Prins Mauritssingel. Deze voormali-ge stadssnelweg en de spoorlijn vormden een waterscheiding. Deze waterscheiding is definitief opgeheven als de duiker onder het spoor en de Prins Mauritssingel, ter hoogte van de inmiddels deels gegraven plassen, en de verbindende watergangen tussen de plassen is gerealiseerd. In de eindsituatie is in de plassen voldoende berging aanwezig. Het regenwater van het dorp Lent en Visveld aan deze zijde van de waterscheiding wordt, totdat de Waalsprong één peilgebied is, naar Ressen afgevoerd. Het regenwater van het gebied Vossenpels ten zuiden van Bekkersland watert af op de Turennesingel. Binnen Vossenpels liggen A en C watergangen (zie figuur 1 Be-staande watergangen binnen Vossenpels). Deze watergangen zijn niet permanent watervoerend en vallen in de zomer droog.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP22100-OH01_0017.jpg"

Figuur 1: bestaande watergangen binnen Vossenpels

Het stadsdeel Waalsprong ligt in het poldergebied Betuwe met hoge grondwaterstanden en met oppervlaktewater dat in de huidige situatie dient voor waterberging en waterdoorvoer naar het achterland. In de nieuwe situatie voeren de overblijvende (kwel)sloten en de singels het water af naar de grote plassen in de landschapszone. Alleen bij zeer grote regenwater aanvoer wordt er water afgevoerd naar de Linge via Woonpark Oosterhout. Hier wordt dus een duurzaam (toekomstbestendig) watersysteem aangelegd. Dit watersysteem is beschreven in het Waterhuis-houdkundig Inrichtingsplan Waalsprong 2009 (WIW) en het watersysteem speelt een (mede)ordenende rol bij stedelijke ontwikkelingen. Het Vossenpelsgebied is echter (nog) niet opgenomen in het watersysteem van de Waalsprong. In overleg met Waterschap Rivierenland wordt gekeken of en hoe dit mogelijk wordt gemaakt.

Royal Haskoning heeft op 4 oktober 2011 gekeken of de verharde oppervlakten die voor de uiteindelijke vaststelling van het WIW zijn gehanteerd, afwijken van de huidige stand van zaken van Waalsprongplannen.

In de notitie concludeert Haskoning dat er op basis van het huidig denken over de Waalspronginvulling en op basis van de uitgangspunten WIW 2009 er ruimte is voor retentie voor extra af te koppelen oppervlak van 107 ha verharding. Dit biedt volgens de gemeente de mogelijkheid om een plandeel als Vossenpels Zuid alsnog op het watersysteem te zetten.In het plangebied Vossenpels Zuid kan uitgegaan worden van circa 7 ha verhard oppervlak.

Oppervlaktewater Waalsprong

Het toekomstige stedelijk watersysteem van de Waalsprong bestaat uit een netwerk van onderling verbonden singels, sloten en drie grote plassen. De singels hebben een meervoudige functie. Allereerst hebben ze een waterbergende functie om het regenwater op te vangen. Verder hebben ze een transportfunctie om onder natte omstandigheden het teveel aan regenwater af te voeren naar de plassen in de landschapszone. Bij hoge waterstanden voeren ze het kwelwater uit de Waal af naar deze plassen. De singels hebben verder een drainerende functie voor de tussenliggende woongebieden (ontwatering huizen). Tenslotte hebben de singels een ecologische functie en bepalen ze sterk de kwaliteit van de leefomgeving. De watergangen en singels zijn in beheer en onderhoud bij Waterschap Rivierenland. Alleen enkele kolken langs de dijk worden door de gemeente beheerd. Deze hebben alleen een natuurfunctie.

Er vinden in en rondom dorp Lent grote waterhuishoudkundige wijzingen plaats. De huidige zuid-noord lopende kwelsloten (zegen), zoals de sloot langs de Vossepelsestraat, fluctueren nu mee met de waterstand van de Waal. Bij lage rivierwaterstanden vallen deze sloten droog. Bij hoge rivierwaterstanden of in perioden met veel regen voeren deze watergangen water af naar het noorden. De watergang aan de westkant van de Vossenpelssestraat tot aan de Laauwikstraat en de watergang langs de Steltsestraat voert af richting de Turennesingel.

Langs het plangebied ligt de Turennesingel als gerealiseerd onderdeel van het singelsysteem van de Waalsprong. In kader van de ontwikkeling van de Waalsprong wordt de komende jaren het singelsysteem verder aangelegd. Vanaf de Turennesingel wordt door het toekomstige gebied van de Stelt en de Schans de singel verder aangelegd tot aan de Citadel. Hierbij wordt waarschijnlijk een nieuwe duiker onder de spoordijk gerealiseerd.

Grondwater

Het plangebied ligt in een poldergebied, waarbij het dorp Lent op een iets hogere zandige stroomrug gesitueerd is. Daaromheen lagen van oorsprong de lagergelegen kleiige gronden, deels zijn die lage gebieden nog aanwezig. De nieuwe woongebieden in Visveld zijn wel opge-hoogd. Bij hoge rivierstanden in de Waal zoals in 1993 en 1995 kan gemiddeld 1x in de 25 jaar het grondwater in het plangebied tot aan het maaivled komen. Door de dijkteruglegging in combi-natie met de aanleg van het kwelscherm zal volgens de MER Dijkteruglegging Lent 2010 geen achteruitgang in het plangebied plaatsvinden. Het kwelscherm zal niet alle kwel gaan tegenhouden, kwelafvoer blijft dus nodig. De singel aan de voet van de nieuwe waterkering zal deze kwel voor een groot deel gaan afvoeren. Daarnaast zal de sloot dwars door het dorp (Visveldsestraat) zijn functie blijven behouden. Ook de sloten in het gebied Vossenpels dienen hun functie te blij-ven houden voor het afvangen van kwel en het afvoeren van regenwater. Uitzondering hierop is watergang 108948 C aan de westkant van het plangebied en ten noorden van de Laauwikstraat. Deze watergang ligt naast een perceel dat vanaf 2015 beschikbaar is. Bij inrichting van de betreffende kavel komt deze watergang te vervallen.

In figuur 2 is schematisch te zien hoe tussen vijvers een opbolling van grondwater onder de huizen voorkomt. In de Waalsprong wordt echter geen fijnmazig vijversysteem aangelegd, zoals in Dukenburg, maar een singelssysteem om door de Waalsprong heen. De grondwaterstand blijft dus schommelen door droge tijden en natte tijden.

Uit langdurige metingen (minimaal 8 jaar) van de grondwaterstanden in het plangebied is opgemaakt dat de volgende grondwaterstanden (GLG en GHG) binnen het plangebied aanwezig zijn:

  • de GHG bedraagt in het oosten van het gebied circa NAP +9,28 m (peilbuis B40C0060) en loopt af tot circa NAP +8,98 m in het westen van het gebied (peilbuis B40C0530). Gemiddeld NAP +9,15 m;
  • de GLG bedraagt in het oosten circa NAP +7,15 m (peilbuis B40C0060) en loopt op tot circa NAP +7,34 m in het westen (peilbuis B40C0530). Gemiddeld NAP +7,25 m.


Met een gemiddelde maaiveldhoogte van 10m +NAP schommelt de ontwateringsdiepte tussen de 0,85 tot 2,75 m. In het oude dorp is dat meer (1,5 tot 2m). Voor huizen zonder kelders is dat niet erg. Kelders/souterrains moeten echter waterdicht gebouwd worden, wat in het verleden niet altijd is gebeurd. Voor nieuwe bebouwing in de Waalsprong is als eis opgenomen dat ze kruipruimteloos moeten worden gebouwd.


afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP22100-OH01_0018.png"

Figuur 2: uitleg dooglegging versus ontwatering

Afvalwater

De riolering in het oude dorp Lent en de bebouwing tot eind 20e eeuw is als gemengd stelsel aangelegd. Afvalwater en afstromend hemelwater worden gezamenlijk ingezameld en getransporteerd. De gemengde riolering in het oude dorp stamt uit de jaren 70. Grootschalige rioolver-vanging is de komende jaren nog niet aan de orde. Het ingezamelde afvalwater en hemelwater wordt door een rioolgemaal bij de Petuniastraat via een persleiding Ø 315 mm in de Laauwik-straat/Vossepelsestraat naar het oosten afgevoerd, en uiteindelijk naar de rioolwater-zuivering Arnhem-Zuid. Voor de huidige bestaande bebouwing in het plangebied is een vacuümriolerings-stelsel aanwezig dat afvalwater inzamelt en transporteert naar het rioolgemaal in Lent. Vrij onlangs is dit stelsel gerenoveerd en zijn alle hemelwateraansluitingen hier vanaf gehaald.

 Hemelwater

Voor het hele plangebied geldt, in het kader van het bevorderen van het duurzaam omgaan met water, het gemeentelijk beleid om schoon hemelwater niet te vermengen met vuil afvalwater. Schoon hemelwater dient liefst in de bodem te worden geïnfiltreerd. Bij infiltratie van hemelwater moet waar mogelijk gebruik worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen (conform convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000). Als de Vossenpels onder de werking van het WIW wordt gebracht geldt voor de nieuwbouw in dit gebied ook dat het afstromende hemelwater afgevoerd moet worden naar de singels. Het afstromende water van daken en wegen wordt in principe bovengronds afgevoerd naar de wadi's. Binnen het WIW geldt dat voor de filtering van het hemelwater in eerste instantie een bodempassage wordt toegepast. Alternatieven voor filtering worden met het waterschap overlegd.

Incidenteel is directe lozing van dakwater op watergangen toegestaan. Door de filterende werking van de wadi's zal de waterkwaliteit in de singels blijven voldoen aan de normen, wat verder versterkt wordt door de inrichting van de singels (natuurvriendelijke oevers).

Ontwerp; algemene uitgangspunten en randvoorwaarden

Bij de planvorming is uitgegaan van de volgende algemene uitgangspunten en randvoorwaarden:

  • dak- en wegwater wordt niet aangekoppeld aan de riolering maar zoveel mogelijk via boven-grondse voorzieningen onder vrijverval afgevoerd via wadi's naar oppervlaktewater;
  • voor de Turennesingel wordt een streefpeil aangehouden van 7,90 m +NAP;
  • het huidig maaiveld ligt gemiddeld op 10,00 m +NAP op basis van de terreinmeting (tekening-nummer AH571T001, Grontmij, 24-05-2011);
  • bodempassages (wadi's):
  • de berging in de bodempassages wordt niet meegerekend in de berging van het oppervlakte-watersysteem;
  • molgoten in de wegen hebben een afschot van 5‰.


De bodempassages worden bij voorkeur in grote eenheden in de openbare ruimte ingericht. Bo-dempassages worden bij voorkeur zo ingericht dat extensief onderhoud mogelijk is. Dubbelge-bruik van bodempassages als speelveld is niet mogelijk om praktische- en volksgezondheidsre-denen.

De bodempassages wateren via de bestaande kwelsloten af op de Turennesingel.

Omdat de Vossenpels niet is opgenomen in de WIW dient het watersysteem van de Waalsprong wel doorgerekend te worden. De resultaten van deze berekening zullen worden opgenomen in het op te stellen waterhuishoudkundigplan Vossenpels.


Ontwerpafwatering

Het plangebied beslaat een oppervlak van circa 15,36 ha.

Op basis van het stedenbouwkundigplan is bepaald dat de tuinen als 50% verhard worden mee-genomen voor de bepaling van de berging. Wegen worden voor 100% meegenomen.


Op basis van het stedenbouwkundig ontwerp is bepaald dat het totaal verhard oppervlak van de nieuwe ontwikkeling circa 7,18 ha bedraagt.

In de toekomstige situatie wateren daken en wegen af naar bodempassages. De minimale ber-ging in de bodempassages bedraagt 10 mm ten opzichte van het afwaterende verharde opper-vlak. De bodempassages voeren het water met drainageleidingen vertraagd af naar de aanwezige watergangen.

Bij grotere regenbuien treden de overstorten (slokops/overstortputten) van de bodempassages in werking en wordt het teveel aan regenwater via diezelfde drainageleidingen rechtstreeks naar oppervlaktewater afgevoerd. De voornaamste functie van de wadi's is een zuiverende.


In het op te stellen waterhuishoudkundigplan vindt nadere detaillering van de bodempassages en het daarop aangesloten verhard oppervlak plaats. Dit plan dient ter goedkeuring en controle voorgelegd worden aan Waterschap Rivierenland en de gemeente Nijmegen.

Binnen het plangebied Vossenpels noord (tussen de Laauwikstraat en Bekkersland) zijn bodem-passages nodig. De exacte ligging en omvang van de bodempassages wordt in het waterhuis-houdkundigplan uitgewerkt. De westelijke rand van dit deel van het plangebied wordt pas na 2015 aangelegd. Tijdelijk zal langs de westelijk gelegen weg een kleine greppel worden aange-bracht voor de afvoer van regenwater. Deze sluit aan op de bodempassage aan de noordkant bij de boomgaard. In na 2015 zal een bodempassage aan de westrand ingericht worden voor de berging en zuivering van water.


Ten zuiden van de Laauwikstraat zullen op verschillende locaties bodempassages opgenomen worden. De exacte ligging zal in het waterhuishoudkundigplan worden opgenomen. Een aantal nieuwe woningen zal rechtstreeks op de watergang van de Laauwikstraat en de Vossenpels-sestraat afwateren. Dit betreft schoon dakwater en water dat afkomstig is van kavelverharding.


Bij het ontwerp van de afwatering is er van uit gegaan dat het beduikerde deel van de C water-gang langs de Laauwikstraat weer als zichtbare watergang aanwezig is.


De bestaande A-watergangen houden deze status met uitzondering van het oostelijk deel van watergang 107627 A vanaf de boomgaard.


In het waterhuishoudkundigplan wordt eveneens getoetst of er voldoende berging mogelijk is in het singelsysteem van de WIW. Indien er onvoldoende berging aanwezig is binnen dat systeem, zal in overleg met de gemeente Nijmegen, GEM Waalsprong en Waterschap Rivierenland ge-zocht worden naar aanvullende locaties voor waterberging.


Ontwerp peilen

Gezien de hoge grondwaterstanden binnen het plangebied en de invloed van de Waal is het minimale wegpeil vastgesteld op 9,85 m +NAP. Dit komt overeen met een gemiddeld maaiveldniveau binnen het plangebied. In de werkboek buitenruimte ontwikkelgebieden Nijmegen-noord – deel 2 (2008) is vastgelegd dat het minimale vloerpeil 0,15 m boven het wegpeil dient te liggen. Het minimale vloerpeil bedraagt dan 10,00 m +NAP. Voor bovengrondse afvoer van hemelwater naar wadi's of andere voorzieningen zal nog een aanvullend afschot nodig zijn, de minimale bouwpeilen worden dan bepaald door de hoogte kruin weg + 15 cm. Ontsluitingswegen sluiten aan op de Laauwikstraat en Vossenpelssestraat. Deze liggen op circa 10,25 tot 10,75 m +NAP.

Grondwater

Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. De afstand ten opzicht van de Waal is ongeveer 300 tot 700 meter. Er is invloed van kwel in de bestaande situatie. De huidige aanwezige watergangen functioneren voornamelijk voor het afvangen van de kwel en vallen droog bij lage grondwaterstanden.

Uitgangspunt bij nieuwe stedelijke in- en uitbreidingen is dat er grondwaterneutraal gebouwd wordt. Dat wil zeggen dat de oorspronkelijke grondwaterstanden en -stromen in de omgeving niet wijzigen. Dit kan bereikt worden door:

  • 1. een grondwatergerelateerde locatiekeuze: geen stedelijke uitbreidingen in gebieden met (kans op) hoge grondwaterstanden;
  • 2. maatregelen te treffen bij bouwrijp maken en tijdens de bouw (ophogen, goede structuur van het oppervlaktewatersysteem, voorkomen verdichting bodemstructuur);
  • 3. een waterproof bouwkundig ontwerp van woningen en gebouwen (bijvoorbeeld kruipruimteloos).

In de Waalsprong wordt voor de grondwateronttrekkingsvergunning voor het bouwen in de

Waalsprong sinds 2000 gemeten. Voor de MER dijkteruglegging Lent wordt sinds maart 2009 de

grondwaterstand gemeten nabij de projectlocatie. Gemeten grondwaterstanden laten zien dat het

grondwater zich gemiddeld tussen NAP +7,50 en +8,00 m bevindt. Bij hoge afvoeren in de Waal boven NAP + 12,00 m stijgt het grondwater tot ongeveer tot NAP +9,15 m (GHG). Bij de droogteperiode in 2003 zakte de grondwaterstand tot NAP +7,25 m (GLG). Om aan de eisen van drooglegging en ontwatering te voldoen wordt het minimale aanlegniveau (zie ook par. Ontwerp peilen) in het waterhuishoudkundigplan voor het plangebied nader uitgewerkt.

Afvalwater

Afvalwater binnen Vossenpels wordt middels een droogweerafvoer (DWA) systeem verzameld en naar een centraal gelegen rioolgemaal binnen het plangebied geleid. Vanaf dit rioolgemaal wordt een aansluiting gemaakt op de bestaande persleiding in de Laauwikstraat. Deze transporteert het afvalwater richting de RWZI in Arnhem-Zuid.

Het DWA-systeem komt in de openbare weg te liggen . Bij het ontwerp van het DWA wordt rekening gehouden met de mogelijkheid om bestaande woningen langs de Laauwikstraat in de toekomst aan te sluiten op het afvalwatersysteem van Vossenpels.