direct naar inhoud van 4.8 Cultuurhistorie en Archeologie
Plan: Nijmegen Kanaalhavens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP10000-VG02

4.8 Cultuurhistorie en Archeologie

4.8.1 Cultuurhistorie
4.8.1.1 Algemeen

Rijksbeleid cultuurhistorie en monumenten

Cultuurhistorie speelt een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van ons land. Het geeft identiteit en kwaliteit aan een gebied. Om deze redenen heeft het rijk de beleidslijn ingezet om cultuurhistorie onderdeel te laten zijn van het afwegingskader bij het opstellen van bestemmingsplannen. Deze beleidslijn is verwoord in de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg uit 2009 en heeft geleid tot wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) sinds 1 januari 2012. Met het gewijzigde Bro zijn gemeenten wettelijk verplicht cultuurhistorie deel uit te laten maken van het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het rijk vraagt hiermee aan gemeenten om bij het opstellen van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen cultuurhistorische gebouwen, objecten en structuren te inventariseren en daaraan conclusies te verbinden en in het bestemmingsplan te verankeren. De Monumentenwet 1988 vormt de basis voor de monumentenzorg. Rijksmonumenten worden op basis van deze wet aangewezen.

Gemeentelijk beleid cultuurhistorie en monumenten

De cultuurhistorie is een belangrijke drager voor ruimtelijke ontwikkelingen en kan gebruikt worden als inspiratiebron. Dit is het gedachtengoed uit de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg, dat komt voort uit het landelijke Belvederebeleid (Nota Belvedere 1999). Het Belvederebeleid is de basis geweest voor de gemeentelijke Kadernota Beeldkwaliteit (2003). Deze nota beschrijft wat de ingrediënten zijn voor de typisch Nijmeegse beeldkwaliteit en hoe de gemeente deze wil stimuleren. De bijzondere historische gelaagdheid van de Nijmeegse identiteit is daarbij van uitzonderlijk belang. Door cultuurhistorie ontwikkelingsgericht in te zetten als ontwerpinstrument kunnen specifieke kwaliteiten en waarden van een plek worden aangegrepen om een nieuw plan te verankeren binnen het 'verhaal van de stad'. De gemeentelijke monumentenverordening is de basis voor de gemeentelijke monumentenzorg. Hierin staat aan welke criteria een object moet voldoen om voor bescherming in aanmerking te komen.

4.8.1.2 Situatie Nijmegen Kanaalhavens

Nijmegen heeft een rijke geschiedenis en in de loop der eeuwen is er veel veranderd. Perioden van groei en welvaart wisselden af met tijden van achteruitgang en tegenslag. Grote ontwikkelingen gaan daarbij hand in hand met vergroting van het landbouwareaal. Na de verpanding van de stad aan de graven van Gelre volgt in 1300 een grote ontginning van het laag gelegen gebied ten westen en zuidwesten van het dorp Hees. De landschappelijke structuur die toen ontstond wordt gekenmerkt door een rechthoekige verkaveling met smalle, langgerekte percelen met afwateringssloten en wegen. Het agrarische gebruik van dit gebied zou tot in de 20ste eeuw blijven bestaan.

Toen men na de Eerste Wereldoorlog het Maas-Waalkanaal aanlegde werd die eeuwenoude agrarische structuur verstoord. Dat leidde tot verhoging van de grondwaterstand waardoor het agrarische gebruik ernstig bemoeilijkt werd. Op bijgaande plattegrond uit 1925 is ingreep duidelijk te zien. Het veranderde gebruik van de grond viel samen met de industriële ontwikkeling langs het kanaal en de eerste grote stadsuitbreidingen van na de Tweede Wereldoorlog vonden daarom plaats op het Heserveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP10000-VG02_0013.jpg"

Afbeelding: Nijmegen in 1925. Het Maas-Waalkanaal doorbrak de historische structuur.

In de directe omgeving van het plangebied wordt momenteel de oprit van de nieuwe Waalbrug, De Oversteek, aangelegd. Daarvoor en voor de uitvoering van de herontwikkeling van het bedrijventerrein langs de Waal, Koers West, vinden nu en in de komende jaren wederom grootscheepse veranderingen plaats.

Beschermde Monumenten

De ingreep van het Maas-Waalkanaal met de sluis bij Weurt is karakteristiek voor het vooruitgangsgeloof en de industriële ontwikkelingen van stad en land na de Eerste Wereldoorlog. Na de tweede Wereldoorlog is er een tweede sluis aangelegd. Mede omdat de oude sluis met zijn dubbel kerende roldeuren een bijzonder type vertegenwoordigt, is het sluiscomplex (Oostkanaaldijk bij nr. 380) aangewezen als beschermd Rijksmonument. In het plangebied is verder het trafohuis aan Industrieweg bij nr. 100, aangewezen als Rijks- monument.

In het kader van de nieuwe brugaanleg en Koers West worden verschillende gebouwen in het plangebied herbestemd en lopen nu onderzoeken naar de cultuurhistorische waarden van bestaande gebouwen. Dat zal wellicht leiden tot aanwijzing van enkele beschermde panden. Op korte termijn wordt tenslotte de NYMA-watertoren door de Raad als beschermd gemeentelijk monument aangewezen.

4.8.2 Archeologie
4.8.2.1 Algemeen

Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: "Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen". Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg.

Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is hiermee in overeenstemming en gericht op het zoveel mogelijk ontzien van het bodemarchief. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die mede als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen.

Een goede bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Hiervoor is door de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld, waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en gebieden met hun archeologische waardering zijn aangegeven (zie hieronder).

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP10000-VG02_0014.png"

Archeologische waardenkaart

4.8.2.2 Situatie Nijmegen Kanaalhavens

Het bestemmingsplan omvat een gebied waarin verschillende archeologische waarden aanwezig zijn (zie ook de archeologische waardenkaart).

  • Zo ligt er ten noorden van de Weurtseweg en ten westen van de Koopvaardijweg een zone met waarde 2 op de archeologische beleidskaart. Deze waarde is toegekend omdat hier een Romeinse weg wordt verwacht, die van de stad Ulpia Noviomagus richting Weurt en Beuningen liep. Langs deze weg zijn nederzettingssporen uit de Romeinse tijd te verwachten.
  • Het gebied gelegen ten noorden van de Industrieweg, tussen de Kanaalstraat, Mercuriusstraat, Weurtseweg en Rivierstraat kent een waarde 3 op de archeologische beleidskaart. Het betreft een terrein van zeer hoge archeologische waarde waar resten van de stad Ulpia Noviomagus in de bodem liggen.
  • Bij de Factorijweg/Dr. De Blecourtstraat ligt een terrein dat op de archeologische beleidskaart met waarde 2 is aangegeven. Dit terrein maakt deel uit van een veel grotere zone waar een oost-west georienteerde zandopduiking voorkomt. Voor dit gebied geldt een hoge archeologische verwachting voor het aantreffen van bewoningsresten vanaf de vroege ijzertijd tot in de Romeinse tijd.
  • De Energieweg doorsnijdt een gebied met waarde 3. Hier zijn bewoningssporen uit de Romeinse tijd vastgesteld. Ook de Wolfskuilseweg doorsnijdt een zone die op de archeologische beleidskaart met waarde 3 is aangegeven. Hier zijn bij eerder onderzoek bewoningsresten uit ijzertijd en Romeinse tijd aangetroffen. Tevens kunnen sporen van het van oorsprong middeleeuwse dorp Hees worden aangetroffen.

4.8.2.3 Juridische vormgeving

De verschillende terreinen/gebieden krijgen dubbelbestemmingen: Waarde - Archeologie 2 of Waarde - Archeologie 3 met bijbehorende voorschriften. Doel van deze maatregel is om de verwachte archeologische waarden in de bodem te beschermen. Door het opnemen van deze dubbelbestemming moeten omgevingsvergunningen voor het betreffende gebied eerst beoordeeld worden op hun archeologische waarde. Blijkt dat bescherming van de verwachte waarden niet of onvoldoende mogelijk is dan dient voorafgaand aan verdere planvorming een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden. Op basis van de resultaten van dit onderzoek neemt het bevoegd gezag (de gemeente Nijmegen) het besluit of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is. De kosten van het archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) komen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe).

Tenslotte geldt dat een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), verplicht is dit binnen drie dagen te melden bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (artikel 53 Monumentenwet 1988).