direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Nijmegen Brakkenstein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP16000-OH01

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen alsmede voor bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen en bedrijfswoningen.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en overkappingen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

12.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 14.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover wordt voldaan aan de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding bouwvlak;
  • b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het bouwperceel binnen het bouwvlak tot maximaal het aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen het bouwvlak geheel worden bebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak niet meer mogen bedragen dan is aangegeven;
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht; buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag ten hoogste 50 m2 bedragen;
    • 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen;
    • 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten mag niet meer dan 10 meter bedragen en de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter.