3.2.1 Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Gelderland
Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat beschreven in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. De structuurvisie wordt in de loop van 2013 geactualiseerd in een Omgevingsvisie.
Het streekplan verdeelt Gelderland in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem - Nijmegen, moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. Binnen het groenblauwe raamwerk geeft de provincie alle ruimte aan natuur. Verstedelijking is hier niet toegestaan, tenzij er een groot belang in het geding is. In het multifunctionele gebied staat het de gemeenten tenslotte vrij zelf het ruimtelijk beleid te bepalen, rekening houdend met de waardevolle landschappen in deze gebieden.
3.2.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland
De Wet ruimtelijke ordening geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De provincie richt zich daarbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De voorschriften in de Ruimtelijke Verordening gelderland (RVG) zijn gebaseerd op de hierboven beschreven provinciale structuurvisie. De RVG is d.d. 15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden. Hieronder volgen de voor deze dit bestemmingsplan relevante hoofdlijnen van de Structuurvisie en provinciale verordening:
- Verstedelijking: Nijmegen Kanaalhavens, met uitzondering van het water van de Waal en het Maas-Waalkanaal, ligt binnen de contour woningbouw. Nieuwe bebouwing voor wonen en werken is hier toegestaan.
- Infrastructuur: met het ruimtelijk-infrastructureel beleid streeft de provincie naar een goede bereikbaarheid: de stedelijke ontwikkeling moet worden afgestemd op de vervoerscapaciteit en milieubelasting van bestaande en geplande infrastructuur. In de tweede plaats moet gezocht worden naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de infrastructuur. Kan hieraan niet worden voldaan, dan moet bij ontwikkelingen ook de bijbehorende infrastructuur worden gerealiseerd of de capaciteit worden uitgebreid.
- Detailhandel: doel van het beleid is het behoud van een duurzame en fijnmazige detailhandelstructuur. De bestaande winkelgebieden hebben prioriteit: nieuwe locaties voor detailhandel mogen niet ten koste gaan van bestaande detailhandelstructuur.
- Wonen: uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is dat gemeenten voorzien in een aanbod van woningen dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen moeten passen in het Kwalitatief Woonprogramma voor de betreffende regio en het daarin opgenomen regiototaal aan woningen.
- Water: zowel in nieuw als in bestaand bebouwd gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. In de verordening is een beschermingsbeleid vastgelegd, dat onderscheid maakt in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. In Nijmegen Kanaalhavens is geen sprake van grondwaterbeschermingsgebied. Wel zijn er twee hele kleine waterwingebieden gelegen.
- Natuur: in Nijmegen Kanaalhavens zijn twee gebieden als EHS begrensd. Het gaat om gedeeltes van de Waaloever en het water van de rivier de Waal in het noorden van het plangebied.
- Landschap: het gebied Kanaalhavens is niet gelegen in of nabij een nationaal landschap