direct naar inhoud van 3.3 Regionaal beleid
Plan: Nijmegen Kanaalhavens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP10000-VG02

3.3 Regionaal beleid

3.3.1 Regionaal Plan Stadsregio Arnhem - Nijmegen

De Stadsregio Arnhem Nijmegen legt in het Regionaal Plan de gemeenschappelijke ambities vast voor de ontwikkeling van de regio Arnhem-Nijmegen. Het Regionaal Plan laat zien hoe de betrokken gemeenten streven naar hoogwaardige regionale ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen als geheel. Hiermee ontwikkelt de stadsregio ruimtelijk beleid tot 2020. Het Regionaal Plan wordt door de Provincie beschouwd als uitwerking van het Streekplan en daarmee als toetsingskader voor lokale plannen. Centraal in de ruimtelijke structuur van de stadsregio staat de ontwikkeling van het stedelijk kerngebied: een min of meer verstedelijkte, samenhangende zone die zich uitstrekt van Zevenaar via Arnhem en Nijmegen tot aan Wijchen. De beleidsregels in het Regionaal Plan zijn uitgewerkt aan de hand van de thema's water, natuur, cultuurhistorie, landschap, land- en tuinbouw, recreatie, mobiliteit, wonen, werken, detailhandel en milieu. Een aantal beleidsuispraken zijn relevant voor het plangebied Kanaalhavens:

  • Werken: doelstelling is het op zorgvuldige wijze ruimte bieden voor het scheppen van voldoende werkgelegenheid voor de inwoners van de stadsregio, aansluitend bij het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, nu en in de toekomst. De uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen en de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen gebeurt met een zorgvuldige ruimtelijke inpassing.
  • Detailhandel: de vestiging van Grootschalige Detailhandelsvestigingen (GDV) is alleen toegestaan in/aansluitend op de binnensteden en stadsdeelcentra van Arnhem en Nijmegen. De locaties Gelredome, Aamse Poort en Ressen komen in aanmerking voor de vestiging van bovenlokale winkel- en vrij tijdsvoorzieningen.
  • Wonen: met uitzondering van het water van rivier de Waal en het Maas Waalkanaal ligt het plangebied Kanaalhavens geheel binnen de woningbouwcontour. Binnen de contour bepalen gemeenten zelf de te ontwikkelen locaties en aantallen nieuw te bouwen woningen, uiteraard rekening houdend met specifieke regionale en nationale beleidsregels.
  • Natuur: doelstelling is het realiseren van een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de waarden en kenmerken. De Stadsregio kent geen aanvullende beleidsregels voor natuur t.o.v. het Streekplan Gelderland.
  • Cultuurhistorie: De in een plangebied aanwezige cultuurhistorische waarden dienen te worden geïnventariseerd en zo mogelijk worden geïntegreerd in de planuitwerking
3.3.2 Verstedelijkingsvisie

In navolging van het Regionaal Plan Stadsregio Arnhem - Nijmegen heeft de Stadsregio in juni 2011 de Verstedelijkingsvisie 'Van Koers naar Keuze' vastgesteld: een integrale visie waarin de hoofdlijnen uit het Regionaal Plan worden bevestigd. De Verstedelijkingsvisie is een uitwerking van de Verstedelijkingsopgave voor de periode 2010-2020, waarbij de ambities voor wonen, werken en mobiliteit worden gekoppeld:

  • Wonen: de kwalitatieve afspraken over het percentage betaalbare woningen en de woningbouwcontour uit het regionaal Plan blijven ongewijzigd. Inbreiding gaat voor uitbreiding. Herstructurering en transformatie moeten voorrang krijgen. In de periode 2010 – 2020 staat vraaggericht bouwen centraal. Dit wordt subregionaal uitgewerkt. Uitgangspunt is dat de woonconsument en het bouwen voor eigen behoefte voorop staat. Bij plannen voor de bovenlokale vraag of nieuwe plannen die leiden tot een uitbreiding van de huidige beschikbare plancapaciteit is subregionale afstemming noodzakelijk. Voor Nijmegen Kanaalhavens heeft dit geen ingrijpende gevolgen.
  • Mobiliteit : naast het woonklimaat is de bereikbaarheid belangrijk voor een goed vestigingsklimaat. De verstedelijkingsvisie zet in op het bundelen van vervoersstromen en het verknopen van verstedelijking langs een integrale ontwikkelingszone: de S-as. De verschillende modaliteiten dienen toekomstige groei op te kunnen vangen en goed op elkaar aan te sluiten. Het OV en de fiets hebben daarbij een voorname rol. Ruimtelijke ontwikkelingen rondom (OV) knooppunten worden dan ook gestimuleerd.
  • Werken: de stadsregio faciliteert en investeert in vijf kansrijke clusters (health, halfgeleiders, EMT, mode & vormgeving en toerisme, waarbij een sterke basis (o.a. logistiek en detailhandel essentieel is. Ruimte voor bedrijven wordt concreet uitgewerkt in de regionale Programma's bedrijventerreinen (zie hieronder).
3.3.3 Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties 2010 en Regionaal Programma Bedrijventerreinen 2011

Met de Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties herijkt de Provincie Gelderland het bedrijventerreinenbeleid op basis van nieuwe inzichten over de afnemende groei van de beroepsbevolking en de economie. Daarnaast zijn het toepassen van de SER ladder (eerst inbreiden dan uitbreiden) en een zorgvuldige planning en programmering ven bedrijventerreinen kenmerkend voor dit nieuwe beleid. In 2011 is op verzoek van de provincie het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) tot stand gekomen. In de Stadsregio was sprake van een enorm overaanbod aan bedrijventerreinen. In het RPB zijn regionale afspraken gemaakt om dit overaanbod terug te dringen. Voor Nijmegen betekent dit dat er prioriteit mag worden gegeven aan bedrijventerrein de Grift en dat de nieuwe uitleglocatie in de A 73 zone “on hold” is gezet. Voor Nijmegen betekent dit dat er op korte termijn met Bijsterhuizen, Mercuriuspark en de Novio Tech Campus voldoende bedrijventerrein beschikbaar is (of komt). Daarnaast wordt prioriteit gelegd bij de ontwikkeling van bedrijventerrein De Grift in Nijmegen Noord.