Artikel 5 Bedrijf - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - 1' op de verbeelding aangegeven gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het ambachtelijke bedrijf en voor bedrijven voor zover deze voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten.
5.2 Bouwregels
-
a. Uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken mogen worden opgericht gebouwen ten dienste van deze bestemming, die moeten voldoen aan de volgende maten:
-
1. De goot- en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan binnen de aanduiding bouwvlak is aangegeven;
-
2. Dakhelling: minimaal 25°.
-
b. Voorts mag uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'bedrijfswoning' (bw), indien dat nodig is voor toezicht en/of beheer, één dienstwoning worden opgericht die moet voldoen aan de volgende maten:
-
1. Inhoud: maximaal 500 m3;
-
2. Dakhelling: minimaal 25°;
-
3. De goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan binnen de aanduiding bouwvlak is aangegeven.
Indien de woning wordt opgenomen in het bouwlichaam van de in lid 5.2, onder a, bedoelde gebouwen, zijn de in lid 5.2, onder a, genoemde maten alsmede de in dit lid genoemde inhoudsmaat van toepassing.
-
c. Voorts mag per dienstwoning worden opgericht één vrijstaand bijgebouw voor huishoudelijke doeleinden met een maximale bebouwde oppervlakte van 50 m2 en een maximale goothoogte van 3 meter.
-
d. Voor de in lid 5.2, onder a t/m c bedoelde gebouwen gezamenlijk geldt een bebouwingspercentage van 30%.
-
e. Tevens mogen worden opgericht andere bouwwerken ten dienste van de bestemming met een maximale bebouwingshoogte van 2 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik van de grond in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van de grond:
-
1. als opslagplaats voor nieuwe of gebruikte motorvoertuigen, aanhangwagens, machines of (onder)delen daarvan;
-
2. als opslag-, stort- of bergplaats van andere voorwerpen, stoffen of producten, behoudens
voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
3. voor detailhandel.
-
b. Gebruik van de opstallen
Onder gebruik van de opstallen in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van de opstallen:
-
1. voor detailhandel;
-
2. voor bewoning (met uitzondering van de (dienst)woning);
-
3. als opslagplaats voor materialen behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
-
4. voor industriële doeleinden.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
-
a. lid 5.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet meer hinder of gevaar opleveren dan bedrijven genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten.