direct naar inhoud van 4.3 Uitgangspunten beheervisie
Plan: Hoevelaken-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0010-0004

4.3 Uitgangspunten beheervisie

Het conserverende deel van het bestemmingsplan bestaat uit de huidige situatie van het plangebied. Dit wil echter niet zeggen dat er geen ontwikkelingen mogelijk zijn; deze ontwikkelingen betreffen geen nieuwe bouwlocaties maar zaken betreffende de bestaande bebouwing en inrichting van het gebied.

Bij het bestemmen van de bestaande woonwijken moet worden nagedacht over de uniformiteit van de juridische regeling versus eventuele beperking óf verruiming van bestaande rechten (bijvoorbeeld ten aanzien van dakopbouwen, bedrijf-aan-huis en erfbebouwing).

4.3.1 Ruimtelijke structuur

Voor de hoofdbebouwingsstructuur zijn als regel de geldende bestemmingsregelingen als uitgangspunt genomen. Hierbij wordt extra aandacht geschonken aan het eigen karakter van ieder object. De bestaande ruimtelijke kwaliteit dient beschermd te worden door onder meer:

  • 1. bestaande groengebieden en speelplekken te behouden;
  • 2. waar mogelijk ruimte te bieden voor versterking van het leefklimaat;
  • 3. ruimte te bieden voor gedifferentieerde en aantrekkelijke woonmilieus;
  • 4. voldoende uitbreidingsmogelijkheden te bieden voor bestaande woningen.

Het plan is zo opgezet dat waar mogelijk ruimte is geboden om de ruimtelijke structuur in het plangebied te versterken. Hierop wordt in paragraaf 4.3.3 nader op ingegaan. In voorliggend bestemmingsplan worden daarnaast mogelijkheden geboden voor uit- en aanbouwen. Met de uitbreidingsruimte is rekening gehouden met de bestaande uitbreidingsruimte uit de geldende plannen.

4.3.2 Functionele structuur

Wonen
Het grootste deel van Hoevelaken-Noord is een woonwijk. Het is dan ook gewenst de huidige woonfunctie in het gebied te handhaven en waar mogelijk te versterken. Dit betekent dat bij het ontstaan van vrije ruimten in eerste plaats wordt gedacht aan opvulling met woonfunctie of functies die de woonfunctie ondersteunen.

Het centrum van Hoevelaken heeft naast een woonfunctie ook een centrumfunctie. Op de begane grond zijn detailhandel, bedrijven en voorzieningen gevestigd met wonen op de verdiepingen. De woonfunctie is van belang voor de leefbaarheid van het gebied en wordt daarom in het nieuwe bestemmingsplan positief bestemd.

Aanpassingen aan de woning
Over het algemeen kan worden gesteld dat bij het ouder worden van de woning, de wens tot verandering in en aan de woning zal toenemen. Deze hebben over het algemeen betrekking op het uitbreiden van de woonruimte, het luxer maken van de woning of een grotere of nieuwe berging/garage in de achter-, zij- of voortuin. Deze nieuwe wensen hangen voor een groot deel samen met de verandering van levensfase (kinderen uit huis, pensionering e.d.).

Het nieuwe bestemmingsplan dient mogelijkheden te bieden voor veranderde verbouw- en gebruikswensen. Dit betekent echter niet dat de uitbreiding van de woningen ongelimiteerd kan zijn. De ruimte is doorgaans beperkt. Uitbreidingen aan de woning kunnen hinderlijk zijn voor de buren, omdat de ruimte tussen woningen in veel situaties te krap is of wordt. Ook laten de stedenbouwkundige opzet en de architectuur niet elke willekeurige verbouwing of gebruiksverandering toe.

Voor zover voor de aanpassingen een bouwvergunning nodig is worden deze niet alleen getoetst aan het bestemmingsplan maar ook aan de gemeentelijke welstandsnota.

Woonwagenlocatie
Voor de woonwagenlocatie aan de Weidelaan is in het bestemmingsplan een aparte woonbestemming opgenomen. Binnen deze woonbestemming zijn maximaal vijf woonwagens (bestaand aantal) daarbij behorende voorzieningen toegestaan. Dit komt overeen met het huidige aantal standplaatsen. De bouwhoogte van de woonwagens is gemaximeerd op 5 m.

Tuinen
Uit de gebiedsomschrijving van de verschillende buurten in Hoevelaken-Noord is naar voren gekomen dat de tuinen in hoge mate bijdragen aan de groenstructuur van de woonwijk. Vandaar dat de gronden gelegen tussen de bebouwing en de openbare weg, zoveel mogelijk als tuin zijn bestemd.

Op deze wijze wordt het groene karakter van de wijk op de kaart beter aangegeven en komt het werkelijke profiel van het openbare gebied tussen de bebouwing beter in beeld.

Functiemenging
De vraag kan worden gesteld in hoeverre de leefbaarheid van een wijk wordt verhoogd door het toelaten van bedrijfsmatige activiteiten aan huis. Steeds vaker wordt een sterkere verwevenheid van wonen en werken bepleit; functiemenging binnen een woonbuurt.

Met functiemenging kan enerzijds een bijdrage worden geleverd aan het plaatselijke voorzieningenniveau. Anderzijds kan het werken-aan-huis een stimulans geven aan de economische ontwikkelingen. Veel startende ondernemers zijn op deze manier begonnen. Bij de uitbreiding van de activiteiten dient vanzelfsprekend uitgezien te worden naar meer passende huisvesting.

In principe staat de gemeente positief tegenover deze ontwikkeling, echter zonder de mogelijke nadelen uit het oog te verliezen. Binnen de ruimtelijk-functionele opzet van bestaande woonwijken zijn de mogelijkheden namelijk doorgaans beperkt. Voorkomen dient te worden dat er overlast voor het wonen ontstaat, omdat bijvoorbeeld het verkeerssysteem en de verkaveling niet inspelen op andere functies en de gevolgen van die andere functies. In het bestemmingsplan zijn derhalve voorwaarden opgenomen waarmee voorkomen wordt dat bedrijfsmatige activiteiten aan huis hinder veroorzaken voor de omgeving.

Maatschappelijk
Zoals uit de beschrijving van de bestaande situatie blijkt, bevinden zich in het plangebied enkele maatschappelijke voorzieningen. Op de geplande uitbreiding van de begraafplaats na worden er voor deze voorzieningen geen ingrijpende veranderingen verwacht. In het bestemmingsplan wordt derhalve volstaan met het positief bestemmen van de aanwezige maatschappelijke voorzieningen, waarbij per voorziening een redelijke uitbreidingsmogelijkheid is gegeven, teneinde zich voldoende te kunnen ontplooien.

Enige flexibiliteit in het bestemmingsplan is wenselijk. Mocht binnen de komende 10 jaar blijken, dat een aanwezige maatschappelijke voorziening moet worden verplaatst (of opgeheven), dan dient het zonder herziening van het bestemmingsplan mogelijk te zijn om ter plaatse een andere passende maatschappelijke functie toe te staan (bijvoorbeeld een school in gebruik nemen als peuterspeelzaal).

De Stuw
In dit bestemmingsplan heeft het dorpshuis een maatschappelijke bestemming gekregen. Omdat in het dorpshuis ook sprake is van enige horeca is hiervoor een specifieke aanduiding opgenomen. Door het opnemen van deze aanduiding is het mogelijk dat zich in het dorpshuis een restaurant en andere soortgelijke eetgelegenheden vestigen. Binnen deze bestemming en aanduiding is het niet mogelijk een cafetaria/snackbar of discotheek te vestigen, aangezien dit kan leiden tot onevenredige overlast voor de woonomgeving. Dergelijke vormen van horeca kunnen door geluidsoverlast, zwerfvuil en grote toeloop van bezoekers immers leiden tot nadelige effecten voor de omgeving.

Recreatief
Voor sportfaciliteiten worden eveneens geen ingrijpende veranderingen verwacht. In dit bestemmingsplan wordt volstaan met het positief bestemmen van de aanwezige recreatieve voorzieningen.

Bouwfonds
Voor het nieuwe hoofdkantoor van Bouwfonds wordt aangesloten op de regeling uit het geldende bestemmingsplan. Voor het hoofdkantoor van Bouwfonds is een specifieke kantoorbestemming opgenomen waarin onder andere de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte is gemaximeerd.

4.3.3 Openbare ruimte

De openbare (open) ruimten, te weten wegen -en soortgelijke verkeers- en verblijfsruimten-, water en groen zijn zoveel mogelijk als zodanig bestemd. Binnen de diverse bestemmingen zijn verscheidene mogelijkheden opgenomen voor het uitvoeren van ondergeschikte aanpassingen in de bestaande inrichting.

In het nieuwe bestemmingsplan wordt uitgegaan van de bestaande verkeerssituatie. Watergangen en -partijen met een structurele functie voor waterberging en waterhuishouding zijn specifiek bestemd tot "Water".
In het belang van de instandhouding van de aanwezige groenstructuur wordt voorgesteld om deze voorzieningen specifiek te bestemmen tot "Groen". Kleinere groene gebieden, zoals de bermen langs wegen, worden betrokken binnen de verkeersbestemmingen.

Veenwal
De noordrand van Hoevelaken wordt gekenmerkt door een afwisseling van bebouwing (met grote voortuinen) en open gebieden in de vorm van weiden en sportvelden. In dit nieuwe bestemmingsplan hebben de betreffende gronden een groene of agrarische bestemming gekregen die samenhangt met de huidige inrichting van het gebied (tuin, groen, agrarisch en/of sport).
Het is voor deze groengebieden namelijk van groot belang dat deze hun huidige groene uitstraling blijven behouden. In dit bestemmingsplan is dan ook uitgesloten dat binnen deze gebieden nieuwe bebouwing kan komen.

4.3.4 Cultuurhistorie en archeologie

Voor een deel van het plangebied geldt een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. In het bestemmingsplan is de (verwachte) archeologische waarde beschermd met behulp van de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie".

De aanwezige rijks- en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding specifiek aangegeven. In paragraaf 2.2.5 zijn deze monumenten opgesomd. De monumentenverordening voorziet in de bescherming van de gemeentelijke monumenten. De Monumentenwet 1988 voorziet in de bescherming van het rijksmonument. In de regels is de bescherming van deze monumenten aanvullend geregeld.

4.3.5 Landgoed Bouwfonds

In 2005 is het bestemmingsplan "Landgoed Bouwfonds" vastgesteld. Dit bestemmingsplan is opgesteld ten behoeve van de uitbreiding van het hoofdkantoor van Bouwfonds. In dit bestemmingsplan is voor het regelen van de uitbreiding een aparte set voorschriften opgesteld. Aangezien het landgoed Bouwfonds binnen dit bestemmingsplan ligt is het uitgangspunt om de voorschriften uit het bestemmingsplan "Landgoed Bouwfonds" in dit bestemmingsplan te kopiëren. Concreet houdt dit in dat de specifieke maatvoeringen en aanduidingen uit het bestemmingsplan "Landgoed Bouwfonds" door middel van dit bestemmingsplan van kracht blijven.

4.3.6 Ontwikkelingen

Een vormvrije mer kan noodzakelijk zijn indien de planregels uit dit bestemmingsplan, in eerste aanleg de mogelijkheid bieden voor activiteiten welke zijn genoemd in de C- of D lijst uit het mer-besluit. Daar waar geen sprake is van een plan in eerste aanleg, of wel een eerste kader, mag deze mer-procedure achterwege blijven. Immers er is al een onderliggend plan welke deze activiteit mogelijk maakt. In het kader van onderhavig bestemmingsplan is een vormvrije Mer beoordelings toets uitgevoerd. Deze is te vinden in bijlage 2. Uit de beoordelingstoets blijkt dat in dit plan geen nieuwe activiteiten zijn toegestaan welke zijn genoemd in deze C- of D lijst. Er is geen noodzaak tot het uitvoeren van een vormvrije mer.