Structuurvisie Nijkerk/ Hoevelaken 2030
De Structuurvisie Nijkerk/ Hoevelaken 2030 van de gemeente geeft in grote lijnen aan welke plannen de gemeente Nijkerk heeft voor de inrichting van de ruimte in de komende jaren met de blik gericht op 2030. Deze structuurvisie is door de gemeenteraad op 30 juni 2011 vastgesteld. Voor de binnenstad is een aparte visie gemaakt. In de structuurvisie zijn op basis van de huidige situatie en verwachte trends ten aanzien van bevolkingsopbouw, werkgelegenheid, woningmarkt, economisch profiel, mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen een visie geformuleerd voor de gemeente. Onderstaand is de integrale visiekaart van de gemeente opgenomen.
Het plangebied is een overgangsgebied tussen de kern en het landschap en wordt in de structuurvisie aangemerkt als beleefbaar open landschap veenontginningen gecombineerd met stedelijke functies. Het gebied betreft een aandachtsgebied waarbij landschappelijke versterking (bij nieuwe ontwikkelingen) de ambitie is.
Aandachtsgebieden zijn gebieden waar binnen het kader van de structuurvisie geen grote plannen of ingrepen voorgesteld worden. Voor een aandachtsgebied geldt onder andere dat verdere verrommeling van het gebied ongewenst is en dat als eis voor particuliere ontwikkelingen wordt gesteld dat het landschap wordt versterkt en verrommeling wordt tegengegaan. Uitplaatsing van bedrijven en bedrijfsbeëindiging behoort tot de mogelijkheden, maar ook aanplant van landschappelijke elementen kan wenselijk zijn.
Welstandsnota (2012)
In deze nota wordt vastgelegd hoe het welstandstoezicht in de gemeente Nijkerk is geregeld. Deze welstandsnota bestaat uit een ruimtelijke atlas en een welstandskaart. De atlas fungeert als een soort raamwerk voor het ruimtelijk beleid en de welstandskaart als een overzichtelijke toetsinstrument.
Het doel van het welstandstoezicht is om een bijdrage te leveren aan de schoonheid en de aantrekkelijkheid van de (bebouwde) omgeving. Door het opstellen van welstandsbeleid kan de gemeente in alle openheid een effectief en inzichtelijk welstandstoezicht inrichten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen.
Er zijn voor Nijkerk algemene welstandscriteria opgesteld die bestaan uit een kwaliteitskader en een ruimtelijk kader. Deze algemene welstandscriteria vormen een vangnet voor die gevallen waarin de overige criteria niet toereikend zijn.
Daarnaast is Nijkerk verdeeld in een aantal deelgebieden. Voor elk deelgebied in de gemeente zijn de gebiedskenmerken weergegeven en de welstandscriteria uitgewerkt. Daarbij wordt soms verwezen naar bestaand beleid.
Op de welstandskaart is te zien dat Het Spaanse Leger valt onder een beperkt welstandsregime. Dit houdt in dat het gebouw of object alleen in relatie tot de omgeving getoetst wordt, de stedenbouwkundige benadering. Voor dit welstandregime doet het bestemmingsplan in de regel uitspraken over oppervlakte en hoogte van de bebouwing, zonder in te gaan op de ruimtelijke vormgeving. Een beperkt welstandsregime beperkt zich tot de volgende aspecten:
- het aansluiten bij de ruimtelijke structuur van de omgeving: open, half open of gesloten verkaveling;
- het reageren op de bebouwing aan laan, straat of plein of in bouwblok: vrijstaand, twee aaneen gebouwd, in rijen, grondgebonden of gestapeld;
- het handhaven of versterken van de specifieke kenmerken van het gebied: stedelijk, suburbaan, dorpsachtig of landelijk;
- de vormgeving van de overgang tussen openbaar en privé gebied: haag, hek of muur.
Bij eventueel grote(re) projecten is hier juist een sterkere regie gewenst door middel van bijvoorbeeld beeldkwaliteitplannen en supervisie.
Beleidsnota cultuurhistorie
Deze Beleidsnota heeft als belangrijkste doel het bieden van een kader waarbinnen het toekomstige cultuurhistorische beleid in de gemeente kan worden uitgezet. Op basis van het hierin uiteengezette beleid zullen meerdere cultuurhistorische projecten kunnen worden opgezet. In de nota worden de ontwikkelingsgeschiedenis en de belangrijkste cultuurhistorische kenmerken en waarden binnen de gemeente beschreven. Hieruit komen de speerpunten voor het cultuurhistorische beleid naar voren. Deze speerpunten hebben geen betrekking op het voorliggende plangebied.
Beleidsvisie externe veiligheid
Samen met de andere Gelderse gemeenten is naar aanleiding van het aangescherpte Rijksbeleid een Programma Uitvoering Externe Veiligheid opgesteld waarin is afgesproken dat elke gemeente eind 2010 uitvoering kan geven aan haar wettelijke taak. De beleidsvisie externe veiligheid voorziet hierin.
De beleidsvisie heeft als doel het in evenwicht brengen van het spanningsveld tussen de aanwezigheid van risicobronnen enerzijds, en de wens tot ruimtelijke ontwikkeling/intensivering anderzijds. De gemeentelijke inzet is gericht op het bieden van een veilige leefomgeving aan haar inwoners. De beleidsvisie is een aanzet om tot een uitvoeringspraktijk te komen waarin externe veiligheid die plaats krijgt die het verdient. De beleidsvisie dient als leidraad bij het maken van ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen. Uit een risico inventarisatie die voor deze beleidsvisie is uitgevoerd blijkt dat zich in en nabij het plangebied gasleidingen bevinden. Ook vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over zowel de weg als het spoor. Deze bronnen veroorzaken geen belemmeringen voor het plangebied. In paragraaf
toelichting paragraaf 4.11. wordt dit nader toegelicht.
Notitie niet woonactiviteiten aan huis
Doel van deze notitie is om heldere en duidelijke regels te krijgen voor mensen die een klein deel van hun huis of bijgebouw willen inrichten en gebruiken om van daaruit niet-woonactiviteiten te ontplooien. Onder niet woonactiviteiten wordt verstaan alle beroeps- en bedrijfsactiviteiten in een woning of een bijbehorend bouwwerk, die passen in categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel daarmee gelijk te stellen zijn, gelet op de aard van die activiteiten en de invloed ervan op de omgeving. Er zijn regels geformuleerd die duidelijk maken onder welke voorwaarden voor niet-woonactiviteiten aan huis een omgevingsvergunning kan worden verkregen.
Detailhandelsbeleid 2013+
Het detailhandelsbeleid zoals opgenomen in deze nota vormt een uitwerking van de ontwikkelingsrichting voor detailhandel, zoals verwoord in de Structuurvisie Nijkerk/ Hoevelakken 2030 en de Binnenstadsvisie Nijkerk. De gemeente zet in op verscherping van bestaand beleid. Het antwoord op de verwachte overbodigheid van winkeloppervlak bestaat uit het terugdringen en concentreren van verspreide bewinkeling, versterking van de kernwinkelgebieden en clustering van GDV/ PDV op bedrijventerreinen. Nijkerk kiest voor een defensief kaderstellende rol voor wat betreft verspreide bewinkeling buiten de concentratiegebieden. Dit betekent dus consolideren en afbouwen. Uitbreiding en vestiging van nieuwe detailhandel is hier niet toegestaan.
Landschapsontwikkelingsplan Nijkerk (2005)
Het door de gemeenteraad vastgestelde Landschapsontwikkelingsplan van de gemeente Nijkerk heeft een visie op hoofdlijnen opgenomen, genaamd "De rode draad".
Hierin zijn een viertal aanknopingspunten opgenomen die van belang zijn voor de gemeente, namelijk:
- Versterken van de aanwezige landschapstypen in Nijkerk.
- Versterken en beleefbaar maken van het cultuurhistorische erfgoed.
- Behoud en versterken van de natuurparels van Nijkerk.
- Uitbreiden recreatief netwerk en benutten kansen op recreatief vlak.
Eén van de aanbevelingen in het landschapsontwikkelingsplan is het versterken, behouden en uitbreiden van de landschappelijke kwaliteiten.
Over het plangebied wordt niet iets specifieks vermeld. Het plangebied is een overgangsgebied tussen stad en buitengebied, van bebouwd naar onbebouwd gebied. Overgangsgebieden bepalen in grote mate de beleving van het landelijk gebied in de stadsrand en de toegankelijkheid van de stad naar het buitengebied. Deze overgangen zijn waardevol en het is gewenst deze overgangen te verbeteren om zo het landelijk gebied beter beleefbaar te maken. Bij uitbreidingen, aanpassingen of vernieuwingen in de stadsrand wordt aanbevolen om openheid te behouden, rekening te houden met het landschap en gebruik te maken van gebiedseigen en landschappelijke beplantingen.
Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan (2011)
Op 26 mei 2011 is het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan vastgesteld. Deze is tegelijk met de Structuurvisie tot stand gekomen. Het GVVP is geschreven met de Structuurvisie als overkoepelend kader. Het GVVP heeft een planhorizon tot 2020, met af en toe een doorkijk naar 2030.
De ambitie van de gemeente luidt als volgt: "Nijkerk heeft de ambitie om goed en veilig bereikbaar te blijven via zowel de weg als het spoor voor haar bewoners en vanuit haar omgeving, waarbij de drie kernen ook de komende jaren onderling goed met elkaar verbonden blijven". Het voorliggende bestemmingsplan is een vertaling van de actuele situatie en doet geen afbreuk aan het behalen van de doelstellingen.
Milieubeleidsplan 2009 - 2012 van de gemeente Nijkerk
Het Milieubeleidsplan 2009-2012 is de opvolger van het Milieubeleidsplan 2004-2007 en is op 28 mei 2009door de gemeenteraad vastgesteld. Met dit Milieubeleidsplan stelt de gemeenteraad de kaders van het milieubeleid voor de komende periode vast en brengt zij accenten aan die zij belangrijk vindt. Het milieubeleidsplan 2009-2012 is integraal en in samenhang met andere beleidsterreinen opgesteld.
Het accent ligt op duurzame ontwikkelingen en de aanpak van hardnekkige milieuproblemen. De nadruk ligt op een gezonde veilige leefomgeving, met een eigen verantwoordelijkheid voor bedrijfsleven en burgers. Door de kredietcrisis is de aandacht vooral ook gericht op duurzame energie en samenleving. Het milieubeleid anticipeert op wetgeving en recente ontwikkelingen.
Het Milieubeleidsplan kent vier speerpunten namelijk klimaat, leefbaarheid, duurzaamheid en verantwoordelijkheid. Binnen de vier speerpunten zijn subthema’s ondergebracht.
De gemeente zet bijvoorbeeld in op energiebesparing en duurzame energie, op duurzaam ruimtegebruik en duurzaam bouwen als antwoord op de klimaatvraagstukken. Daarnaast zijn duurzame relaties tussen burgers, ondernemers, de maatschappelijke organisatie en de regiopartner belangrijk om uitvoering te geven aan dit plan.
Daarnaast werkt de gemeente aan het bewaken, behouden en verbeteren van de kwaliteit van het water, de lucht, de bodem, het landschap en de natuur. Het verminderen van afval en het veilig maken en houden van de omgeving. Kort samengevat de kwaliteit van de Nijkerkse leefomgeving.
Het voorliggende bestemmingsplan doet geen afbreuk aan het milieubeleidsplan van de gemeente Nijkerk.
Waterplan (2006)
Het waterplan Nijkerk is gezamenlijk opgesteld door de gemeente Nijkerk, het Waterschap Vallei & Eem en het Waterschap Veluwe (nu gefuseerd tot waterschap Vallei en Veluwe). In het waterplan geven de gemeente en de waterschappen hun gezamenlijke visie op de toekomst van het water in Nijkerk. Deze visie is uitgewerkt tot een uitvoeringsprogramma met maatregelen voor de periode 2007- 2011. De visie geeft aan de hand van een zestal thema's aan hoe het watersysteem er op lange termijn uit moet zien en bevat doelstellingen voor de lange, middellange en korte termijn:
- samenwerken aan water en ruimte
De samenwerking tussen gemeente en waterschap zal op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen worden verbeterd. Zo zal er genoeg ruimte voor water gerealiseerd moeten worden in de uitbreidingsgebieden en worden er afspraken gemaakt over de uitvoering van de watertoets;
Afkoppelen van hemelwater geldt voor gebouwen en verhard oppervlak, waardoor het riool niet onnodig wordt belast met regenwater. Nijkerk heeft al vrij veel ervaring met afkoppelen in bestaand stedelijk gebied. De gemeente en waterschap gaan aangeven wanneer en onder welke randvoorwaarden er dient te worden afgekoppeld. Ook worden particulieren en bedrijven beter betrokken bij afkoppelen;
- aanpak grondwaterproblematiek
De gemeente zal de komende jaren onder andere een actievere rol gaan spelen bij het oplossen van grondwateroverlast in stedelijk gebied;
- verbeteren waterkwaliteit en ecologie
De gemeente en de waterbeheerders willen extra aandacht besteden aan het verbeteren van de lokale waterkwaliteit. Het streven is bijvoorbeeld om ca. 50% van de oevers van een nieuwbouwwijk natuurvriendelijk in te richten;
- bevorderen gebruik en beleving van water
Water dat goed wordt ingericht, is aantrekkelijk om naar te kijken, langs te wandelen en te fietsen, of in te spelen. Het kan een kwaliteit toevoegen aan de woon- of werkomgeving. Het beheer en onderhoud van watergangen wordt geïntensiveerd, daarbij is de intentie om daar waar mogelijk samen te werken met scholen. De mogelijkheden voor extensieve vormen van recreatie op en langs het water (zoals kanoën, wandelen, fietsen) worden, waar mogelijk, uitgebreid;
De brandweer heeft actief meegewerkt aan het waterplan Nijkerk zodat het water ook als bluswatervoorziening gebruikt kan worden.
Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf
toelichting paragraaf 4.8. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt omgegaan in het plan.
Nota bodembeheer regio De Vallei (2012)
Met de gemeenten in de regio De Vallei (Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen) is nieuwe bodembeleid opgesteld in de vorm van Nota Bodembeheer regio De Vallei. Doelstelling van deze nota is Duurzaam bodembeleid, waarbij grondverzet op een milieuhygiënisch verantwoorde en kostenefficiënte wijze mogelijk is. Hierbij geldt als nevendoel dat vrijkomende grond zoveel als mogelijk hergebruikt wordt. De nota geeft voorts specifiek aan op welke wijze invulling wordt gegeven aan de kaders/regels vanuit het Besluit bodemkwaliteit. Door die invulling wordt de gegeven ruimte benut voor praktische toepassing zoals vrijstelling bodemonderzoek en nuttig hergebruik (licht-)verontreinigde grond.
Bodemkwaliteitskaart regio De Vallei (2011)
Doel van de bodemkwaliteitskaart is het vaststellen van de algehele bodemkwaliteit van het Beheersgebied (de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen), zodat op basis van de bodemkwaliteitskaart het grondverzet plaats kan vinden binnen de regels en richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit. Er is een ontgravingskaart en een toepassingenkaart. De ontgravingskaart geeft de bodemkwaliteit in klassen weer op het moment dat de grond ontgraven wordt. De toepassingenkaart, samengesteld uit de bodemfunctie en de ontvangende bodemkwaliteit, geeft de toepassingseis weer bij het toepassen van grond of bagger. Voor de bovengrond geldt een dubbele toetsing waarbij de strengste eis van de bodemfunctiekaart en de ontvangende bodemkwaliteit de toepassingseis in de toepassingenkaart bepaalt. Onderstaand een deel van de toepassingenkaart. De kaart voor de ondergrond en de bovengrond vertonen geen verschillen.