direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - 2
Plan: Nijmegen Ooyse Schependom
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP18000-VG01

Artikel 6 Bedrijf - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 2' op de verbeelding aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven voorzover deze voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. de uitoefening van het constructiebedrijf;
  • c. een schildersbedrijf.

6.2 Bouwregels
  • a. Uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken mogen worden opgericht gebouwen ten dienste van deze bestemming, die moeten voldoen aan de volgende maten:

  • 1. De goot- en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan binnen de aanduiding bouwvlak is aangegeven;
  • 2. Dakhelling: minimaal 15°.

  • b. Voorts mogen binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken, indien dat nodig is voor toezicht en/of beheer, in totaal twee dienstwoningen worden opgericht, die moeten voldoen aan de volgende maten:

  • 1. Inhoud per dienstwoning: maximaal 450 m3;
  • 2. De goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan binnen de aanduiding bouwvlak is aangegeven;
  • 3. Dakhelling per dienstwoning: minimaal 25°;

Indien de woning en/of woningen wordt opgenomen in het bouwlichaam van de in lid 6.2,, bedoelde gebouwen zijn de in lid 6.2, onder a, genoemde maten alsmede de in dit lid genoemde inhoudsmaat van toepassing.

  • c. Voorts mag per woning worden opgericht één vrijstaand bijgebouw voor huishoudelijke doeleinden met een maximale bebouwde oppervlakte van 50 m2 en een maximale goothoogte van 3 meter.
  • d. Voor de in lid 6.2, onder a t/m c bedoelde gebouwen gezamenlijk geldt een bebouwingspercentage van 50%.
  • e. Tevens mogen worden opgericht andere bouwwerken ten dienste van de bestemming met een maximale bebouwingshoogte van 2 meter.

6.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Gebruik van de grond

Onder gebruik van de grond in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van de grond:

  • 1. als opslagplaats voor nieuwe of gebruikte motorvoertuigen, aanhangwagens, machines of (onder)delen daarvan;
  • 2. als opslag-, stort- of bergplaats van andere voorwerpen, stoffen of producten, behoudens
    voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • 3. voor detailhandel.

  • b. Gebruik van de opstallen

Onder gebruik van de opstallen in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van de opstallen:

  • 1. voor detailhandel;
  • 2. voor bewoning (met uitzondering van de (dienst-/bedrijfs)woning);
  • 3. als opslagplaats voor materialen behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik.