Plan: | Nijmegen Ruimte voor de Waal |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP21000-OH01 |
Door het westelijke deel van het plangebied loopt een hoogspanningsverbinding vanaf en richting de energiecentrale ten zuidwesten van het plangebied. De hoogspanningsverbinding is op de verbeelding aangeduid door middel van een figuur (hartlijn). Deze verbindingen lopen van noord naar zuid door het plangebied. Het betreft een drietal 150 kV verbindingen, te weten voor Dodewaard, Elst en Zevenaar-Doetinchem.
Aan weerszijden van de hoogspanningsverbinding lopen een veiligheidszone van 25 m en een indicatieve zone van 80 m. Deze zones worden gemeten vanaf de buitenste leidingen van de verbinding. De veiligheidszone is de zone waarbinnen de beheerder van de verbinding, de NV Continuon Netbeheer, bepaalde rechten heeft: de verbinding moet namelijk altijd bereikbaar zijn voor het plegen van onderhoud. Ter voorkoming van het overspringen van vonken en in verband met het risico op draadbreuk en vallend eis zijn de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen de veiligheidszone beperkt.
In het bestemmingsplan is de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding toegekend aan het gebied van de beide veiligheidszone en het tussenliggende gebied waar de eigenlijk verbinding loopt. In de bij deze bestemming behorende regels wordt onder andere geregeld dat er geen gebouwen mogen worden opgericht ter plaatse van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding. Daarnaast wordt de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen, tot 30 m beperkt.
In 2005 heeft het ministerie van VROM (thans het ministerie van Infrastructuur & Milieu) - op basis van het voorzorgsbeginsel - aan gemeenten, netbeheerders en provincies een advies voor het hoogspanningsverbindingenbeleid uitgebracht. In dat advies adviseert VROM gemeenten en netbeheerders zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te voorkomen dat er in de buurt van bovengrondse hoogspanningsverbindingen nieuwe gevoelige bestemmingen ontstaan waar kinderen langdurig worden blootgesteld aan magnetische veldsterkten die jaargemiddeld boven 0,4 microtesla liggen. Onder langdurige blootstelling wordt, zo blijkt uit een verduidelijkende brief van VROM uit 2008, verstaan een blootstelling gedurende 14 tot 18 uur per dag gedurende een periode van minimaal een jaar. Tot de gevoelige bestemmingen worden gerekend woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen. Andere bestemmingen waar kinderen korter en niet dagelijks verblijven, worden niet als gevoelig aangemerkt.
Het beleid is ontwikkeld, omdat kinderen die in de buurt van bovengrondse hoogspanningsverbindingen wonen mogelijk een hogere kans op leukemie hebben. Het magnetische veld zou daarvoor verantwoordelijk kunnen zijn, al is een oorzakelijk verband niet bewezen. Met het voorzorgsbeleid wil de overheid voorkomen dat het potentiële risico toeneemt.
Aan een aantal gronden met de bestemming Natuur - 2 op de westelijke landtong is in het plan de aanduiding 'evenemententerrein' toegekend. Ter plekke zijn maximaal 10 evenementen van maximaal 7 dagen, zoals omschreven in de planregels, toegestaan in de periode 1 mei - 30 september. In dit geval worden evenementen als kindervakantiekampen en openluchtfilmvertoningen (al dan niet voor kinderen) mogelijk gemaakt. Een deel van het evenemententerrein bevindt zich in de indicatieve zone langs de hoogspanningsverbinding. Er kunnen zich dus situaties voordoen dat kinderen zich op het evenemententerrein binnen de indicatieve zone van de hoogspanningsverbinding bevinden.
Evenemententerreinen worden in de adviezen van VROM echter niet tot de gevoelige bestemmingen gerekend. Daarnaast is het ingevolge de regels niet mogelijk dat kinderen gedurende een jaar dagelijks op het evenemententerrein aanwezig zijn. Evenementen mogen immers alleen in de periode van mei tot en met september plaatsvinden. Bovendien mogen er in die periode slechts 10 evenementen van maximaal 7 dagen plaatsvinden. In theorie zouden kinderen dus maximaal 70 dagen per jaar op het terrein aanwezig kunnen zijn.
De conclusie is dan ook dat het bestemmingsplan in de indicatieve zone van de hoogspanningsverbinding geen nieuwe gevoelige bestemming mogelijk maakt waar kinderen langdurig verblijven. Er bestaan geen bezwaren tegen het mogelijk maken van het evenemententerrein in de indicatieve zone van de hoogspanningsverbinding.
Het bestemmingsplan beschermt de belangen van de hoogspanningsverbinding. Het mogelijk maken van (een deel van) het evenemententerrein ter hoogte van de indicatieve zone langs de hoogspanningsverbinding behelst niet het mogelijk maken van een nieuwe bestemming waar kinderen langdurig verblijven. Uit oogpunt van de hoogspanningsverbinding bestaan daarmee geen bezwaren tegen het bestemmingsplan.